ECLI:NL:RBARN:2011:BP8248
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Oproepovereenkomst: voorovereenkomst of arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplichten?
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 16 maart 2011, staat de vraag centraal of er tussen de eisende partij en Ziengs een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De eisende partij, werkzaam als oproepkracht, stelt dat er na meerdere opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De procedure begint met een arbeidsovereenkomst die op 13 december 2007 is opgesteld, ingaande 1 januari 2008, en die van rechtswege is verlengd. De eisende partij heeft zich op 17 oktober 2010 op het standpunt gesteld dat er inmiddels een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd was ontstaan, en heeft een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de opzegging per 31 december 2010. Ziengs heeft echter vanaf 1 januari 2011 geen loon meer betaald aan de eisende partij.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering van de eisende partij, die verzoekt om betaling van achterstallig loon, toewijsbaar is. De rechter oordeelt dat er sprake is van meer dan drie opvolgende arbeidsovereenkomsten, waardoor op grond van artikel 7:668a BW een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De kantonrechter heeft Ziengs veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, en heeft Ziengs in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en bevestigt de rechten van de eisende partij met betrekking tot haar loon en de rechtsgeldigheid van de arbeidsovereenkomst.