ECLI:NL:RBARN:2011:BQ0660

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
212471
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over leveringen en betalingen van douche-units in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een kort geding tussen Uniwall B.V. en meerdere gedaagden, waaronder Zuidbroek, Van der Valk-Van der Wiel en Techval. Uniwall vordert betaling van een openstaand bedrag van € 264.595,- en zekerheidstelling voor toekomstige betalingen in verband met de levering van douche-units. De partijen zijn in geschil over de afspraken die zijn gemaakt over de leveringen en betalingen, waarbij onduidelijkheid bestaat over de oorzaak van de vertragingen en de kwaliteit van de geleverde units. De voorzieningenrechter overweegt dat de vorderingen van Uniwall onvoldoende aannemelijk zijn gemaakt, onder andere omdat niet duidelijk is of de betalingsverplichtingen van de gedaagden vaststaan. De rechter wijst de vorderingen van Uniwall af, evenals de vorderingen in reconventie van de gedaagden, die onder meer om levering van units vroegen. De proceskosten worden aan Uniwall opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 212471 / KG ZA 11-86
Vonnis in kort geding van 23 maart 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNIWALL B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.H. Tuit te Almere,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONGRES- EN SPORT- EN RECREATIECENTRUM ZUIDBROEK B.V.,
tevens handelend onder de naam Van der Valk Hotel Zuidbroek,
gevestigd te Zuidbroek, gemeente Menterwolde,
2. de vennootschap onder firma
VAN DER VALK-VAN DER WIEL V.O.F.,
gevestigd te Drachten, gemeente Smallingerland,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DER WIEL INFRA EN MILIEU B.V.,
gevestigd te Drachten, gemeente Smallingerland,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DER VALK INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Tiel,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECHVAL B.V.,
gevestigd te Nuland, gemeente Maasdonk,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. J.F. Bil te Oosterhout (Noord-Brabant).
Eiseres in conventie zal hierna Uniwall worden genoemd.
Gedaagden in conventie zullen Zuidbroek, Van der Valk-Van der Wiel, Van der Wiel Infra en Milieu, Van der Valk International en Techval genoemd worden. Tezamen zullen zij worden aangeduid als gedaagden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het faxbericht van 7 maart 2011 van Uniwall met daarbij de producties 1 t/m 17, 20 en 21 en A t/m K (bevattende de producties 18 en 19)
- de brief van 7 maart 2011 van gedaagden met daarbij de producties 1 t/m 19
- de brief van 8 maart 2011 van Uniwall met daarbij de producties I t/m XVI
- de wijziging van eis in conventie van 8 maart 2011
- de eis in reconventie van 8 maart 2011
- het faxbericht van 8 maart 2011 van gedaagden met daarbij een productie (een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 maart 2011)
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Uniwall
- de pleitnota van gedaagden in conventie, met daarbij een productie (een e-mailbericht van Resolco Int. B.V. van 7 maart 2011).
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. Ter zitting heeft de advocaat van gedaagden een lijst met nadere producties, genummerd 20 t/m 34 overgelegd. De producties zelf ontbreken evenwel. Productie 33 (niet als zodanig genummerd is bij faxbericht van 8 maart 2011 gevoegd) en productie 34 (gehecht aan de pleitnota van gedaagden) heeft de advocaat wel overgelegd. Nu de betreffende producties 20 t/m 32 niet zijn overgelegd en de voorzieningenrechter daarover dus niet beschikt, zal hierop geen acht worden geslagen.
2. De feiten
2.1. Van der Valk-Van der Wiel is op 1 november 2009 opgericht en realiseert in opdracht van Nuon Power Projects I B.V. tijdelijke huisvesting voor ongeveer 1300 bouwlieden te Wagenborgen (Groningen), die in opdracht van Nuon een energiecentrale in Eemshaven realiseren.
2.2. Van der Wiel Infra en Milieu en Van der Valk International zijn beherend vennoten van de vennootschap onder firma Van der Valk-Van der Wiel. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] zijn bestuurders van Van der Valk International.
2.3. Uniwall is de rechtsopvolger van SGM Machine Technology Beheer B.V. Bestuurder van Uniwall is [be[betrokkene 3].
2.4. Van der Valk-Van der Wiel en Techval, dat behoort tot het Van der Valk concern, hebben op 23 juni 2010 een overeenkomst gesloten tot levering van douche-units (natte cellen genoemd) ten behoeve van het project te Wagenborgen. In deze overeenkomst is voor zover thans van belang het volgende opgenomen:
Van der Valk-Van der Wiel VOF, (…),
hierna te noemen Opdrachtgever
en
Techval B.V. (…)
in aanmerking nemende dat:
- Opdrachtgever ten behoeve van een project van haar te Wagenborgen ca 1300 mobiele
containers laat plaatsen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting voor bouwpersoneel;
- Deze containers allen voorzien dienen te worden van een zogenoemde natte cel, volgens
tekening aan deze overeenkomst gehecht als bijlage 1;
(…)
komen overeen als volgt:
(…)
3.) De natte cellen zullen door opdrachtnemer worden geïnstalleerd in de units te Wagenborgen, doch niet worden aangesloten;
4.) De natte cellen zullen worden geproduceerd in de periode augustus – december 2010 en geïnstalleerd bij opstelling van de units volgens het manpower-diagram, partijen genoegzaam bekend.
5.) De overeengekomen prijs voor de natte cellen bedraagt € 1.158,- per stuk excl. btw.
6.) Er zullen minimaal 1300 natte cellen worden geleverd, derhalve bedraagt de totaal som van deze overeenkomst € 1.505.400,- excl. btw;
7.) De betaling zal geschieden op de nader aan te geven rekening van Techval B.v. op de navolgende wijze:
30% bij opdracht
30% bij aanvang productie
30% indien productie gereed
10% binnen 8 dagen na montage.
2.5. Techval heeft de opdracht tot levering van de douche-units bij overeenkomst van 23 juni 2010 op haar beurt verstrekt aan de rechtsvoorganger van Uniwall. In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
(…)
in aanmerking nemende dat:
Tussen SGM en de Techval overeenstemming is bereikt over de levering van 1300 douche units,
Partijen nadere afspraken omtrent de betaling hebben gemaakt, welke zij hieronder wensen vast te leggen.
Komen overeen als volgt:
In afwijking van de betalingen als genoemd in de overeenkomst tussen Techval en de VOF vander valk/vander Wiel, zullen de betalingen aan SGM plaatsvinden als volgt:
Een bedrag groot € 227.000,- bij ondertekening van deze overeenkomst uiterlijk op 30 juni 2010;
Een bedrag groot € 112.500,- op afroep van Opdrachtgever rond eind augustus;
Een bedrag groot € 112.500,- op afroep van Opdrachtgever rond eind september.
Een bedrag groot € 300.000,- houdt Opdrachtgever uit het depot beschikbaar voor directe betalingen voor Opdrachtnemer aan toeleveranciers voor o.a. elektra en sanitair en profielen voor dit project.
Een bedrag groot € 158.000,- houdt Opdrachtgever uit het depot beschikbaar voor directe betalingen aan leveranciers van half fabricaten als o.a. plaatmateriaal, honingraad cellen, isolatie, lijm en andere half fabricaten bestemd voor de productie van de panelen voor dit project.
Na oplevering en installatie wordt op basis van nacalculatie de exacte kostprijs berekend.
Het verschil tussen deze kostprijs en de opbrengst uit de aangehechte bijlage zullen partijen gelijkelijk verdelen.
SGM zal dit bedrag ten volle aanwenden voor de financiering van de start van de nieuwe productie onderneming te Almere volgens de reeds overlegde budgets.
Partij van der Valk kan alsdan alsnog besluiten of zij haar winstaandeel in de onderneming wil laten tegen nader uit te werken condities dan wel het haar toekomende deel niet uit te keren en als winst op dit project te nemen.
2.6. ELA is de leverancier van de (woon)units, waarin de douche-units moeten worden geplaatst.
2.7. Bij e-mailbericht van 15 oktober 2010 heeft de heer [betrokkene 4], controller bij Van der Valk International, [betrokkene 3] onder meer bericht:
Willen jullie voortaan de facturen aan Hotel Zuidbroek richten, zij zullen zorg dragen voor de betaling hiervan.
Dan halen we Techval uit de betaalcircel hetgeen voor ons een schakel scheelt en een beter overzicht genereert.
2.8. In juli, augustus, september en oktober 2010 heeft Techval betalingen aan Uniwall gedaan. Op 4 en 7 oktober 2010 heeft Van der Valk International betalingen aan Uniwall verricht. Nadien heeft Zuidbroek betalingen aan Uniwall verricht.
2.9. Tijdens de uitvoering van het project zijn tussen partijen problemen gerezen.
2.10. In een gespreksnotitie van 14 december 2010 van een bespreking waarbij [betrokkene 4], [betrokkene 1], [betrokkene 3] en [betrokkene 5] aanwezig waren is onder meer het volgende opgenomen:
Voor het project Wagenborgen is door Uniwall gekozen voor een zover mogelijke geprefabriceerde douche unit waarvoor op het werk zelf minimale montagetijd nodig is. Het is bekend dat werk op locatie altijd duurder is en langer duurt dan alles wat in de fabriek kan worden voorbereid.
Doordat Uniwall veel te laat kon beginnen met productie-voorbereiding en inkoop van materialen kwam het project in tijdnood.
Om deze reden is door Uniwall besloten toch de units al op het project te gaan opbouwen, ook zonder de technische materialen.
Als gevolg hiervan kost de montage veel meer tijd en lopen dingen vaak niet vlekkeloos. Deze onnodige vertraging heeft geleid tot een onnodige meerprijs van -nu al- ca. € 300.000,-. Dit zal vermoedelijk nog oplopen. De kostprijs per unit is hierdoor opgelopen naar ca € 1.388,76 excl btw.
Hierin zit ruim € 250,- per unit onnodige kostprijs verhoging.
Daarnaast wordt de productie bemoeilijkt doordat er aanvankelijk geen licht of verwarming was, en ook de Uniwall vrachtwagens niet – zoals afgesproken – bij de units mogen staan waar wordt opgebouwd.
Doordat van der Valk in grote liquiditeitsproblemen is geraakt heeft Uniwall een gespreide betaling voorgesteld.
Ook deze wordt niet nagekomen.
Hierdoor is het niet langer verantwoord zoveel extra ingehuurde werkkrachten aan het werk te houden, er is geen zekerheid dat we die mensen kunnen betalen.
Voor het schema vanaf januari wil Uniwall dan ook de betaling per kwartaal vooruit ontvangen.
2.11. Op 13 januari 2011 heeft overleg plaatsgevonden tussen Techval/Zuidbroek en Uniwall ([betrokkene 3]), waarna een nieuw schema voor leveringen en betalingen werd overeengekomen.
2.12. [betrokkene 3] heeft [ ] [betrokkene 6], projectmanager (en werkzaam bij Van der Wiel Infra en Milieu), bij e-mailbericht van 13 januari 2011 onder meer het volgende bericht:
Ik besprak inmiddels je e-mail met alle in cc ingecopieerde mensen van Van der Valk. Voor de beantwoording verwijs ik verder naar van der Valk daar wij ons op het standpunt stellen geen contractspartner van de VOF te zijn.
Wij hebben een leveringsovereenkomst met de daarbij behorende leveringsafspraken die daar bij horen.
Iedere aansprakelijkheid zijdens de VOF jegens Uniwall wordt derhalve integraal verworpen.
2.13. Op 21 januari 2011 heeft Techval/Zuidbroek inzage gekregen in enkele overzichten uit de administratie van Uniwall.
2.14. Bij e-mailbericht van 21 januari 2011 heeft [betrokkene 3] onder meer [betrokkene 1] en [ ] [betrokkene 6] bericht:
Zoals we gisteren hebben afgesproken zullen we ons nu toe leggen op het zo snel mogelijk opbouwen en afmonteren van alle nieuwe units.
Klachten over eerder geplaatste units zullen door Wagenborgen in Almere gemeld worden onder vermelding van unit nummer en nauwkeurige omschrijving van de klacht.
Uniwall Almere zal daarna de klacht verder in behandeling nemen en aangeven hoe en wie dat gaat behandelen.
2.15. [betrokkene 3] heeft per e-mailbericht van 25 januari 2011 (13:04 uur) [betrokkene 4] het volgende bericht:
De productie deze week loopt volgens planning dus dat zullen er 90 a 100 zijn. We leveren er dus 90 a 100 UIT niet OP.
(…)
Er wordt momenteel afgemonteerd dus dat zijn die 185 die eind van de week klaar zullen zijn.
Volgende week monteren we er dan 100 evenals de week er op.
2.16. Bij e-mailbericht van 25 januari 2011 (1:15 uur) heeft [betrokkene 4] hierop gereageerd en [betrokkene 3] medegedeeld:
Voor de helderheid heb ik de planning aangepast op basis van onderstaande opmerkingen.
2.17. [betrokkene 4] heeft [betrokkene 3] bij e-mailbericht van 1 februari 2011 onder meer bericht:
Zie aangehecht het overzicht met de ontvangen facturen en betalingen.
Graag een kopie van nota 2010111 en 2010112 opsturen naar Zuidbroek zodat we deze ook kunnen inboeken.
Per saldo is er nu 1.535.634,27 gefactureerd waarvan 222.440,79 btw is. Wij hebben tot en met afgelopen vrijdag 1.341.249,27 betaald.
1) Wij dienen dus nog op de al door ons ontvangen facturen nog een bedrag van 194.385,00 nog te voldoen.
2) Daarnaast dient er nog 492.206,52 plus de 19% Btw hierover dus 585.725,76 te worden betaald. Hiervoor moeten we wel nog facturen ontvangen. Wil je zorgen dat wij tijdig voor de betaling over deze facturen beschikken zodat we ook de BTW weer kunnen verrekenen en geen onnodig liquiditeitsbeslag hebben.
In totaal dienen wij dus met deze nieuwe BTW nota’s nog een bedrag van 781.110,76
In het aangehechte overzicht (per 1-2-2010) heb ik de betalingen allen verhoogd met 19% btw zoals telefonisch besproken. Deze nieuwe betalingen zijn dan ook het uitgangspunt voor de toekomst.
Bij dit e-mailbericht zijn twee bijlagen gevoegd. In de eerste bijlage (productie C bij de dagvaarding) zijn meerdere kolommen weergegeven. De eerste kolom geeft het aantal weken aan in 2011. Boven de tweede kolom staat Uniwall en in die kolom is het aantal douche-units per week weergegeven. De derde kolom geeft het totaal van de douche-units weer. In de daarop volgende kolommen zijn betalingen weergegeven. Vervolgens is er nog een kolom waar boven staat ELA. In de twee kolommen, die daarbij horen worden aantallen units (per week) weergegeven. Tot slot worden er nog twee kolommen weergegeven met daarboven Nuon. In deze kolommen worden ook weer per week aantallen units opgesomd.
Deze bijlage is voor wat betreft de betalingen herzien op 2 februari 2011 (productie 14 bij de dagvaarding).
In de tweede bijlage is een overzicht weergegeven van de diverse gefactureerde bedragen en verrichte betalingen. Onderin wordt in een kader vermeld “€ 194.385,00 nog te betalen”, “585.725,76 nog te betalen op nog te ontvangen facturen” en “780.110,76 totaal nog te betalen”.
2.18. Bij e-mailbericht van 4 februari 2011 heeft [betrokkene 4] [betrokkene 3] onder meer bericht:
Op 13 januari hebben wij bij u op het bedrijf duidelijke afspraken gemaakt omtrent de betalingen en de leveringen. Tot op heden zijn alle betalingen na de 13de netjes nagekomen terwijl de levering aanzienlijk achter blijven op de afspraken.
De door u vermelde betalingsachterstand bestaat derhalve niet ten opzichte van de gemaakte afspraken. De op 31 januari door Uniwall verstuurde facturen doen hier geen enkele afbreuk aan.
Wij wensen volledige inzage in de gedane bestedingen en de nog te verrichten betalingen tot en met einde van het project. Reden hiervoor is dat wij ons ernstig zorgen maken omtrent besteding van de gelden en of het einde van het project wel gehaald gaat worden.
Wij wensen gedegen afspraken te maken omtrent levering, kwaliteit en ook betaling. Derhalve dringen wij nogmaals aan op het voorgestelde overleg aanstaande maandag om 1 uur.
Voordat er een verdere betaling zal worden gedaan dient eerst dit gesprek zoals plaats te vinden.
2.19. Volgens Uniwall zijn er tot 4 februari 2011 285 douche-units geleverd, terwijl Techval/Zuidbroek heeft aangegeven dat er in totaal 309 units zijn geleverd.
2.20. Na 4 februari 2011 zijn er geen betalingen meer gedaan door (een van de) gedaagde(n). Evenmin zijn er nog douche-units geleverd.
2.21. Bij e-mailbericht van 8 februari 2011 (13:49 uur) heeft [betrokkene 4] [betrokkene 3] onder meer het volgende bericht:
Naar aanleiding van ons gesprek gisteren en uw mailtjes en sms-jes daarna kunnen wij u het volgende voorstel doen. (…)
De discussiepunten zijn de opgeleverde aantallen, de kwaliteit en het uit verband lopen van de betalingskosten.
Middels deze mail willen wij graag antwoorden op de door u gedane voorstellen. Deze voorstellen zijn echter alleen gericht op de betalingen en laten de punten omtrent de kwaliteit en de oplevering grotendeels buiten beschouwing.
Uniwall levert de momenteel nog gereed staande units uit aan hotel Zuidbroek. Hotel Zuidbroek zal voor installatie van de units op locatie zorg dragen.
De huidige kwaliteit is onvoldoende met directe en indirecte problemen. Onze eindafnemer heeft aangegeven hiermee ook niet akkoord te willen gaan. Dit betekent dat de kwaliteit van de units sterk moet worden verbeterd zodat deze aan alle eisen voldoet.
(…)
Om Uniwall te helpen hebben wij de gebreken in de 162 bezette en als opgeleverde betitelde units zelf aangepakt. Dat u hier geen klachten meer over heeft gehoord in de afgelopen week is daarvan het resultaat. De foto’s welke wij u lieten zien van de nog niet opgeleverde units voldoen geheel niet aan het gewenste oplevering-/veiligheidsniveau en deze units zijn ook nog niet op lekkages getest.
(…)
Opbouw van de aangeleverde pakketten zal door Hotel Zuidbroek ter plaatste gebeuren.
1. Graag vernemen wij uw reactie op dit plan van kwaliteitscontrole om de vereiste kwaliteit te kunnen garanderen.
De opgeleverde aantallen lopen wel degelijk achter bij de gemaakte afspraken, en ook bij de aantallen in de herziene afspraken. Hierdoor lopen wij achter met de oplevering naar onze afnemer en lopen we ook inkomsten mis. Ter verduidelijking opgeleverd is zoals eerder afgesproken “klaargezet en door het gat geprikt”. Dit betekend ook dat alle onderdelen aanwezig en gemonteerd dienen te zijn.
2. Graag vernemen wij welke planning met opgeleverde units Uniwall kan garanderen.
Op basis van de aangeleverde financiële gegevens over 2010 en de door u meermaals aangehaalde kostenverhoging hebben wij onze vraagtekens bij de bestedingen van de door ons betaalde gelden. (…)
Voordat wij een eventuele betaling kunnen doen dient er volledige duidelijkheid te komen omtrent (1) waar het geld van de betalingen die reeds door ons gedaan zijn tot op heden voor gebruikt is, welk deel aan de units toe te rekenen is (kostprijs bepaling), wat algemene kosten zijn en welk deel privé is en (2) welke kosten, op leveranciersniveau en artikelniveau, dienen er nog gemaakt te worden voor de resterende units.
Dit betekend volledige inzage in de administratie en de planning/budgettering. (…)
Nadat er volledige duidelijkheid is omtrent de kosten en de planning kan een betaalschema worden opgesteld die passend is voor beide partijen en waarbij betalingen ten minste gekoppeld worden aan opgeleverde aantallen.
3. Graag vernemen wij uw reactie op ons voorstel inzake de betalingen/kosten.
2.22. [betrokkene 3] heeft hierop bij e-mailbericht van 8 februari 2011 (23:05 uur) gereageerd en onder meer geschreven:
Ik reageer hiermee op uw e-mail bericht van heden 13.49 uur alsmede uw latere email van 20.20 uur. Laat ik voorop stellen dat dit schrijven (nog) geen aanleiding geeft op onze ingebrekestelling terug te komen.
Vooropgesteld blijft dat u in ieder geval de verschuldigde bedragen omgaand moet betalen, nu het enerzijds (€ 70.000,-) betalingen betreft die wij moeten verrichten naar aanleiding van de afgelopen week – op uw eigen nadrukkelijk verzoek – verhoogde inspanning in de fabriek en te Wagenborgen.
(…)
Helaas moet ik eindigen met nogmaals de opmerking dat bovengenoemd voorstel is gedaan onder reserve van alle rechten en weren dat dit voorstel aanvaard kan worden tot uiterlijk vrijdag 11 februari a.s. 16.00 uur, onder nadrukkelijk voorbehoud dat morgen woensdag 9 februari de verschuldigde
€ 70.000,- alsnog aan ons zijn overgemaakt en wij bevestiging hebben gekregen dat de btw bedragen aan ons worden uitgekeerd binnen uiterlijk 1 maand na heden.
Mocht aan een van deze laatste voorwaarden, de betaling morgen alsmede de acceptatie vrijdag, niet tijdig zijn voldaan vervalt bovenvermeld voorstel integraal, blijft al hetgeen bij ingebrekestelling vermeld van kracht en zullen wij zonder nadere aankondiging ons als passend voorkomend maatregelen nemen.
2.23. Na daartoe van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verlof te hebben gekregen heeft Uniwall op 16 februari 2011 voor een bedrag van € 250.000,- ten laste van Van der Valk-Van der Wiel, Van der Wiel Infra en Milieu, Van der Valk International, Techval en Zuidbroek op 16 februari 2011 conservatoir derdenbeslag gelegd onder ABN-Amro Bank N.V., Nuon Power Generation B.V., Coöperatieve Rabobank Drachten – Ureterp U.A. en Coöperatieve Rabobank Bernheeze Maasland U.A. en op 17 februari 2011 onder Nuon Power Projects I B.V. en ING Bank N.V.. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 8 maart 2011 – kort gezegd – de op 16 en 17 februari 2011 door Uniwall ten laste van Van der Valk-Van der Wiel, Van der Wiel Infra en Milieu en Van der Valk International opgeheven. Daartoe is onder meer het volgende overwogen:
4.4. Overwogen wordt dat de omstandigheden waarnaar Uniwall heeft verwezen onvoldoende zijn om tot de slotsom te komen dat sprake is van vereenzelviging van de Vof c.s. (Van der Valk-Van der Wiel, Van der Wiel Infra en Milieu en Van der Valk International, de voorzieningenrechter), althans Van der Valk International met Techval, althans Zuidbroek. Het enkele feit dat Van der Valk International vorderingen heeft voldaan van Uniwall op Techval, maakt nog niet dat zij ook gehouden is om verdere betalingen ten behoeve van Techval aan Uniwall te verrichten. Verder kan naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter uit de e-mail van [betrokkene 4] van 1 februari 2011 geen erkenning van enige betalingsverplichting van de Vof c.s. of van Van der Valk International aan Uniwall worden afgeleid. Daartoe is de tekst van de e-mail, mede gelet op de verstrekkende gevolgen van een en ander, onvoldoende concreet, terwijl verder gesteld noch gebleken is dat [betrokkene 4] in een positie was om dergelijke mededelingen te doen en daarmee de Vof c.s., althans Van der Valk International, te binden. Dat Techval, zoals Uniwall heeft gesteld, een dochterbedrijf is van Van der Valk International, wat daar ook van zij, maakt dit niet anders. Dat [betrokkene 4] in oktober 2010 aan [betrokkene 3] heeft verzocht om verdere facturen naar Zuidbroek te sturen opdat Techval uit de “betaalcirkel” kan worden gehaald, maakt evenmin dat de Vof c.s. gehouden is om betalingen ten behoeve van Techval, althans Zuidbroek, te doen.
Bij dit alles komt nog dat Uniwall nooit aan de Vof c.s. heeft gefactureerd en dat [betrokkene 3] in zijn e-mail van 13 januari 2011 zelf heeft geschreven dat de Vof geen contractspartij is van Uniwall.
4.5. De conclusie is dat onvoldoende aannemelijk is dat de Vof c.s. in een bodemprocedure zal worden veroordeeld om het openstaande bedrag in verband met de levering van de douchecellen aan Uniwall te voldoen, zodat is voldaan aan het onder 4.2. genoemde criterium voor opheffing van de beslagen. De beslagen die ten laste van andere dan de Vof c.s. zijn gelegd, kunnen slechts worden opgeheven voor zover zij zijn gelegd ten laste van de Vof c.s.
2.24. Na daartoe van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Leeuwarden verlof te hebben gekregen heeft Uniwall op 7 maart 2011 voor een bedrag van € 250.000,- ten laste van Techval en Zuidbroek conservatoir derdenbeslag gelegd onder Van der Valk-Van der Wiel en haar beherende vennoten Van der Wiel Infra en Milieu en Van der Valk International op alle gelden, goederen en/of geldwaarden die zij zonder zich hebben en of zullen verkrijgen en/of aan Techval en Zuidbroek verschuldigd zijn of zullen worden.
2.25. Na daartoe van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad verlof te hebben gekregen heeft Techval omstreeks 8 maart 2011 conservatoir beslag gelegd ten laste van Uniwall. De stukken van dit beslag zijn niet overgelegd.
3. Het geschil in conventie
3.1. Uniwall vordert – na een wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter
1. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan Uniwall van de hoofdsom van
€ 264.595,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 2 februari 2011 tot aan de dag van betaling,
2. gedaagden veroordeelt tot het binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn stellen van zekerheid voor de nakoming van de overeenkomst en deze te bepalen op
€ 585.725,76, alhans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, alsmede bepaalt dat deze zekerheid wordt gesteld door middel van een onherroepelijke afroepgarantie van een gerenommeeerde Nederlandse bank, althans op een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen wijze, inroepbaar indien gedaagden in gebreke zijn om aan enige overeengekomen betalingstermijn(en) te voldoen, althans inroepbaar indien gedaagden bij (eind)vonnis zullen worden veroordeeld tot betaling van deze bedragen, althans enig bedrag op grond van nakoming van de overeenkomst,
3. de ten laste van Uniwall gelegde beslagen op heft, althans Techval veroordeelt op straffe van verbeurte van een dwangsom te gelasten tot opheffing van de beslagen over te gaan,
4. gedaagden veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 4.000,- ter zake van een vergoeding voor incasskosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
3.2. Uniwall legt aan haar vorderingen ten grondslag dat gedaagden bij e-mailbericht van 1 februari 2011 hebben erkend dat zij nog een bedrag van € 194.385,- verschuldigd zijn aan Uniwall. Voorts zijn gedaagden tevens de termijn van week 5 (2011) verschuldigd (ad
€ 70.210,-), zo blijkt uit het overzicht dat [betrokkene 4] heeft opgemaakt en dat is gevoged bij zijn e-mailbericht van 1 februari 2011.
Thans dienen nog ruim 1000 douche-units geleverd te worden. In verband met het overeengekomen betalingssysteem is het voor Uniwall belangrijk dat alle douche-units worden afgenomen door Techval/Zuidbroek. Daarnaast heeft Uniwall langlopende contracten afgesloten om het vervoer van Almere (productielocatie) naar het project te verzorgen. Uniwall heeft er derhalve belang bij dat gedaagden ook de laatste deelbetalingen van in totaal € 585.725,76 voldoen. Zij vordert dan ook dat gedaagden zekerheid stellen voor dit bedrag, in de vorm van een bankgarantie.
De ten laste van Uniwall gelegde beslagen dienen te worden opgeheven, nu gedaagden geen vordering hebben op Uniwall, maar Uniwall juist een vordering heeft op gedaagden.
3.3. Gedaagden voeren verweer. Zij stellen zich, kort gezegd, op het standpunt dat de kwaliteit van de douche-units onvoldoende is, dat er onvoldoende douche-units zijn geleverd, dat er al veel meer is betaald dan in verhouding staat tot de geleverde douche-units en dat onduidelijk is wat er met de reeds door hen betaalde bedragen is gedaan. Om deze redenen hebben gedaagden de betalingen opgeschort en stellen zij zich op het standpunt dat de vorderingen van Uniwall moeten worden afgewezen.
Gedaagden hebben de overeenkomst partieel buitengerechtelijk ontbonden tijdens de zitting bij de voorzieningenrechter te Amsterdam op 3 maart 2011.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Gedaagden (eiseressen in reconventie) vorderen dat de voorzieningenrechter
A. Uniwall veroordeelt om aan Techval/Zuidbroek op straffe van verbeurte van een dwangsom binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis te leveren de door Uniwall aangeduide 32 gereedstaande douche-units, zulks met opmaking van een behoorlijk rapport van oplevering,
B. met onmiddellijke ingang de na te noemen conservatoire beslagen ten laste van gedaagden opheft:
a.) op 16 februari 2011 onder Rabobank Drachten – Ureterp UA, gevestigd te Drachten,
b.) op 17 februari 2011 onder Nuon Power Projects I B.V., gevestigd te Amsterdam,
c.) op 16 februari 2011 onder ABN Amro Bank N.V., gevestigd te Amsterdam,
d.) op 16 februari 2011 onder Nuon Power Generation B.V., gevestigd te Utrecht,
e.) op 16 februari 2011 onder Coperatieve Rabobank Bern-Heeze Maasland U.A., gevestigd te Heesch,
f.) op 17 februari 2011 onder ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam,
g.) op 7 maart 2011 onder Van der Valk-Van der Wiel ten laste van Techval en Zuidbroek,
h.) eventuele inmiddels gelegde nadere beslagen, en
C. Uniwall verbiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom ten laste van gedaagden ter zake van of in verband met beweerde vorderingen voortvloeiend uit of samenhangend met het in de dagvaarding zijdens Uniwall in dit kort geding omschreven “huisvestingsproject” ten laste van gedaagden één of meer nadere beslagen te (doen) leggen.
4.2. Gedaagden leggen het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. Allereerst zijn de nog bij Uniwall aanwezige douche-units reeds betaald door Zuidbroek/Techval, zodat deze onmiddellijk alsnog aan Techval/Zuidbroek geleverd dienen te worden. Bij de aflevering zal tevens een oplevering dienen plaats te vinden, waarbij de kwaliteit van de geleverde units worden beoordeeld en schriftelijk worden vastgelegd.
Omdat Uniwall, zoals blijkt uit het verweer van gedaagden in conventie, geen vorderingen heeft op gedaagden dienen de beslagen onmiddellijk te worden opgeheven.
4.3. Uniwall voert verweer.
4.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
de partijen
5.1. Uniwall vordert in dit kort geding (onder meer) Zuidbroek, Techval, Van der Valk-Van der Wiel en haar vennoten Van der Valk International en Van der Wiel Infra en Milieu te veroordelen tot het betalen van een tweetal bedragen, alsook tot het stellen van zekerheid voor de nakoming van de overeenkomst van 23 juni 2010 en de nadere gemaakte afspraken. Volgens Uniwall zijn door alle gedaagden eerder betalingen gedaan aan Uniwall. Daarnaast heeft Uniwall, althans [betrokkene 3], veelvuldig (per e-mail) contact gehad met de heer [betrokkene 4], werkzaam als controller bij Van der Valk International. [betrokkene 4] heeft betalings- en leveringsschema’s opgesteld, terwijl door hem noch door Van der Valk International enig voorbehoud is gemaakt dat namens een andere vennootschap werd gehandeld. Van der Valk International, die Uniwall ook heeft aangestuurd, dient dan ook als wederpartij van Uniwall te worden beschouwd. Omdat Van der Valk International uitsluitend als vennoot in de vennootschap onder firma Van Valk-Van der Wiel bij het project is betrokken, is Van der Valk-Van der Wiel ter zake gebonden aan haar handelen.
Van der Wiel-Van der Valk en haar beherende vennoten hebben het een en ander weersproken.
5.2. Vastgesteld moet worden dat de overeenkomst van 23 juni 2011 is gesloten tussen Uniwall enerzijds en Techval anderzijds. Onvoldoende duidelijk is geworden of Zuidbroek vervolgens tot de overeenkomst is toegetreden of dat Techval de werkzaamheden in onderaanneming aan Zuidbroek heeft uitbesteed. Uniwall heeft aanvankelijk gefactureerd aan Techval en later op verzoek aan Zuidbroek. Dat er vervolgens is betaald door Van der Valk International, die geen partij bij de overeenkomst is, maakt nog niet dat deze vennootschap is toegetreden tot de overeenkomst en daarmee contractspartij van Uniwall is geworden. Evenmin kan worden aangenomen dat Van der Valk International contractspartij is geworden door het stellen van een garantie, zoals door Uniwall is betoogd.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter te Amsterdam in zijn vonnis van 8 maart 2011 geoordeeld dat de door Uniwall aangevoerde omstandigheden onvoldoende zijn om tot de conclusie te komen dat sprake is van vereenzelviging van Van der Valk-Van der Wiel en haar beherende vennoten, althans Van der Valk International met Techval, althans Zuidbroek. Onder meer is daarbij gewezen op een e-mailbericht van 13 januari 2011 van [betrokkene 3] gericht aan [ ] [betrokkene 6] waarin hij zelf uitdrukkelijk heeft aangegeven dat Van der Valk-Van der Wiel geen contractspartner is van Uniwall. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat er thans nieuwe omstandigheden zijn die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Dat de voorzieningenrechter te Amsterdam niet beschikte over het e-mailbericht van 8 februari 2011 van [betrokkene 4], dat is ondertekend namens Van der Valk International, maakt het voorgaande niet anders. De vorderingen van Uniwall jegens Van der Wiel-Van der Valk en haar vennoten Van der Valk International en Van der Wiel Infra en Milieu moeten daarom worden afgewezen.
de inhoudelijke beoordeling
5.3. Uniwall en Techval zijn op 23 juni 2010 overeengekomen dat Uniwall 1300 douche-units aan Techval zou leveren gedurende de periode van augustus t/m december 2010. Zuidbroek is later tot de overeenkomst toegetreden. Volgens die overeenkomst van 23 juni 2010 zou Techval een bedrag van in totaal € 910.000,- betalen voor de douche-units. Dit bedrag is echter gedurende het productieproces verhoogd, in die zin dat Uniwall om meer geld vroeg bij Techval. Nadat partijen veelvuldig hadden gecorrespondeerd over – kort gezegd – de te leveren douche-units en de betaling ervan is na het overleg van 13 januari 2011 een nieuw schema voor leveringen en betalingen van de douche-units overeengekomen. Kort daarna heeft [betrokkene 4] bij e-mailbericht van 4 februari 2011 [betrokkene 3] aangegeven dat verdere betalingen worden opgeschort. Uniwall heeft de levering van de douche-units eveneens opgeschort. Thans vordert Uniwall onder meer – kort gezegd – betaling van een bedrag van € 264.595,- (zijnde een openstaand bedrag van € 194.385,- en de termijn van week 5-2011 ad € 70.210,-).
5.4. Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
5.5. Vastgesteld kan worden dat tussen partijen verschil van mening bestaat over de vraag wie jegens de ander haar verplichting(en) niet is nagekomen en wie mocht opschorten. Uniwall stelt zich op het standpunt dat het betalingsgedrag van Techval/Zuidbroek slecht was – iedere betaling kwam te laat – en dat over elke betaling e-mailverkeer plaats moest vinden. Omdat betaling uitbleef, heeft Uniwall haar leveringen van de douche-units gestaakt. Techval en Zuidbroek hebben daarentegen aangevoerd dat Uniwall de douche-units steeds te laat leverde, dat de kwaliteit ervan te wensen over liet en dat zij twijfels hebben over de bestemming van de door hen aan Uniwall betaalde bedragen.
Meer in het bijzonder hebben partijen ten aanzien van deze punten het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van de (tijdigheid van de) leveringen
5.6. Uniwall heeft zich op het standpunt gesteld dat de vertraging in de levering van de douche-units is ontstaan doordat het project later (in december in plaats van augustus 2010) van start is gegaan, waarna Techval Uniwall heeft verzocht om een inhaalslag te maken. Vervolgens is besloten om de douche-units op locatie – en dus niet in de fabriek – in elkaar te zetten, hetgeen meer werk vergde. Bovendien diende Uniwall haar leidingwerk te verwerken in krappe gaten, die door ELA in de units, waarin de douche-units moesten worden geplaatst, waren geboord. Dit heeft geleid tot vertraging. De stelling dat er onvoldoende douche-units zouden zijn geleverd, heeft Techval/Zuidbroek volgens Uniwall niet eerder dan het moment van het opschorten van haar betaling ingenomen. Tot slot stelt Uniwall nog dat de betalingen niet gelijk opgaan met de leveringen.
5.7. Volgens Techval en Zuidbroek zijn de vertragingen te wijten aan Uniwall. Uniwall is er meerdere malen op gewezen dat de uitvoering van het werk tal van gebreken vertoonde. Ook het nieuwe schema (dat naar aanleiding van het overleg op 13 januari 2011 is gemaakt) is niet gehaald door Uniwall. Er bestaat daardoor een achterstand in de levering en installatie van 300 douche-units. Bovendien zijn er boetes verbeurd aan Nuon vanwege te late leveringen.
Ten aanzien van de kwaliteit van de geleverde douche-units
5.8. Uniwall heeft zich op het standpunt gesteld dat zij op verzoek van Van der Valk-Van der Wiel proefunits heeft gemaakt, waarbij door de vennootschap uitgezochte, beoordeelde en goedgekeurde goedkopere profielen zijn gebruikt. Verder sloten de leidingen van de door ELA geleverde units niet aan op de douche-units. Uniwall heeft meerdere malen aangegeven dat zij daar geen verantwoording voor zou dragen. Vervolgens is Zuidbroek zelf gaten zou gaan boren en heeft Van der Valk-Van der Wiel voor plaatsing van de douche-units zorg gedragen. Het zijn kennelijk deze units die problemen geven, hetgeen niet te wijten is Uniwall. Bovendien heeft Uniwall bij e-mailbericht van 21 januari 2011 aangekondigd dat zij een klachtenprocedure had opgesteld. Uniwall heeft na 27 januari 2011 evenwel geen klachten meer ontvangen, zodat zij niet van het bestaan daarvan wist en deze klachten dus ook niet kon oplossen. Volgens Uniwall rechtvaardigen de door Techval/Zuidbroek opgeworpen klachten dan ook geen opschorting van hun betalingsverplichtingen.
5.9. Volgens Techval/Zuidbroek liet de kwaliteit van de installatiewerkzaamheden, met name het kitwerk, te wensen over en is Uniwall meerdere malen erop gewezen dat de uitvoering van het werk tal van gebreken vertoonde. De toerekenbare tekortkomingen zijn door Uniwall erkend, maar niet (goed) verholpen, waarna Techval/Zuidbroek deze met behulp van derden heeft opgelost. Inmiddels zijn er andere douche-units bij derden besteld en zijn deze (deels) geïnstalleerd. Techval/Zuidbroek heeft thans € 1.300.000,- betaald aan Uniwall, terwijl er maar 250 douche-units zijn geleverd, waarvan de helft kwalitatief in slechte staat. Dit terwijl afgesproken was dat de kosten per unit € 700,- zouden bedragen.
Techval/Zuidbroek heeft ter onderbouwing van haar standpunt een lijst van gebreken (en bijbehorende foto’s) overgelegd.
Ten aanzien van de bestede gelden
5.10. Volgens Uniwall rechtvaardigt de weigering Techval en Zuidbroek inzage te geven in haar boekhouding evenmin het opschorten van de betalingsverplichting. Er bestaat geen rechtsgrond op basis waarvan Uniwall gehouden is om rekening en verantwoording af te leggen aan Techval en Zuidbroek. Uniwall heeft eerder inzage gegeven in haar administratie hetgeen er toe heeft geleid dat haar leveranciers door Techval en/of Zuidbroek werden benaderd met een verzoek om rechtstreekse levering van bouwmaterialen.
5.11. Techval en Zuidbroek hebben daarentegen aangevoerd dat niet duidelijk is waaraan de door hen betaalde gelden zijn besteed. Zij verlangen daarom inzage in de boekhouding van Uniwall, temeer nu Uniwall telkens hogere en nadere betalingen heeft gevorderd en uit een eerdere inzage in de administratie is gebleken dat [betrokkene 3] veel privéopnamen heeft gedaan. Tot slot stellen Techval en Zuidbroek dat Uniwall de reeds door hen betaalde materialen te koop aanbiedt aan derden.
De voorlopige conclusie ten aanzien van vordering sub 1.
5.12. Uit het voorgaande volgt dat partijen elkaar verwijten dat zij niet aan hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van 23 juni 2010 hebben voldaan. Daarnaast betwisten partijen over en weer dat zij hebben voldaan aan de nieuwe afspraken, zoals vastgelegd in de overzichten die [betrokkene 4] bij zijn e-mailbericht van 1 februari 2011 gericht aan [betrokkene 3] heeft gevoegd. Deze overzichten zijn, ook na een toelichting daarop ter zitting, onvoldoende helder en voor meerdere interpretaties vatbaar, zodat daaruit vooralsnog niet met enige zekerheid kan worden afgeleid hoeveel douche-units Uniwall gehouden was in de desbetreffende weken te leveren en ook heeft geleverd (nog daargelaten de vraag of de kwaliteit daarvan goed was) en welke bedragen Techval/Zuidbroek heeft betaald en (nog) moest betalen. Onvoldoende duidelijk is dus wat nu precies door partijen is afgesproken over de leveringen en de betalingen, maar daarnaast is ook onduidelijk aan wie de ontstane vertraging te wijten is, of de douche-units alleen moesten worden afgeleverd of ook moesten worden opgeleverd (met andere woorden wie voor de installatie zorg zou dragen) en wat de aard en de ernst van de beweerdelijke gebreken is en wat daarvan de oorzaak is.
5.13. Voor zover [betrokkene 4] in zijn e-mailbericht van 1 februari 2011 al enige verplichting tot betaling zou hebben erkend, hetgeen is betwist door gedaagden en waarvan de voorzieningenrechter te Amsterdam heeft geoordeeld dat de tekst daartoe onvoldoende concreet is, is het bovendien nog maar de vraag of [betrokkene 4] in een positie verkeerde om een dergelijke mededeling te doen en, voorzover na hetgeen in 5.2. is overwogen, Techval en Zuidbroek, namens wie de mededeling overigens niet op kenbare wijze is gedaan, daarmee te binden. Het is trouwens ook na doorvragen ter zitting onduidelijk gebleven of die e-mail van 1 februari 2011 nu in de context van een vaststelling van wat er, opeisbaar, betaald diende te worden, moet worden begrepen of meer als een overzicht van al dan niet gefactureerde bedragen. Ook is onduidelijk gebleven welke betalingsafspraken er aan ten grondslag lagen. Los daarvan hebben gedaagden zich op het standpunt gesteld dat dit e-mailbericht is ingehaald door het e-mailbericht van 4 februari 2011, waarin een beroep op een opschortingsrecht is gedaan van de zijde van Techval/Zuidbroek. Anderzijds heeft Uniwall haar verplichting tot levering van de douche-units opgeschort. Of dit door Uniwall dan wel door Techval/Zuidbroek al dan niet met recht is gedaan, is een vraag die, gelet op de betwistingen over en weer – die niet op een eenvoudige wijze kunnen worden weerlegd – in dit kort geding niet kan worden beantwoord. Daarbij komt dan nog dat evenmin duidelijk is geworden in welk opzicht de al dan niet reeds gedane partiële ontbinding van de zijde van Techval/Zuidbroek in de rechtsverhouding ingrijpt en wat daarvan het gevolg zal zijn voor betalingsverplichtingen van Techval/Zuidbroek. Dit alles leidt dan ook tot de conclusie dat Uniwall het bestaan en de omvang van haar vorderingen (nog los gezien van de vraag of Uniwall spoedeisend belang heeft hierbij) vooralsnog onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt om in kort geding te kunnen toewijzen.
5.14. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat onduidelijk is of Uniwall bij toewijzing van de vordering het bedrag aan Techval/Zuidbroek kan terugbetalen, indien in een bodemprocedure anders wordt beslist. Onweersproken is immers gesteld dat Uniwall geen andere opdrachtgevers heeft. Daarnaast hebben Techval en Zuidbroek betoogd dat het voorstel van Uniwall om een pandrecht op haar machinepark en de voorraden te vestigen niet op kan gaan omdat de machines niet afbetaald zouden zijn door Uniwall en dat deze inmiddels door de eigenaar, Bruynzeel, zouden zijn teruggevorderd.
5.15. De vordering van Uniwall tot betaling van € 264.595,- wordt daarom afgewezen.
Het stellen van zekerheid
5.16. Ten aanzien van de vordering sub 2. tot het stellen van zekerheid wordt het volgende overwogen. Het stellen van zekerheid kan pas aan de orde zijn wanneer een betalingsverplichting van Techval en/of Zuidbroek vaststaat. Nu hiervoor is overwogen dat het bestaan en de omvang van de vorderingen van Uniwall in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk zijn geworden, is er reeds in zoverre geen grond voor deze vordering. Uniwall heeft bovendien niet aangegeven op welke juridische grondslag zij haar vordering baseert. Voor zover deze niet op een contractuele verplichting berust, kan er niet, in ieder geval niet op grond van eisen van redelijkheid en billijkheid, sprake zijn van een verplichting tot het stellen van zekerheid door middel van een bankgarantie. (vgl. HR 14 december 2001, NJ 2002/45 en HR 28 januari 2011, NJ 2011, 57). De vordering sub 2. tot zekerheidstelling zal dus eveneens worden afgewezen.
De beslagen
5.17. Wat de vordering sub. 3. (opheffing van het beslag) betreft geldt het volgende.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
5.18. Bij brief van 8 maart 2011 (een dag voor de zitting) heeft de advocaat van Uniwall aangegeven dat er beslag zou zijn gelegd door Techval ten laste van Uniwall. Nadere informatie of stukken hieromtrent zijn niet overgelegd. In diezelfde brief heeft Uniwall aangekondigd dat zij haar eis in conventie wilde wijzigen (vermeerderen) in die zin dat zij opheffing van het beslag vordert, welke wijziging zij tijdens de mondelinge behandeling nader zou toelichten. Een dergelijke toelichting heeft (de advocaat van) Uniwall evenwel niet, dan wel onvoldoende gegeven. Nu een nadere toelichting ontbreekt en evenmin duidelijk is om welke beslagen het gaat, komt deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking. Ten overvloede wordt nog overwogen dat, gelet op de standpunten van partijen, niet geheel uitgesloten kan worden geacht dat Techval nog een vordering heeft op Uniwall, zodat op voorhand niet summierlijk is gebleken van een ondeugdelijk of onnodig gelegd beslag.
De buitengerechtelijke kosten
5.19. Gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen komt de vordering sub. 4 (betaling van buitengerechtelijke kosten) evenmin voor toewijzing in aanmerking.
De conclusie in conventie
5.20. De vorderingen in conventie zullen dus worden afgewezen. Uniwall zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagden worden begroot op:
- griffierecht € 3.537,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 4.353,00
6. De beoordeling in reconventie
6.1. Het spoedeisend belang bij de vorderingen vloeit in voldoende mate voort uit de stellingen van Techval en Zuidbroek en is ook niet betwist door Uniwall.
Het leveren van de units
6.2. Techval en Zuidbroek vorderen allereerst een veroordeling om binnen twee werkdagen de door Uniwall aangeduide 32 gereedstaande douche-units te leveren, zulks met opmaking van een behoorlijk rapport van oplevering. Volgens Techval en Zuidbroek is reeds voor deze douche-units betaald. Uniwall heeft zich verweerd door te stellen dat zij niet gehouden is tot levering over te gaan, nu zij deze eerder al heeft stopgezet, omdat Techval en Zuidbroek niet aan haar verplichtingen tot betaling voldoen/voldeden.
6.3. In feite stellen partijen zich op dezelfde standpunten als in conventie (vordering sub 1.). Nu onder 5.12. en 5.13. is overwogen, dat – kort samengevat – vanwege een gemotiveerde betwisting enerzijds onduidelijk is of Uniwall (tijdig) aan haar leveringsverplichting heeft voldaan en anderzijds onduidelijk is of Techval en/of Zuidbroek (tijdig) heeft betaald, kan zonder een nadere bewijsopdracht, waarvoor een kort geding zich niet leent, de juistheid van de stellingen van partijen niet worden vastgesteld. De vordering van Techval en Zuidbroek tot het leveren van de 32 units is daarmee onvoldoende aannemelijk geworden en zal daarom worden afgewezen.
De beslagen
6.4. De vordering sub. B betreft de opheffing van de gelegde beslagen. Onder 5.17. is reeds weergegeven wanneer de opheffing van een conservatoir beslag kan worden bevolen.
6.5. Vooropgesteld moet worden dat de ten laste van Van der Valk-Van der Wiel, Van der Wiel Infra en Milieu en Van der Valk International – voor zover zij thans nog opheffing van de beslagen vorderen – gelegde beslagen reeds op 8 maart 2011 door de voorzieningenrechter te Amsterdam zijn opgeheven. Resteren thans de beslagen die ten laste van Techval en Zuidbroek zijn gelegd.
6.6. De beslagen, zoals vermeld onder 2.23., zijn gelegd ter verzekering van Uniwalls vordering tot betaling in verband met het leveren van de douche-units. Techval en Zuidbroek hebben aangevoerd dat de gelegde beslagen overbodig, vexatoir en onrechtmatig zijn. Volgens hen is de overeenkomst met Uniwall reeds buitengerechtelijk partieel ontbonden (tijdens de zitting bij de voorzieningenrechter te Amsterdam) en hebben Techval en Zuidbroek juist nog een bedrag aan schade te vorderen van Uniwall. Daarnaast heeft Techval geld nodig om betalingen aan derden te verrichten.
6.7. Uniwall heeft gemotiveerd uiteengezet waarom zij naar haar mening nog een vordering van ruim € 250.000,- op Techval en/of Zuidbroek heeft. Gelet op hetgeen daaromtrent onder de beoordeling in conventie reeds is overwogen, kan deze vordering in het bestek van dit kort geding niet worden toegewezen, maar kan evenmin op voorhand haar betoog terstond als ondeugdelijk of onjuist worden afgedaan. Immers niet geheel uitgesloten is dat Uniwall nog een bedrag te vorderen heeft van Techval en/of Zuidbroek. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben Techval en Zuidbroek in het kader van de beperkte toetsing die nu aan de orde is niet de ondeugdelijkheid van de vordering aannemelijk gemaakt. Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Nu op voorhand niet valt in te zien dat er sprake is van een ondeugdelijke vordering, dan wel dat het beslag onrechtmatig of vexatoir zou zijn, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de beslagen zoals vermeld onder 2.23. op te heffen.
6.8. Voorts zijn er geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat op 7 maart 2011 onder Van der Valk-Van der Wiel ten laste van Techval en Zuidbroek conservatoir beslag is gelegd, zodat ook niet duidelijk is waarop beslag is gelegd, voor welk bedrag en wat hieraan ten grondslag ligt. Hierover kan derhalve geen beslissing worden gegeven. Tot slot is niet gebleken dat er nadien nog andere beslagen zijn gelegd. Voor een verbod tot het leggen daarvan op voorhand is geen grond. Dit alles betekent dat de vorderingen sub. B. en C. zullen worden afgewezen.
De conclusie in reconventie
6.9. De vorderingen in reconventie komen dus evenmin voor toewijzing in aanmerking. Eiseressen in reconventie (gedaagden in conventie) zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Uniwall worden begroot op:
- salaris advocaat € 408,00 (factor 0,5 × tarief € 816,00)
Totaal € 408,00
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1. wijst de vorderingen af,
7.2. veroordeelt Uniwall in de proceskosten, aan de zijde van gedaagden in conventie tot op heden begroot op € 4.353,00,
in reconventie
7.3. wijst de vorderingen af,
7.4. veroordeelt eiseressen in reconventie in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van Uniwall tot op heden begroot op € 408,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 23 maart 2011.