ECLI:NL:RBARN:2010:BP0927
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over huurovereenkomst en uitvoerbaarheid bij voorraad
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een kort geding waarin eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.T. Zoutberg, een verbod vordert tegen de [camping] om een eerder vonnis van de kantonrechter ten uitvoer te leggen. Dit vonnis, gewezen op 6 oktober 2010, verklaarde dat eiseres geen medehuurster is in de zin van artikel 7:268 lid 2 BW en dat zij de woning per 15 januari 2011 moet verlaten. Eiseres stelt dat het vonnis van de kantonrechter berust op een evidente juridische misslag en dat de tenuitvoerlegging daarvan haar in een noodtoestand zal brengen.
De voorzieningenrechter overweegt dat het niet aan hem is om de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van de kantonrechter te ontnemen, tenzij er sprake is van misbruik van bevoegdheid. Dit kan alleen als het vonnis berust op een evidente juridische of feitelijke misslag of als er na het vonnis voorgevallen feiten zijn die een noodtoestand voor eiseres zouden opleveren. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen sprake is van een evidente juridische misslag in het vonnis van de kantonrechter. De belangenafweging die de kantonrechter heeft gemaakt, is voldoende gemotiveerd en de enkele omstandigheid dat de uitvoerbaarheid bij voorraad niet specifiek is gemotiveerd, maakt dit niet anders.
Eiseres heeft ook niet aangetoond dat er een noodtoestand zal ontstaan door de tenuitvoerlegging van het vonnis. De vorderingen van eiseres worden dan ook afgewezen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de [camping] zijn begroot op EUR 1.376,00. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.J.B. Boonekamp op 17 december 2010.