zaaknummer / rolnummer: 208039 / KG ZA 10-730
Vonnis in kort geding van 6 december 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
START PEOPLE B.V.,
statutair gevestigd te Almere,
eiseres,
advocaat mr. W.J.W. Engelhart te Utrecht,
1. de stichting
STICHTING WAGENINGEN UNIVERSITEIT EN RESEARCHCENTER,
statutair gevestigd te Wageningen,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
WAGENINGEN UNIVERSITEIT / WAGENINGEN UNIVERSITY,
zetelend te Wageningen,
3. de stichting
STICHTING DIENST LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK,
statutair gevestigd te Wageningen,
4. de stichting
STICHTING VAN HALL LARENSTEIN,
statutair gevestigd te Wageningen,
gedaagden,
advocaat mr. J.W.A. Bergevoet te Amsterdam,
waarin heeft gevorderd als tussenkomende partij, althans voegende partij aan de zijde van de gemeente, te worden toegelaten:
de besloten vennootschap
TEMPO-TEAM GROUP B.V.,
gevestigd te Diemen,
eiseres in het incident tot tussenkomst, althans voeging
advocaat mr. R.J. Roks te Amsterdam.
Eiseres zal hierna Start People worden genoemd. Gedaagden 2 t/m 4 zullen worden aangeduid als WUR en de tussenkomende, althans voegende partij zal Tempo-Team genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging aan de zijde van WUR van Tempo-Team
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Start People
- de pleitnota van WUR
- de pleitnota van Tempo-Team.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. WUR (Wageningen Universiteit en Researchcentrum) is het samenwerkingsverband tussen Wageningen Universiteit, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek en Hogeschool Van Hall Larenstein.
2.2. WUR heeft op 9 augustus 2010 een meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure voor de inhuur van flexibele arbeidskrachten uitgeschreven. Doel van die aanbestedingsprocedure is het selecteren en contracteren van een leverancier met betrekking tot de inhuur van flexibele arbeidskrachten voor de salarisschalen 1 tot en met 11 op basis van uitzenden, detacheren en inhuur via makelaar. Hiertoe zal met de geselecteerde leverancier een raamovereenkomst voor de duur van drie jaar worden gesloten, met een optie tot verlenging van twee maal één jaar. Gunning vindt plaats op basis van de meest voordelige aanbieding. In de offerteaanvraag met referentie 10/wur-inkoop0007, gedateerd 9 augustus 2010, is voor zover hier van belang het volgende opgenomen:
4 Procedure meervoudig onderhandse aanbesteding
In Bijlage II van het Bao wordt op basis van de CPV-indeling onderscheid gemaakt tussen A en B diensten. Voor een gunning van opdrachten voor A-diensten geldt dat de Richtlijn integraal van toepassing is, terwijl op de gunning van opdrachten voor B-diensten een verlicht regime van toepassing is. Uitzenddiensten vallen onder categorie 22 (arbeidsbemiddeling) van Bijlage II B. Conform de CPV indeling valt onder categorie 22 arbeidsbemiddeling, plaatsing van personeel, verhuizen van personeel, rekruteringsdiensten, diensten voor personeel en uitzendkrachtdiensten.
Wageningen UR zal mitsdien gebruikmaken van het verlichte regime, zoals beschreven wordt in art 21, om uiteindelijk tot gunning van opdracht voor uitzenddiensten te komen en voert een meervoudig onderhandse aanbesteding uit conform de wettelijke regelgeving, de richtlijnen van Wageningen UR en conform Richtlijn van 31 maart 2004, 2004/18/EG, voor Nederland omgezet bij Besluit van 16 juli 2005, Staatsblad 2005-408, laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 7 december 2005, Staatsblad 2005-650, houdende regels betreffende de procedures Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten).
(…)
5 Selectie en gunningsprocedure
5.5 Gunningsprocedure
Beoordeling van de Offertes wordt uitgevoerd door de beoordelingsgroep op basis van de vooraf opgestelde waarderingssystematiek, zoals uitgewerkt in hoofdstuk 5.6 opgenomen gunningsmodel. Gunning vindt plaats op basis van de economisch meest voordelige inschrijving, waarbij kosten en kwaliteit van de inschrijving worden gewogen. Hierbij wordt eerst het kwaliteitsniveau bepaald.
5.5.2 Beoordeling op basis van de gunningscriteria
8. De Inschrijvingen die overblijven na punt 7 worden beoordeeld op het criterium Prijs. Bij de beoordeling van de kosten wordt eveneens gebruik gemaakt van een schaal van 0 tot 10 punten. Per wens wordt een waardering toegekend. De inschrijver met de laagste kosten krijgt een waardering van 10 punten. De waardering van de overige Inschrijvers wordt rekenkundig (relatief) ten opzichte van de Inschrijver met de laagste kosten bepaald. Dit betekent dat de Inschrijver met een twee maal hogere kostprijs een waardering van 0 punten krijgt.
Voorbeeld:
Inschrijver A biedt aan voor € 200,-. Inschrijver B biedt aan voor € 350,- en Inschrijver C biedt aan voor € 500,-. Inschrijver A heeft daarmee de laagste prijs aangeboden en krijgt een waardering toegekend van 10 punten. Inschrijver B is € 150,- ofwel 75% duurder dan Inschrijver A. Inschrijver B krijgt een waardering toegekend van 75% lager, in casu 2,5 punten. Inschrijver C is € 300,- ofwel 150 procent duurder dan Inschrijver A. Aangezien Inschrijver C meer dan 100 procent duurder is, krijgt Inschrijver C een waardering van 0 punten toegekend.
De waardering per wens op het criterium prijs wordt gedeeld door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met het maximaal aan te behalen punten voor de betreffende wens. Dit resulteert in de behaalde score voor de betreffende wens. De score per criterium is de sommatie van alle scores van de onderliggende wensen.
9. De scores van kosten en kwaliteit worden opgeteld. Op basis van deze totaalscore (Kwaliteit en Prijs) wordt een ranking van Inschrijvers opgesteld. De totaal score kan maximaal 300 punten bedragen.
Ter bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving wordt gewerkt met een gunningsmodel waarbij het belang van de Aanbesteder betreffende kosten en kwaliteit wordt weergegeven in de maximaal te behalen score per aandachtsgebied. De score op het onderdeel kwaliteit, exclusief de score op het onderdeel presentatie, dient maximaal 70 punten (70% van 100 punten) te bedragen.
Aandachtsgebied Onderdeel Maximale score
Kwaliteit dienstverlening Plan van aanpak dienstverlening,
waaronder accountplan
Makelaarschap
Transitieplan
Innovatie
Presentatie
Subtotaal kwaliteit 30 punten
30 punten
30 punten
10 punten
20 punten
120 punten
Prijs Dienstverlening Omrekenfactoren
Fee per dagdeel
Uurtarieven specialistische functies
Kortingspercentage variant detacheren
Subtotaal Prijs 130 punten
25 punten
20 punten
5 punten
180 punten
Maximale score Kwaliteit + Prijs 300 punten
2.3. Op 6 september 2010 is een eerste nota van inlichtingen verschenen. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
Vraag 43, betrekking op 5.6 gunningsmodel (pag. 43)
Hoe wordt de toekenning van het puntenaantal voor de prijs berekend? Hoe worden de 180 punten verdeeld (welke criteria)? Hoe maakt u in de puntentelling onderscheid tussen de verschillende ontvangen aanbiedingen?
Antwoord:
Op het onderdeel prijs zijn vier wensen geformuleerd. Elke wens kan met maximaal 10 punten worden gewaardeerd. De waardering per wens wordt als volgt berekend: de Inschrijver met de laagste kosten/tarief krijgt een waardering van 10 punten. De waardering van de overige Inschrijvers wordt rekenkundig (relatief) ten opzichte van de Inschrijver met de laagste kosten bepaald. Dit betekent dat de Inschrijver met een twee maal hogere kostprijs een waardering van 0 punten krijgt toegekend.
Per wens is vooraf een maximaal te behalen score vastgesteld. De waardering per wens wordt gedeeld door 10 en wordt vervolgens vermenigvuldigd met de maximaal te behalen score voor de betreffende wens. Dit resulteert in de behaalde score voor de betreffende wens. De score per criterium is de som van alle scores van de onderliggende wensen. In totaal kunnen voor de 4 wensen maximaal 180 punten worden gescoord. Per wens is vooraf een maximaal te behalen score vastgesteld:
Wens Score
1. de omrekenfactoren 130 punten
2. fee per dagdeel 25 punten
3. uurtarieven voor de specialistische functies 20 punten
4. kortingspercentage op de detacheringsvariant 5 punten
Totaal 180
In paragraaf 5.5.2 van de offerteaanvraag zijn de wijzigingen in de methode van beoordelen op het onderdeel Prijs aangebracht. In Bijlage XXIV zijn de maximaal te behalen scores per wens gespecificeerd. Beide documenten zijn toegevoegd bij deze Nota van Inlichtingen deel I.
Vraag 102, betrekking op 5.6 Gunningsmodel (pag. 43)
a) Op welke wijze worden de punten toegekend op het onderdeel prijs?
b) Graag ontvangen wij een helder rekenvoorbeeld hoe deze punten toekenning tot stand komt.
Antwoord:
a. De wijze waarop de punten worden toegekend is omschreven bij het antwoord op vraag 43.
b. Voorbeeld:
Inschrijver A biedt aan voor € 200,-. Inschrijver B biedt aan voor € 350,- en Inschrijver C biedt aan voor € 500,-. Inschrijver A heeft daarmee de laagste prijs aangeboden en krijgt een waardering toegekend van 10 punten. Inschrijver B is € 150,- ofwel 75% duurder dan Inschrijver A. Inschrijver B krijgt een waardering toegekend van 75% lager, in casu 2,5 punten. Inschrijver C is € 300,- ofwel 150 procent duurder dan Inschrijver A. Aangezien Inschrijver C meer dan 100 procent duurder is, krijgt Inschrijver C een waardering van 0 punten toegekend.
De waardering per wens op het criterium prijs wordt gedeeld door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met het maximaal aan te behalen punten voor de betreffende wens. Dit resulteert in de behaalde score voor de betreffende wens. De score per criterium is de sommatie van alle scores van de onderliggende wensen.
2.4. Op 15 september 2010 is een tweede nota van inlichtingen verschenen. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
Vraag 10, betrekking op Nota van Inlichtingen, Vraag 43
U geeft aan:
Bij de beoordeling van de kosten wordt eveneens gebruik gemaakt van een schaal van 0 tot 10 punten. Per wens wordt een waardering toegekend. De inschrijver met de laagste kosten krijgt een waardering van 10 punten. De waardering van de overige Inschrijvers wordt rekenkundig (relatief) ten opzichte van de Inschrijver met de laagste kosten bepaald. Dit betekent dat de Inschrijver met een twee maal hogere kostprijs een waardering van 0 punten krijgt toegekend.
U geeft daarbij ook een voorbeeld:
Inschrijver A biedt aan voor € 200,-. Inschrijver B biedt aan voor € 350,- en Inschrijver C biedt aan voor € 500,-. Inschrijver A heeft daarmee de laagste prijs aangeboden en krijgt een waardering toegekend van 10 punten. Inschrijver B is € 150,- ofwel 75% duurder dan Inschrijver A. Inschrijver B krijgt een waardering toegekend van 75% lager, in casu 2,5 punten. Inschrijver C is € 300,- ofwel 150 procent duurder dan Inschrijver A. Aangezien Inschrijver C meer dan 100 procent duurder is, krijgt Inschrijver C een waardering van 0 punten toegekend.
U geeft daarnaast aan:
De waardering per wens op het criterium prijs wordt gedeeld door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met het maximaal aan te behalen punten voor de betreffende wens. Dit resulteert in de behaalde score voor de betreffende wens. De score per criterium is de sommatie van alle scores van de onderliggende wensen
Onze vragen:
1. U hebt dit zo beschreven voor het onderdeel “Omrekenfactoren”. De andere onderdelen gedragen zich anders. Kunt u ons een specifieke beschrijving van de beoordelingsmethodiek doen toekomen tevens voor de onderdelen “Fee per dagdeel”, “Uurtarieven specialistische functies” en “Kortingspercentage variant detacheren”?
2. (…)
Antwoord:
b. Berekening score makelaarsfee. Voor dit onderdeel kan een maximale score van 25 punten behaald worden. De partij die de laagste fee berekent krijgt de hoogste waardering van 10 punten toegekend en scoort op dit onderdeel derhalve 25 punten: 10:10*25 = 25 punten. De waardering van de overige inschrijvers wordt rekenkundig (relatief) ten opzichte van de inschrijver met de laagste uitgaven bepaald. De waardering wordt vervolgens vermenigvuldigd met het maximaal te behalen aantal punten. Als voorbeeld: een inschrijver behaalt op dit onderdeel een waardering van 2,5 punt (is dus 75% duurder). Dan is de score op dit onderdeel 2,5/10 punten * 25 = 6,25 punten.
2.5. Start People en Tempo-Team hebben tijdig hun aanbiedingen ingediend.
2.6. Bij brief van 28 oktober 2010 heeft WUR Start People bericht dat haar inschrijving niet is gekwalificeerd als de economisch meest voordelige inschrijving en dat WUR het voornemen heeft de opdracht aan Tempo-Team te gunnen. In deze brief zijn onder meer de resultaten weergegeven van de beoordelingen van de twee inschrijvers, die als volgt luiden:
Onderdeel Maximum
mogelijke
score Uw score Score Tempo-Team Group B.V.
Prijs 180,00 175,32 180,00
Kwaliteit: Plan van aanpak 30,00 21,75 21,00
Kwaliteit: Makelaarschap 30,00 21,00 21,00
Kwaliteit: Transitie 30,00 22,13 21,00
Kwaliteit: Innovatie 20,00 7,00 7,00
Kwaliteit: Presentatie 10,00 20,00 20,00
Totaalscore 300,00 267,20 270,00
2.7. Op 5 november 2010 heeft een inlichtingengesprek plaatsgevonden tussen Start People en WUR. WUR heeft in dat gesprek bevestigd dat Tempo-Team een prijs van € 0,00 heeft aangeboden op het subgunningscriterium ‘fee per dagdeel’. Start People heeft op dat onderdeel een prijs van € 0,01 geoffreerd.
3.1. Start People vordert dat de voorzieningenrechter
I. WUR gebiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom de aanbieding van Tempo-Team als ongeldig aan te merken en uit te sluiten van de meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure ter verkrijging van een raamovereenkomst met betrekking tot de inhuur van flexibele arbeidskrachten voor de salarisschalen 1 tot en met 11 op basis van uitzenden, detacheren en inhuur via makelaar,
II. WUR verbiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom – wanneer zij in de voornoemde aanbestedingsprocedure tot gunning overgaat – de opdracht zoals die onderwerp is van de in dit kort geding ter discussie staande meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure aan Tempo-Team te gunnen, althans aan een ander dan Start People,
III. voor zover WUR reeds tot gunning van de opdracht zoals die onderwerp is van de in het onderhavige kort geding ter discussie staande meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure aan Tempo-Team zijn overgegaan, WUR gebiedt op straffe van verbeurte van een dwangsom die opdracht per ommegaande ongedaan te maken.
3.2. Start People legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Zij voert aan dat de inschrijving van Tempo-Team als ongeldig dient te worden aangemerkt, omdat deze manipulatief is. De inschrijving dient daarom dan ook terzijde te worden gelegd.
Tempo-Team heeft op het subgunningscriterium ‘fee per dagdeel’ ingeschreven met een bedrag van € 0,00. Uit de beantwoording van de vragen in de nota’s van inlichtingen alsook in het voorbeeld dat is opgenomen in de offerteaanvraag kan worden afgeleid dat de berekening van de score op het subgunningscriterium ‘fee per dagdeel’ moet worden gezien als een tweetrapsraket. Stap 1 luidt “Bereken hoeveel procent de aangeboden prijs duurder is dan de laagst aangeboden prijs en bepaal op basis hiervan de waardering van die prijs op een schaal van 10”. Stap 2 luidt: “Weeg die waardering door deze te delen door 10 en te vermenigvuldigen met 25 punten”. De volgende formules horen hier bij:
Stap 1: (aangeboden prijs/laagst aangeboden prijs) x 100% = verhouding aangeboden prijs t.o.v. de laagst aangeboden prijs
Stap 2: 10 punten – ((verhouding aangeboden prijs t.o.v. de laagste aangeboden prijs – 100%) x 10) = waardering op het subgunningscriterium ‘fee per dagdeel’
Deze formules kunnen niet worden toegepast indien de laagste prijs € 0,00 is, omdat er dan een deling door 0 volgt, hetgeen rekenkundig niet mogelijk is. De biedingen van de beide inschrijvers kunnen bij een inschrijving met € 0,00 dus niet tegen elkaar worden afgezet. Rekenkundig kan immers niet worden bepaald hoeveel procent de aanbieding van Start People afwijkt van de aanbieding van Tempo-Team.
Tot slot acht Start People het vreemd dat zowel Tempo-Team als zij een zelfde aantal punten op dit onderdeel toegekend heeft gekregen.
3.3. WUR voert verweer. Zij voert aan dat er volgens haar geen sprake is van manipulatief handelen door Tempo-Team. Nergens in de aanbestedingsdocumenten is terug te vinden dat het niet is toegestaan om in te schrijven met een prijs van € 0,00. Bovendien heeft Start People ten aanzien van het onderdeel ‘fee per dagdeel’ op een zelfde manier ingeschreven, namelijk met een bedrag van € 0,01.
Voorts heeft WUR de wiskundige formule die Start People heeft geformuleerd niet voorgeschreven. Volgens WUR leidt het inschrijven met een bedrag van € 0,00 er toe dat de betreffende inschrijver tien punten krijgt voor dat onderdeel en dat alle andere inschrijvers met een hoger bedrag nul punten toegekend krijgen, omdat zij hebben ingeschreven met een meer dan twee maal hogere kostprijs. WUR achtte het gelet op het kleine verschil tussen de inschrijvingen van Start People en Tempo-Team op het onderdeel ‘fee per dagdeel’ evenwel niet gepast om verschillende scores toe te kennen en heeft er voor gekozen om beide inschrijvers evenveel punten te geven. Deze handelwijze past volgens WUR binnen de beoordelingssystematiek van deze aanbesteding en doet het meest recht aan een gelijke behandeling van de inschrijvers.
3.4. Tempo-Team vordert primair dat zij als tussenkomende partij en subsidiair als gevoegde partij aan de zijde van de gemeente wordt toegelaten.
Als tussenkomende partij vordert Tempo-Team dat de voorzieningenrechter:
1. Start People niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans haar vorderingen afwijst, en
2. WUR gebiedt de aanbestede opdracht te gunnen aan Tempo-Team, voor zover WUR de opdracht nog altijd wenst te gunnen.
3.5. In de kern voert Tempo-Team daarvoor aan dat zij de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan, terwijl Start People een inschrijving heeft gedaan, die
lager is beoordeeld. Tempo-Team heeft een strategische inschrijving gedaan. Er is geen sprake van een manipulatieve inschrijving. Nu Start People zelf met een bedrag van € 0,01 heeft ingeschreven, kan de inschrijving van Tempo-Team niet worden beschouwd als irreëel of abnormaal laag. Bovendien heeft WUR aan zowel Start People als Tempo-Team evenveel punten toegekend. De vorderingen van Start-People dienen derhalve te worden afgewezen.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in het incident tot tussenkomst, althans voeging van Tempo-Team
4.1. Start People en WUR hebben geen verweer gevoerd tegen de tussenkomst van Tempo-Team en bovendien heeft Tempo-Team een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang om als tussenkomende partij in het geding te komen, omdat Tempo-Team de inschrijver is aan wie WUR voornemens is de opdracht te gunnen. Daarom zal Tempo-Team worden toegelaten als tussenkomende partij.
4.2. De kosten in dit incident tot tussenkomst zullen worden gecompenseerd.
4.3. WUR heeft aangevoerd dat Stichting Wageningen Universiteit en Researchcentrum (gedaagde 1) geen enkele betrokkenheid heeft bij de uitvoering van deze aanbesteding, hetgeen niet is weersproken. Start People zal in haar vorderingen ten aanzien van Stichting Wageningen Universiteit en Researchcentrum dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat staat aan eventuele toewijsbaarheid van de vordering jegens de andere gedaagden op zichzelf niet in de weg. Deze drie gedaagden blijven overigens verder met WUR aangeduid.
4.4. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van Start People.
4.5. Het gaat in deze zaak kort gezegd om het volgende. In het kader van de onderhavige aanbesteding zijn Start People en Tempo-Team geselecteerd om een inschrijving te doen. Start People heeft voor de onderdelen prijs en kwaliteit 175,32 respectievelijk 91,88 punten, in totaal 267,20, gescoord en Tempo-Team 180,00 respectievelijk 90,00 punten, in totaal 270,00. Vervolgens heeft WUR het voornemen kenbaar gemaakt aan Tempo-Team te gunnen als de inschrijver met het hoogste aantal punten. Tempo-Team heeft in haar inschrijving op het onderdeel ‘prijs’ voor het subonderdeel ‘fee per dagdeel’ een prijs van € 0,00 aangeboden en Start People een prijs van € 0,01. WUR heeft bij de beoordeling van de inschrijvingen beide partijen het maximale aantal punten op dit onderdeel toegekend. Het standpunt van Start People komt erop neer dat WUR de inschrijving van Tempo-Team als ongeldig terzijde moet leggen op de grond dat het aanbieden van een prijs van € 0,00 voor het onderdeel (makelaars)fee de berekeningsmethodiek volgens de offerteaanvraag onmogelijk maakt, omdat de waardering van inschrijvingen rekenkundig (relatief) als percentage van de laagste prijs moet worden bepaald, wat niet mogelijk is als de laagste prijs € 0,00 is. Hieromtrent moet het volgende worden overwogen.
4.6. Het standpunt van Start People is in de eerste plaats erop gebaseerd dat uit de offerteaanvraag en nota’s van inlichtingen volgt dat een berekeningsmethodiek moet worden gehanteerd als door haar in de dagvaarding in de posita 20 en 21 uiteengezet. WUR en Tempo-Team hebben betwist dat de offerteaanvraag die methodiek voorschrijft. Daarin hebben zij in zoverre gelijk dat die niet in de vorm waarin die in de dagvaarding is omschreven in de offerteaanvraag staat. Dat neemt niet weg dat de in de dagvaarding beschreven methodiek rekenkundig overeenkomt met hetgeen in de offerteaanvraag en de nota’s van inlichtingen is beoogd. Op grond van paragraaf 5.5.2 onder 8 van de offerte-aanvraag krijgt de inschrijver met de laagste prijs 10 punten toegekend en wordt de waardering van de overige inschrijvers rekenkundig (relatief) ten opzichte van de inschrijver met de laagste prijs bepaald, wat betekent dat een inschrijver met een twee maal hogere prijs een waardering van 0 punten krijgt. Blijkens het antwoord op vraag 10 in de nota van inlichtingen II moet de aldus berekende waardering gedeeld worden door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met 25 (het maximale aantal punten). Deze methodiek vergt dat aangeboden prijzen worden gedeeld door de laagste prijs.
4.7. Op zichzelf is juist het standpunt van Start People dat deze methodiek rekenkundig niet meer werkt wanneer die laagste prijs € 0,00 is. Delen door nul is niet mogelijk. Anders benaderd: de duiding van een geboden prijs als percentage van nul is niet mogelijk. Puur rekenkundig benaderd kan daarom voor andere inschrijvers met een hogere prijs dan nul geen relatieve waardering worden berekend en dus ook geen score in punten, terwijl degene die € 0,00 geboden heeft absoluut de laagste is en daarom 10 punten scoort. Maar daarmee is niet gezegd dat WUR de aanbieding van Tempo-Team in de gegeven omstandigheden als ongeldig terzijde diende te leggen en aan Start People dient te gunnen. Op zichzelf moet gelet op de fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht groot gewicht worden toegekend aan een consequente toepassing van de vooraf bekend gemaakte gunningscriteria en de daarbij behorende beoordelingsmethodiek. Hoewel het voor de normaal oplettende inschrijver duidelijk moet zijn geweest dat een aanbod van € 0,00 de berekeningsmethodiek zou verstoren, voert de consequentie die Start People daaraan verbonden wenst te zien, ongeldigheid van de inschrijving van Tempo-Team, in de gegeven omstandigheden te ver.
4.8. Voorop gesteld moet worden dat niet gesteld of gebleken is dat Tempo-Team
€ 0,00 voor de fee heeft geboden met het doel de berekeningsmethodiek ten eigen bate te verstoren. Aangenomen moet worden dat zij € 0,00 heeft geboden omdat zij voor dit onderdeel in het kader van haar aanbod geen prijs in rekening wilde brengen en vermoedelijk ook omdat zij op dit onderdeel de laagste inschrijving wilde doen. Uit de offerteaanvraag blijkt nergens dat het niet toegestaan is een prijs van € 0,00 te bieden. Niet gesteld of gebleken is dat dat in de gegeven omstandigheden een niet realistisch aanbod is. Met een aanbod van € 0,01 op dit onderdeel deed Start People in wezen hetzelfde. Tempo- Team heeft ter zitting onbetwist gesteld dat dit aanbod Start People in totaal ongeveer € 16,- zou hebben opgeleverd op een contract ter waarde van € 9.000.000,- , zodat een aanbod van € 0,01 verwaarloosbaar was. Bij de rekenkundige onmogelijkheid om het aanbod van € 0,01 als percentage van € 0,00 te duiden en vervolgens in punten te waarderen heeft WUR beide inschrijvers op het onderdeel fee dezelfde waardering toegekend en het maximale aantal punten. Dat betekent dat niet gezegd kan worden dat Start People is benadeeld in de haar toegekende waardering doordat Tempo-Team met € 0,00 heeft ingeschreven. Om in de gegeven omstandigheden, waarbij er slechts twee inschrijvers waren, die geen van beiden een fee wilden berekenen, het rekenkundige probleem op te lossen door beide partijen hetzelfde aantal punten toe te kennen, heeft WUR een beoordeling toegepast die in overeenstemming was met de beoordeling die de inschrijvers op grond van de offerteaanvraag konden verwachten. Tempo-Team kreeg als laagste het volle aantal punten en Start People ook omdat haar prijs aan die van Tempo-Team moet worden gelijkgesteld. Waren er meer inschrijvers met verschillende prijzen voor de fee geweest, dan was er mogelijk een probleem ontstaan, maar die situatie heeft zich hier nu eenmaal niet voorgedaan. Aantekening verdient hierbij dat ook als Tempo-Team haar aanbod om rekentechnische redenen op € 0,01 had gesteld, beide inschrijvers evenveel punten zouden hebben gescoord.
4.9. Aangezien Start People in de waardering op het onderdeel fee is gelijkgesteld aan Tempo-Team is de uitslag waarbij Tempo-Team in totaal meer punten heeft gescoord niet het gevolg van verstoring van de rekenkundige beoordeling op het onderdeel fee ten nadele van Start People. Anders gezegd: Tempo-Team is, zij het met een nipte voorsprong, als beste uit de inschrijving tevoorschijn gekomen, zonder dat dat in enigerlei opzicht het gevolg is van manipulatie van de beoordelingsmethodiek op het punt van de prijs voor de fee. Alle belangen naar de in acht te nemen maatstaven van redelijkheid en billijkheid tegen elkaar afgewogen, gaat het onder al deze omstandigheden niet aan dat inschrijving van Tempo-Team als ongeldig zou moeten worden aangemerkt. De vorderingen moeten dus worden afgewezen.
4.10. Start People zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van WUR en van Teampo-Team worden begroot op:
- vast recht € 560,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.376,00
De door Tempo-Team gevorderde nakosten zullen eveneens worden toegewezen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
in het incident tot tussenkomst van Tempo-Team
5.1. laat Tempo-Team toe als tussenkomende partij in het kort geding van Start People tegen WUR,
5.2. compenseert de proceskosten in het incident tot tussenkomst tussen partijen in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt,
5.3. verklaart Start People niet-ontvankelijk ten aanzien van haar vorderingen jegens
Stichting Wageningen Universiteit en Researchcenter,
5.4. wijst de vorderingen van Start People ten aanzien van WUR af,
5.5. verstaat het bepaalde onder 5.4. als toewijzing van de vorderingen sub 1. en 2. van Tempo-Team,
5.6. veroordeelt Start People in de proceskosten, aan de zijde van WUR tot op heden
begroot op € 1.376,00 en aan de zijde van Tempo-Team tot op heden begroot op € 1.376,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7. veroordeelt Start People in de nakosten, aan de zijde van Tempo-Team bepaald op € 131,-- voor nasalaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en nodig is geweest, met € 68,- voor nasalaris advocaat en de werkelijk gemaakte kosten voor het doen uitbrengen van een exploot van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling ten aanzien van WUR uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 6 december 2010.