ECLI:NL:RBARN:2011:BP5304
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van het bijhouden van een weblog door een vader over zijn minderjarige kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 31 januari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder, eiseres, en een vader, gedaagde, over de rechtmatigheid van het bijhouden van een weblog door de vader over hun minderjarige kind. De moeder vorderde dat de vader de weblog zou verwijderen, omdat zij meende dat deze schadelijk was voor het kind en inbreuk maakte op diens privacy. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de moeder een beperking inhield van het recht van de vader op vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank benadrukte dat een beperking van dit recht alleen gerechtvaardigd kan zijn als deze bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen.
De rechtbank heeft de belangen van beide partijen afgewogen. De vader had het belang om zijn gevoelens voor het kind openbaar te maken, terwijl de privacy van het kind gewaarborgd moest worden. De rechtbank concludeerde dat de inhoud van de weblog onschuldig was en geen inbreuk maakte op de privacy van het kind. De weblog bevatte voornamelijk persoonlijke uitingen van de vader en geen schadelijke of lasterlijke informatie over het kind. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de moeder moest worden afgewezen, omdat het belang van de vader om zich uit te drukken prevaleerde boven het belang van het kind om beschermd te worden tegen publiciteit.
Daarnaast werd in de uitspraak opgemerkt dat de proceskosten tussen partijen werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de rechtbank heeft de vordering van de moeder afgewezen.