ECLI:NL:RBARN:2010:BO4503

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
5 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
694915 Cv Expl. 10-5376
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens gebrek aan hoofdverblijf in de huurwoning

In deze zaak vorderde de stichting Portaal de ontbinding van de huurovereenkomst met [gedaagden c.s.] en de ontruiming van de woning. [Gedaagden c.s.] huren sinds 16 april 1974 een woning van Portaal, maar hebben deze sinds negen jaar niet meer als hoofdverblijf gebruikt. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagden c.s.] tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen, omdat zij de woning niet als hoofdverblijf gebruiken, wat in strijd is met de huurovereenkomst. De rechter stelde vast dat het belang van Portaal, dat de woning weer overeenkomstig haar bestemming wordt gebruikt, zwaarder weegt dan het belang van [gedaagden c.s.] om de woning te behouden. De kantonrechter wees de vordering van Portaal toe en ontbond de huurovereenkomst, waarbij [gedaagden c.s.] werden veroordeeld om binnen 14 dagen de woning te ontruimen. Tevens werden de kosten van de procedure aan [gedaagden c.s.] opgelegd.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie [Nijmegen]
zaakgegevens 694915 \ CV EXPL 10-5376 \ 199 jt
uitspraak van 5 november 2010
vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Portaal
gevestigd te Baarn
gemachtigde mr. L.M. Jongerius
eisende partij
tegen
1.
[gedaagde sub 1]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. E.C.P.M. Kok
2.
[gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. E.C.P.M. Kok
gedaagde partijen
Partijen worden hierna Portaal en [gedaagden c.s.] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 augustus 2010
- het proces-verbaal van de comparitie van 27 september 2010.
2. De feiten
2.1 [gedaagden c.s.] huren sinds 16 april 1974 van (de rechtsvoorganger van) Portaal de woning aan de [straat en nummer] te [woonplaats] (hierna: de woning) voor een huidige huurprijs van circa € 300,- maand.
2.2 [gedaagden c.s.] zijn beiden inmiddels negen jaar werkzaam op een camping te [plaats]. Zij zijn aldaar ook werkzaam buiten kantooruren en tijdens de weekeinden. Het is voor een goede uitvoering van hun werkzaamheden nodig dat zij 24 uur per dag op de camping aanwezig zijn. De werkgever heeft hen in verband met hun werkzaamheden tegen betaling van een lagere huur dan gebruikelijk de beschikking gegeven over een stacaravan op de camping, waarin zij overnachten.
3. De vordering en het verweer
3.1 Portaal vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagden c.s.] veroordeelt de woning te ontruimen.
3.2 [gedaagden c.s.] hebben de woning sinds negen jaar, zonder instemming en medeweten van Portaal, niet gebruikt. Ze hebben zich als slecht huurders gedragen door al die tijd de woning te onttrekken aan de krappe sociale huurmarkt. Ze zijn aldus ernstig tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens Portaal.
3.3 [gedaagden c.s.] voeren gemotiveerd verweer.
4. De beoordeling
4.1 Niet in discussie tussen partijen is dat de woning niet voor een ander doel dan wonen gebruikt mag worden. Wel verschillen partijen van mening of [gedaagden c.s.] gehouden zijn hun hoofdverblijf in de woning te hebben. De kantonrechter is met Portaal van oordeel dat [gedaagden c.s.] hiertoe verplicht zijn op grond van de volgende feiten en omstandigheden, gelet op HR 22 juni 1984, NJ 1984, 766. Portaal heeft er belang bij dat haar huurders hun hoofdverblijf in de van Portaal gehuurde woningen hebben. Zij zijn dan namelijk feitelijk in staat de verantwoordelijkheid voor het gehuurde te dragen en zullen zich ook meer verantwoordelijk voelen voor de woning. Het is algemeen bekend dat huurwoningen die langdurig onbewoond zijn doelwit kunnen worden van vandalisme, alsmede dat huurders in het algemeen huurwoningen beter onderhouden als zij daarin hun hoofdverblijf hebben. Voorts is in aanmerking genomen dat de woning behoort tot de sociale huursector, waarbij [gedaagden c.s.] niet hebben betwist dat de wachttijd voor een woning als deze minimaal 10 jaar is.
4.2 Nu [gedaagden c.s.] sinds negen jaar verblijven in hun stacaravan te [plaats] kan de conclusie geen andere zijn dan dat [gedaagden c.s.] zijn tekortgeschoten in hun verplichting om hun hoofdverblijf in de woning te hebben. Het primaire verweer van [gedaagden c.s.] dat geen sprake is van een tekortkoming gaat dan ook niet op. Dat [gedaagden c.s.] twee keer per week in de woning komen om op te ruimen en de woning bij te houden zonder te overnachten, aldaar ingeschreven staan en de post voor hen aldaar wordt ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel. Dit is namelijk onvoldoende om aan te nemen dat zij aldus hun hoofdverblijf in de woning hebben. Aan de belangrijkste omstandigheid om te bepalen of [gedaagden c.s.] hun hoofdverblijf in de woning hebben, te weten dat zij daar regelmatig ’s nachts slapen, is namelijk niet voldaan.
4.3 Anders dan [gedaagden c.s.] menen, kunnen zij zich er ook niet op beroepen dat het onredelijk zou zijn om internationale chauffeurs en defensiepersoneel op zee of dat tijdelijk naar het buitenland wordt uitgezonden te verwijten dat zij hun hoofdverblijf niet hebben in de door hen gehuurde woningen. Daargelaten of de veronderstelling juist is dat dat verwijt in alle bedoelde gevallen onredelijk zou zijn, is de situatie van deze beroepsbeoefenaren niet te vergelijken met de situatie van [gedaagden c.s.] Genoemde beroepsbeoefenaren verlaten tijdelijk hun woning in verband met hun werkzaamheden met de bedoeling om er weer terug te keren als de rit, vaart respectievelijk uitzending geëindigd is. Van [gedaagden c.s.] kan echter niet gezegd worden dat zij tijdelijk elders verblijven in verband met werkzaamheden van bepaalde duur, maar zij verblijven sinds negen jaar dag en nacht voor onbepaalde tijd in hun stacaravan op de camping te [plaats]. Zij hebben de woning aangehouden om na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd weer terug te keren in de woning. Dat dit moment aanstaande is, maakt hun tekortschieten niet ongedaan.
Ook het verweer van [gedaagden c.s.] dat zij dachten dat zij “niets verkeerd deden”, leidt niet tot een ander oordeel. Voor toewijzing van een vordering tot ontbinding is immers toerekenbaarheid van de tekortkoming niet vereist. Bovendien moeten [gedaagden c.s.] worden geacht redelijkerwijs te hebben geweten dat zij verplicht zijn hun hoofdverblijf te hebben in de woning, gezien de feiten en omstandigheden onder 4.1 genoemd.
4.4 Anders dan [gedaagden c.s.] betogen, hoefde Portaal [gedaagden c.s.] niet eerst te waarschuwen of in gebreke te stellen alvorens een vordering tot ontbinding aanhangig te maken, aangezien sprake is van een onherstelbare niet-nakoming van hun verplichting de woning overeenkomstig haar bestemming te gebruiken. Nu [gedaagden c.s.] één van de hoofdverplichtingen uit de met Portaal gesloten huurovereenkomst hebben geschonden, gaat hun (subsidiaire) verweer dat hun tekortkoming niet ernstig genoeg is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen niet op.
4.5 De conclusie is dat de vordering wordt toegewezen. Ook de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad wordt dus toegewezen, ondanks het verzet daartegen van [gedaagden c.s.] Het belang van Portaal dat de woning, die tot de sociale huursector behoort, weer overeenkomstig haar bestemming wordt gebruikt weegt zwaarder dan het belang van [gedaagden c.s.] om de woning die zij al 36 jaar huren te behouden, mede in aanmerking genomen dat zij onderdak hebben in hun stacaravan te [plaats] waarvoor zij huur betalen. Dat de ontruiming van de woning leidt tot een onomkeerbaar resultaat is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen.
4.6 [gedaagden c.s.] worden als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen,
veroordeelt [gedaagden c.s.] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning te ontruimen en ontruimd te houden,
veroordeelt [gedaagden c.s.] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de kant van Portaal begroot op € 87,93 aan kosten dagvaarding, € 298,- aan vastrecht en € 300,- aan salaris gemachtigde,
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2010.