ECLI:NL:RBARN:2010:BO5303
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van beding inzake betaling makelaarskosten door huurder aan woningbemiddelaar
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 26 november 2010, stond de vraag centraal of een beding inzake de betaling van makelaarskosten door een huurder aan een woningbemiddelaar, Berkien Onroerend Goed Assurantiën Lent B.V., rechtsgeldig was. De huurder, aangeduid als [gedaagde partij], had een huurovereenkomst gesloten met de verhuurder, de heer [Y], na een bezichtiging van de woning. Berkien had geadverteerd met makelaarskosten van € 875,- en 19% btw, en vorderde deze kosten van de huurder. De kantonrechter oordeelde dat Berkien niet als opdrachtgever van de huurder kon worden beschouwd, aangezien de verhuurder de woning had aangeboden via Berkien. Hierdoor was het beding dat de huurder de makelaarskosten zou betalen, in strijd met artikel 7:264 lid 2 BW, dat bepaalt dat een beding dat een derde een niet redelijk voordeel biedt, nietig is. De kantonrechter wees de vordering van Berkien af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op nihil werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van de rol van de opdrachtgever in de bemiddeling en de geldigheid van kostenbedingen in huurovereenkomsten.