ECLI:NL:RBARN:2010:BO3981

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
203405
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicaties door gedaagde over UMC St. Radboud en medewerkers

In deze zaak vorderden UMC St. Radboud en de Katholieke Universiteit Nijmegen (eisers) in kort geding een verbod op onrechtmatige publicaties door gedaagde, J.C.W.H. [gedaagde], die op zijn website ernstige beschuldigingen had geuit tegen het medisch personeel van het UMC St. Radboud. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door op zijn website beschuldigingen te uiten die niet op objectief bewijs waren gestoeld. De rechter stelde vast dat gedaagde onder meer een hoge beloning uitloofde voor persoonlijke gegevens van medewerkers van het ziekenhuis en hen beschuldigde van ernstige misdrijven, waaronder moord en mishandeling. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze uitlatingen de eer en goede naam van de betrokken artsen en het ziekenhuis ernstig schaadden en dat er geen feitelijke basis was voor de beschuldigingen. Gedaagde werd bevolen om de onrechtmatige publicaties te verwijderen en te rectificeren op zijn website. Tevens werd hem verboden om in de toekomst soortgelijke uitlatingen te doen. De rechter legde dwangsommen op voor het geval gedaagde niet aan de bevelen zou voldoen. De uitspraak benadrukte het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de goede naam van zorgverleners, en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 203405 / KG ZA 10-480
Vonnis in kort geding van 29 oktober 2010
in de zaak van
1. de stichting
STICHTING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT,
gevestigd te Nijmegen,
2. [eis.2],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. W.J.M. Gitmans te Nijmegen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen in persoon,
bijgestaan door de heer [naam gemachtigde]
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bijbehorende producties
- de door gedaagde overgelegde producties
- de mondelinge behandeling van 25 augustus 2010 en het tijdens die behandeling
door/namens gedaagde ingediende verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter mr.
N.W. Huijgen
- de beschikking van de wrakingskamer van 17 september 2010 waarbij dat verzoek is
toegewezen
- de dagbepaling van de voortgezette behandeling op 15 oktober 2010 door de
voorzieningenrechter mr. R.J.B. Boonekamp
- het op 27 september 2010 door/namens gedaagde ingediende verzoek tot wraking van
deze voorzieningenrechter
- de beschikking van de wrakingskamer van 7 oktober 2010 waarbij dat verzoek is
afgewezen
- de voorzetting van de mondelinge behandeling op 15 oktober 2010
- de pleitnota van eisers
- de wijziging van eis
- de door/namens gedaagde tijdens de mondelinge behandeling gegeven toelichting
- de door gedaagde ingestelde vordering in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eiseres sub 1 is een stichting waarvan het Universitair Medisch Centrum St Radboud te Nijmegen deel uitmaakt. Eiseres sub 1 treedt namens dit medisch centrum op als formele procespartij en zal hierna afzonderlijk als UMC St Radboud worden aangeduid. Eiser sub 2 wordt hierna afzonderlijk [eis.2] genoemd. Eisers zullen hierna gezamenlijk UMC St Radboud c.s. worden genoemd.
[eis.2] is sinds 1 oktober 2006 voorzitter van de Raad van Bestuur van UMC St Radboud.
2.2. Gedaagde (hierna afzonderlijk [gedaagde] te noemen) en zijn toenmalige echtgenote mevrouw [betrokkene1] (hierna gezamenlijk ook wel [gedaagden]. te noemen) zijn de ouders van de op [datum] in het UMC St Radboud geboren tweeling [namen kinderen]. [naam kind] leed vanaf zijn geboorte aan een ernstige aangeboren afwijking van de voorste buikwand genaamd ‘giant omphalocèle’ en is op [datum] in het UMC St Radboud overleden.
2.3. Naar aanleiding van door [gedaagden]. geuite klachten over de gang van zaken rondom het overlijden van [naam kind] heeft uitvoerig overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van UMC St Radboud c.s. en [gedaagden]. Daarbij is onder andere gesproken over eventuele fouten die bij de behandeling/verzorging van [naam kind] door artsen en ander personeel van UMC St Radboud zouden zijn gemaakt. In dit verband hebben partijen tijdens een gesprek op 5 juli 2005 afgesproken dat [gedaagden]. de door hen geuite klachten over de behandeling van [naam kind] zouden voorleggen aan de klachtencommissie van het UMC St Radboud.
2.4. In het kader van vorenbedoelde klachtprocedure is op verzoek van [gedaagde] de deskundige prof. dr. [arts1], kinderarts-intensivist tevens Hoofd Intensive Care Kinderchirurgie, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Rotterdam/Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam, verzocht rapport uit te brengen. Bij brief van 23 februari 2006 heeft die deskundige aan (de secretaris van) de klachtencommissie van het UMC St Radboud rapport uitgebracht, waarvan de samenvatting als volgt luidt: “De casus [naam kind] betreft de interdisciplinaire behandeling van een relatief zeldzame aandoening met onzekere prognose door een samenhangende problematiek, zowel ten aanzien van de longen het pulmonale vaatbed, de aan- of afwezigheid van gastro-oesophageale reflux en micro-aspiraties. Ik ben van mening dat in grote lijnen de problematiek van deze ingewikkelde casus op onderdelen is onderschat waarbij het ontbreken van een coördinerend specialist een belangrijke factor is geweest. Het is onmogelijk één of meerdere factoren aan te wijzen die in rechtstreeks verband kunnen worden gebracht met de helaas dodelijke afloop.”
2.5. In de klachtprocedure zijn de volgende klachten van [gedaagden]. behandeld:
1. [naam kind] [gedaagde] is nodeloos overleden als gevolg van een aantal fouten en onzorgvuldigheden tijdens zijn behandeling in het UMC St Radboud.
2. [naam kind] [gedaagde] heeft als gevolg van een aantal fouten en onzorgvuldigheden meer ziektelast ondervonden dan strikt noodzakelijk was geweest.
3. De interne communicatie tussen de behandelaren onderling en de communicatie tussen de behandelaren en verpleegkundigen zijn gebrekkig geweest hetgeen de behandeling van [naam kind] [gedaagde] negatief heeft beïnvloed.
4. De communicatie tussen zorgverleners en ouders is gebrekkig geweest.
2.6. Op 2 augustus 2006 heeft de klachtencommissie de in 2.5. onder 1 omschreven klacht van [gedaagden]. ongegrond verklaard en zich daarbij geconformeerd aan het onder 2.4. genoemde rapport van prof. dr. [arts1]. De overige onder 2.5. omschreven klachten zijn door de klachtencommissie gegrond verklaard.
2.7. In of omstreeks december 2006 heeft [gedaagde] de Stichting ‘[naam kind]’ opgericht en de website ‘www.[naam].nu’ geopend. Kort daarna is op deze website een (door UMC St Radboud c.s. als productie 8 overgelegd) artikel geplaatst onder de kop: “HOGE BELONING NAW GEGEVENS (NAAM, ADRES, WOONPLAATS PERSONEN RADBOUD ZIEKENHUIS)” waarin [gedaagde] onder het kopje “WANTED” beloningen uitlooft variërend tussen € 100,-- en € 500,-- aan iedereen die hem de n.a.w.- en andere privé gegevens kan aanleveren van alle medewerkers van de afdeling Kindergeneeskunde die zich met de behandeling van [naam kind] hebben bezig gehouden. In dat artikel stond verder onder andere: “(…) Dit is ook de reden dat ik er voor zal zorgen dat zij [naam] nooit meer zullen vergeten (…) Zolang er niets in redelijkheid tegenover staat en deze personen gewoon verder kunnen werken en ook met hun eigen privé leven zal ik dit doorzetten. Als niemand dit doet, zal ik dit op mij nemen.
Niet ik ben deze strijd aangegaan, deze strijd ga ik winnen (…) Jullie kunnen niet zo makkelijk ervan af komen door alleen wat aanpassingen en maatregeltjes. Niemand doet mijn kind dit ongestraft aan, helemaal niemand.
En over eigen rechter spelen, dat is nog niet gebeurt. Dus waar hebben we het over.”
Voorts stond in december 2006 op de website de passage: “(…) ze zijn met mij niet klaar, ik laat mij niet afwimpelen. Daar heb ik ze ruimschoots voor gewaarschuwd, tot aan de raad van bestuur (…) op het moment dat ze gaan vals spelen, doe ik ook mee en dan ben ik heel gemeen. En daar zijn ze ook van op de hoogte (…)”.
2.8. Op 5 februari 2007 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eis.2] en [gedaagden]. tijdens welk gesprek [eis.2] aan [gedaagden]. een brief heeft laten inzien van dezelfde datum, ondertekend door de artsen en verpleegkundigen die bij de behandeling en de zorg van [naam kind] betrokken zijn geweest, waarin zij aan [gedaagden]. hun excuses aanbieden voor de gemaakte fouten en onvolkomenheden in de zorg zoals deze door de klachtencommissie van UMC St Radboud zijn vastgesteld. Die brief is toen niet aan [gedaagden]. ter hand gesteld.
2.9. Nadat partijen in overleg waren getreden over een door UMC St Radboud c.s. aan [gedaagden]. uit te keren schadevergoeding, heeft [eis.2] bij brief van 18 januari 2008 aan [gedaagde] het (eind)voorstel gedaan om ter finale kwijting aan [gedaagde], mevrouw [betrokkene1] en aan hun zoontje [naam kind] ieder een bedrag van € 15.000,-- te betalen en daarnaast een bedrag van € 20.000,-- uit te keren ter vergoeding van de begrafeniskosten en als bijdrage aan de pacht en de bloemen voor het graf van [naam kind]. Ten slotte heeft [eis.2] zich bereid verklaard om de door [gedaagde] te maken kosten wegens behandeling van zijn chronisch posttraumatische stress stoornissen (PTSS) onder bepaalde voorwaarden te vergoeden. [gedaagden]. hebben dit voorstel aanvankelijk niet geaccepteerd. In een hernieuwd gesprek op 3 juli 2008 hebben [gedaagden]. de aangeboden financiële regeling alsnog geaccepteerd. In juli 2008 is aan [gedaagden]. een totaalbedrag van € 65.000,-- uitgekeerd. Daarnaast heeft UMC St Radboud na overleg met/op verzoek van [gedaagde] een bedrag van € 15.000,-- geschonken aan het Ronald Mc Donald Huis te Arnhem.
2.10. In juli 2009 is op de website [naam].nu een artikel gepubliceerd met als tekst:
“Zwarte lijst Radboud Ziekenhuis mbt dood [naam kind]”. In dat artikel kondigt [gedaagde] aan dat hij een zwarte lijst gaat samenstellen van ‘specialisten-verantwoordelijken die direct en indirect te maken hebben met het onnodige overlijden van [naam kind]. Tevens zijn in dat artikel de volgende passages opgenomen:
“(…) Ik zal uitgebreide informatie vermelden op deze website.
NAW gegevens, functies en nevenfuncties, foto’s en beknopte uitleg over hun betrokkenheid, handelen en gedrag …..
1. kinderarts / infectieloog mw. dr. [arts2]
2. kinderarts / longarts dhr .dr.[arts3]
en nog meer personen die verwijdbaar gehandeld hebben .
Ook zal Nijmegen volgeplakt worden met deze zwarte lijst op B1 posters met foto, naam en functie.
Maar ook zal er veel meer ondernomen worden.
We gaan eens kijken wie er gaat winnen en wie er gelijk gaat krijgen
Ik ga tot het uiterste, jullie ook!
ik weet wat schade is, jullie ook
Ik laat mij niet zo onfatsoenlijk behandelen zoals jullie hebben gedaan
Ook om oog, tand om tand!”
2.11. Omdat UMC St Radboud c.s. bleven weigeren om de onder 2.8. genoemde brief aan [gedaagde] ter hand te stellen, heeft [gedaagde] op 20 juli 2009 bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend tot het leggen van conservatoir (bewijs)beslag op digitale en andere gegevensdragers waarop zich genoemde brief en alle bescheiden gerelateerd aan (de totstandkoming van) die brief bevinden en/of zouden kunnen bevinden. In dat kader hebben [gedaagde] en [eis.2] overleg gepleegd en op 13 augustus 2009 een vaststellingsovereenkomst ondertekend. Hierin zijn zij - voor zover thans van belang - overeengekomen dat aan [gedaagde] het origineel van de brief zal worden overhandigd onder de voorwaarde dat [gedaagde] de brief uitsluitend mag gebruiken in het kader van gerechtelijke procedures en dat hij deze niet op zijn website of op enige andere website mag plaatsen of laten plaatsen noch deze op andere wijze mag publiceren of door anderen mag laten publiceren.
Op 27 augustus 2009 heeft [eis.2] tijdens een onderhoud met [gedaagde] de originele brief aan [gedaagde] overhandigd.
2.12. Kort daarna heeft [gedaagde] een afschrift van de brief, althans delen uit de brief aan journalisten ter beschikking gesteld. Tevens heeft hij een citaat van de brief op de website ‘www.[naam].nu’ geplaatst en alle ondertekenaars van de brief met naam en toenaam op deze website vermeld. Op de startpagina van deze website is vervolgens een artikel verschenen onder de kop: “WELKOM OP [naam kind].NU AANGIFTE “DOOD DOOR SCHULD” tegen UMC st Radboud Ziekenhuis en medici”. Hierin wordt onder meer vermeld dat strafrechtelijke aangifte is/wordt gedaan tegen UMC St Radboud en de medici die betrokken waren bij de behandeling van [naam kind]. Voorts worden daarin de 11 namen genoemd van de personen die de onder 2.8. genoemde (excuus) brief hebben getekend en wordt daarin een gedeelte van de brief geciteerd met de aankondiging dat ‘binnenkort de excuusbrief en de hele briefwisseling tussen de beide advocaten’ zullen volgen.
Ten slotte staat in het artikel de volgende passage vermeld: “Radboud Ziekenhuis geeft excuusbrief 11 medici dood [naam kind], gedwongen door ‘bewijsbeslag’
Gisteren om 14.00 uur was het zover dat ik John [gedaagde], papa van [naam kind] de excuusbrief in ontvangst mocht nemen van de Voorzitter Raad van Bestuur heer drs.Emile [eis.2] waarin 11 medici van het UMC st Radboud ziekenhuis hun persoonlijke excuus hebben gemaakt op 2 februari 2007 door te ondertekenen. Deze excuusbrief spreekt boekdelen. Maar ik kan u wel aangeven dat dit niet vrijwillig is gegaan (…).”
2.13. Op 10 september 2009 heeft [gedaagde] bij de politie Gelderland-Zuid, district Nijmegen, aangifte gedaan van dood door schuld dan wel nalatig handelen door medici en Raad van Bestuur van UMC St Radboud met betrekking tot het overlijden van [naam kind]. Bij brief van 30 oktober 2009 heeft de officier van justitie van het arrondissementsparket te Arnhem namens het Openbaar Ministerie aan [gedaagde] (onder meer) bericht dat na het bestuderen van alle stukken en na contact met de betrokken instanties, waaronder de Inspectie voor de Gezondheidszorg, is besloten om af te zien van strafrechtelijke vervolging tegen UMC St Radboud c.s.
2.14. Bij brief van 4 december 2009 heeft de gemachtigde van [gedaagde], [naam gemachtigde], UMC St Radboud en zijn voltallige Raad van Bestuur aansprakelijk gesteld voor de door [gedaagden]. geleden en nog te lijden schade in verband met het overlijden van [naam kind] en wegens het niet nakomen door UMC St Radboud c.s. van door hen gedane toezeggingen. UMC St Radboud c.s. hebben daarop gereageerd bij brieven van 7 december 2009 en 22 juli 2010.
2.15. Op 7 november 2009 heeft [gedaagde] bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle een klacht ingediend tegen 9 artsen die in de periode waarop de klacht betrekking heeft ([datum] tot [datum]) in het UMC St Radboud werkzaam waren. [gedaagde] maakt daarbij die artsen het verwijt dat zij tekort geschoten zijn in de zorg die zij ten opzichte van [naam kind] en zijn ouders behoorden te betrachten. Op 9 juli 2010 heeft de advocaat van UMC St Radboud c.s. namens de in het klaagschrift genoemde artsen verweer tegen de klacht(en) gevoerd. In deze klachtprocedure is nog geen eindbeslissing genomen.
2.16. Op of omstreeks 18 juli 2010 is op de website www.[naam].nu een artikel geplaatst (dat als productie 1 aan de dagvaarding is gehecht) met de kop: “UMC st Radboud ziekenhuis: de verweerschriften van 11 top medische specialisten” , waarin een 9-tal artsen van de afdeling Kindergeneeskunde bij naam worden genoemd en waarin - onder meer - de volgende passages zijn opgenomen:
“(…) Diegene die hierboven staan zijn diegene die primair naar mijn mening schuldig zijn aan de doodsoorzaak van [naam kind]. Maar er zijn veel meer die directe betrokkenheid of deel betrokkenheid in de doodsoorzaak van [naam kind] hebben gehad (…) Deze beroepsgroep gaat ook letterlijk over lijken en als dit nu is om volwassen lijken of kinderlijken dat maakt voor hun niets en dan ook helemaal niets uit. Sterker nog dat is goed voor de kassa. Massa maakt de kassa (…) Het zijn grote smeerlappen van de grootste klasse. [naam kind] is als medische experimenteel beschouwd en dit al vanaf het begin gekwalificeerd door deze prutsende top medische specialisten in dit horror ziekenhuis (…) Boeven zijn jullie van het hoogste niveau. Holleeder is niets vergeleken bij jullie (…) Ik wordt eigenlijk wel een beetje heel simpel van deze smeerlappen van een artsen en ook deze bestuurders (…) Want mijn zoontje [naam] is hier door dit ziekenhuis en zijn personeel zeer ernstig mishandeld, gemarteld en de dood ingejaagd! Honderden mishandelingen zijn ze verantwoordelijk voor (…)
Ik heb ze nog nooit met 1 vinger aangeraakt, hoe graag ik dat ook misschien wel had gewild! Met de kennis die ik nu heb zou ik destijds wel anders hebben gereageerd en gehandeld. Want ze verdienen letterlijk hetzelfde (…) Op de wijze waarop ze [naam kind] de zorg hebben verleent zoals door ons letterlijk is uitgelegd door prof. Dr. [arts1] en 3 andere top collega’s over de zeer ernstige zorgelijke mishandelingen behoren deze zielige slachtoffers van medische top specialisten die zich verweren letterlijk opgesloten te worden in de gevangenis voor lang gestraften voor hun ernstige misdaden die ze gezamenlijk hebben uitgevoerd tegen mijn weerloze zoontje [naam] (…) Het is heel triest van woorden dat deze smeerlappen nu ook nog terug komen dat er goed is gewerkt. U bent een schandvlek als mens en u kinderen behoren te weten wat voor een smeerlap u bent (…)
En helemaal bitter en pijnlijk is dan het verhaal van de obstructie van zijn darmen waar deze kinderarts [arts2] weigerde om in te grijpen (…) En ik had haar naar beneden moeten gooien bewijs van spreken. Ze heeft ons zoontje [naam] mishandelt, gemarteld en de dood ingejaagd deze uit de hoogte gevallen kut! Respectloos en gedemoniseerd zijn we door deze arrogante kinderarts en moeder zelf van 2 kinderen (…)
MAFFIA praktijken in het UMC st Radboud Ziekenhuis te Nijmegen door de top bestuurders naar hun kwetsbare medische specialisten? (…) Want het zijn echt wolven in schaapskleren, en dan doe ik een wolf nog veel te kort want ze zijn nog veel erger dan wolven …. monsters is wellicht een betere weergave (…) Wat ook heel bijzonder is waarom deze verantwoordelijke arts die de doodverklaring natuurlijke dood heeft afgegeven en ons onjuiste informatie heeft gegeven en waarom hij een onjuiste doodverklaring heeft afgegeven en getekend (…) Deze [betrokkene2] is en was niet bevoegd om dit te doen om op de stoel te gaan zitten van justitie (…) Deze [arts2] ‘mevr. [betrokkene3]’ is de top autoriteit die hierover alles weet en ook samen met de Prof [betrokkene4] wisten wat [naam kind] stond te gebeuren (…) helemaal toen deze [arts2] weigerde om [naam] te helpen en hem 3 dagen liet verrekken met zijn darmen verstopping na de verkeerde medicatie vlug toegediend te hebben gekregen in de nacht zonder en tegen medeweten van ons als ouders (…) Ze wist als geen ander wat [naam] stond te wachten (…) Deze [arts2] en [betrokkene4] waren met een groot medische experimenteel onderzoek bezig over humaan metapneuomvirus, hieraan is [naam] uiteindelijk overleden (…) Willens en wetens hebben deze kinderartsen verwijdbaar gehandeld. Hoofd intensivist [betrokkene2] wist hier ook alles over en heeft meegedaan om zijn collega’s af te dekken (…).”
2.17. Nadat de advocaat van UMC St Radboud c.s. [gedaagde] had gesommeerd voormeld artikel van de website WWW.[naam].nu te verwijderen en [gedaagde] had aangezegd dat hij bij gebreke daarvan in kort geding zou worden betrokken, is dat artikel van genoemde website verwijderd.
2.18. Naast de hiervoor onder 2.11. en 2.16. geciteerde artikelen zijn sinds omstreeks december 2006 op de website ‘www.[naam].nu’ een groot aantal andere artikelen verschenen rondom het overlijden van [naam kind] en de door [gedaagde] vermeende rol van artsen en verpleegkundigen van UMC St Radboud daarin. In dit kort geding gaat het om de volgende, door UMC St Radboud c.s. als producties overgelegde artikelen:
A. (productie 2) Het artikel met de kop: “Emile [eis.2] wist van niet natuurlijke dood patienten in het UMCN”, waarin onder meer de volgende passage voorkomt: “3 jaar voordat ik de aanstelling kreeg als voorzitter Raad van Bestuur van het UMC st Radboud Ziekenhuis te Nijmegen was ik op de hoogte dat hier patiënten overleden door “niet natuurlijke dood”. Toen ik dit antwoord kreeg op mijn vraag was ik geschrokken (…)
Ook [naam] is door deze schadeveroorzakende bestuurders en artsen geofferd door hun schadelijke gedrag. Ja de grote top bestuurders wist er van af en zwijgt. Niet natuurlijke dood zoals hier wordt aangegeven is gewoon moord! Het verzwijgen hiervan en andere schade’s is alleen al crimineel te kwalificeren (…) En dan te bedenken dat het nu nog gebeurt daar en dan is hij diegene die volledig verantwoordelijk is met zijn top salaris (…).”
B. (productie 3) Het artikel met de kop: “DANGER ALERT “UMC st Radboud
Ziekenhuis – Kinderziekenhuis!” waarin onder meer de volgende passages voorkomen: “ (…) mijn zoontje, [naam kind] overleden, 13 verantwoordelijken schuldbekentenis getekend ivm onnodig overlijden (…)Wat ook onacceptabel is dat deze medische top specialisten en de top bestuurders van dit UMC st Radboud ziekenhuis dit allemaal wisten en hierover zwegen uit eigen belangen en hierdoor verwijdbaar verantwoordelijk en medeverantwoordelijk zijn voor de onherstelbare schade aan slachtoffers en nabestaanden toegebracht hebben. Willens en wetens is er hier gehandeld. Hier zijn misdrijven gepleegd tegen patiënten en daarom behoren deze schadeveroorzakers strafrechtelijk vervolgd te worden als iedere crimineel! (…).”
C. (productie 69) Het artikel met de kop: “Geluidsopname’s gesprekken m.b.t. Casus [naam kind] & UMC st Radboud ziekenhuis” waarin onder meer de volgende passages voorkomen: “(…) Ik heb een aantal gesprekken opgenomen over deze schadeveroorzakers! Waaronder het laatste gesprek die ik heb gevoerd met de voorzitter UMC st Radboud Ziekenhuis drs. Dhr. Emile [eis.2] (…) en ben nu voornemens deze gesprekken of gedeeltes te plaatsen (…) Deze beroepsgroep, dit ziekenhuis wil mijn mond doen snoeren (…) John [gedaagde], papa van [naam] die is mishandelt, gemarteld en de dood in gejaagd door deze schadeveroorzakende godssyndromen.”
D. (productie 73) Het artikel met de kop: “Kortgeding UMC St. Radboud en Katholieke Radboud Universiteit VS John [gedaagde] inzake [naam kind]” waarin iedereen wordt verzocht om naar de zitting te komen en waarin voorts (onder meer) de volgende passage voorkomt: “(…) Ze denken dat ze met hun macht mijn rechten kunnen ontnemen over de niet natuurlijke dood van [naam kind], de mishandelingen en martelingen die ze hem hebben aangedaan (…)”. In het artikel wordt de naam en het mobiele telefoonnummer van [gedaagde] genoemd.
E. (productie 75) Het artikel met de kop: “UITNODIGING: morgen 10.00 uur te Arnhem: KORT GEDING: [gedaagde] VS RADBOUD ZIEKENHUIS&UNIVERSITEIT”, waarin iedereen wordt uitgenodigd om dit kort geding bij te wonen en waarin onder meer de volgende passage voorkomt: “(…) Nu mijn kind, morgen jullie kind wat de dood ingejaagd wordt door deze prutsers die elkaar de hand boven het hoofd houden (…).”
2.19. Ondanks herhaalde malen daartoe door/namens UMC St Radboud c.s. te zijn gesommeerd, weigert [gedaagde] de negatieve berichtgeving jegens UMC St Radboud c.s. met betrekking tot het overlijden van [naam kind] te stoppen.
2.20. In de periode april 2006 tot omstreeks juli 2009 heeft [gedaagde] medewerkers en oud medewerkers van UMC St Radboud benaderd, onder meer op de volgende wijze:
- in april 2006 heeft [gedaagde] met een witte limousine met daarop de tekst ”medische fouten –www.[naam].nu” door Nijmegen gereden en, nadat hij een hele tijd met deze limousine voor het UMC St Radboud had stilgestaan, is hij met die limousine voor de deur gaan staan van het privé adres van de voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur. [gedaagde] heeft vervolgens dat adres op de website www.[naam].nu geplaatst met de tekst: ”Dag meneer de voorzitter, ik was het die u voor de deur heeft gestaan met de witte limousine op Koninginnedag. U heeft een mooi huis, allemaal met bloedgeld verdient (…)” Tevens staat in dit artikel de volgende passage vermeld, gericht aan het adres van de oud-leden van de Raad van Bestuur: ”Heren u slaapt nog altijd fijn, weet u ook hoeveel personen door jullie boeven zijn begraven zoals [naam]. Ik heb jullie gewaarschuwd, vermoord mijn kind niet door jullie toedoen. Door al die fouten die er constant gemaakt werden en zich herhaalden. Nu is het te laat voor ons. U zal hiervoor gaan betalen (…).”
- in of omstreeks de kerstdagen van 2006 heeft [gedaagde] de door hem aan de hand van de onder 2.7. vermelde oproep op de website www.[naam].nu verkregen privé adressen en privé gegevens gebruikt om op de privé adressen van de artsen van het UMC St Radboud een groot boeket bloemen te laten bezorgen
- op 3 juli 2007 heeft [gedaagde] tijdens een telefoongesprek met een medewerkster van UMC St Radboud onder andere meegedeeld dat hij de ex-voorzitter van de Raad van bestuur van UMC St Radboud nog “terug zal pakken”
- op 7 juli 2007 heeft [gedaagde] tijdens de afscheidsreceptie van de voormalig directeur staf medische zaken/klachtencoördinator van UMC St Radboud zijn auto met herkenningslogo’s geparkeerd voor de ingang van het gebouw waar die receptie plaatsvond, zodat iedere genodigde hem kon zien
- op 17 juli 2010 heeft [gedaagde] een sms-bericht gestuurd naar de mobiele telefoon van [eis.2] met de volgende inhoud: “De confrontatie ga je echt krijgen. Boeven zijn jullie van het hoogste niveau. Holleeder is niets vergeleken bij jullie. Wens je ook veel succes voor de toekomst voor jouw en jouw gezin zoals dit bij mij ook door jouw gewenst wordt”.
3. Het geschil
3.1. UMC St Radboud c.s. vorderen, na hun eis te hebben gewijzigd, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1) [gedaagde] beveelt om het als productie 1 overgelegde artikel (onder 2.16 geciteerd) met de kop “UMC st radboud ziekenhuis de verweerschriften van 11 top-medische specialisten” van de website www.[naam].nu verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina en andere pagina’s van de website www.[naam].nu, alsmede [gedaagde] verbiedt om dit artikel op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken, één en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen, althans subsidiair [gedaagde] beveelt om alle onrechtmatige passages in dat artikel die in productie 1 bij de dagvaarding met geel en grijs zijn geaccentueerd, van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, alsmede [gedaagde] verbiedt om deze onrechtmatige passages op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken, eveneens op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen;
2) [gedaagde] beveelt om het als productie 2 overgelegde artikel (in 2.18 onder A geciteerd) met de kop “Emile [eis.2] wist van niet-natuurlijke dood patiënten in het UMCN” binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina van de website www.[naam].nu, alsmede [gedaagde] verbiedt om dit artikel op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken, één en ander op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen, althans subsidiair [gedaagde] beveelt om alle onrechtmatige passages in dat artikel die met geel zijn geaccentueerd in de aan de dagvaarding gehechte productie 2 van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, alsmede [gedaagde] verbiedt om deze onrechtmatige passages op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken, eveneens op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen;
3) [gedaagde] beveelt om alle onrechtmatige (met geel geaccentueerde) passages (geciteerd in 2.18 onder B) in het als productie 3 overgelegde artikel met de kop “DANGER ALERT” umc st radboud ziekenhuis-kinderziekenhuis” binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina van de website www.[naam].nu, alsmede [gedaagde] verbiedt om deze passages geheel of gedeeltelijk op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken, één en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen;
4) [gedaagde] beveelt om
- alle met geel geaccentueerde onrechtmatige passages (geciteerd in 2.18 onder E) in
het als productie 75 overgelegde artikel met de kop “UITNODIGING morgen
10.00 uur te Arnhem: KORT GEDING [gedaagde] VS RADBOUD
ZIEKENHUIS & UNIVERSITEIT“
- alle met roze geaccentueerde onrechtmatige passages (geciteerd in 2.18 onder C) in
het als productie 69 overgelegde artikel met de kop “Geluidsopname´s, gesprekken
m.b.t. Casus [naam kind] & UMC st Radboudziekenhuis“
- alle met roze geaccentueerde onrechtmatige passages (geciteerd in 2.18 onder D) in
het als productie 73 overgelegde artikel met de kop: “Kortgeding UMC St. Radboud
en Katholieke Radboud Universiteit VS John [gedaagde] inzake [naam kind]”
binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, alsmede [gedaagde] verbiedt om deze onrechtmatige passages geheel of gedeeltelijk op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit bevel en/verbod te voldoen,
5) [gedaagde] verbiedt om op de website www.[naam].nu en/of op andere websites uitlatingen te doen of te doen plaatsen en/of uitlatingen op andere wijze in de openbaarheid te brengen:
a) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te beschuldigen van (medeplichtigheid aan) moord, mishandelingen, martelingen en/of andere misdrijven;
b) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te beschuldigen van maffiapraktijken;
c) die smadelijk smaadschriftelijk, lasterlijk en/of beledigend zijn voor UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder om de eer of de goede naam van UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud aan te randen;
d) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud uit te maken voor moordenaars, gezondheidszorghufters, smeerlappen, criminelen, monsters of daarmee vergelijkbare bewoordingen of kwalificaties en/of om hen uit te schelden voor “uit de hoogte gevallen kut” of door andere schuttingwoorden te gebruiken;
e) die UMC St Radboud c.s. en werknemers van UMC St Radboud (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) te vergelijken met Holleeder, [betrokkene3] dan wel in het algemeen met misdadigers en boeven;
f) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te bedreigen;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod en voor iedere dag of gedeelte van een dag dat een dergelijke overtreding voortduurt;
6) [gedaagde] verbiedt om UMC St Radboud c.s. en werknemers (onder meer artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder dr. [arts2], kinderarts-infectioloog en prof. dr. R. [betrokkene4], kinderarts, er op de website www.[naam].nu of op andere wijze in het openbaar van te beschuldigen dat zij opzettelijk hebben geweigerd om [naam kind] [gedaagde] de goede medicatie te geven, dat zij bezig waren met een medisch experimenteel onderzoek over het humaan metapneumovirus waarvan [naam kind] [gedaagde] het slachtoffer is geworden en dat zij [naam kind] [gedaagde] opzettelijk hebben laten overlijden, op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- voor iedere keer dat [gedaagde] dit verbod overtreedt en op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,-- voor iedere dag dat een dergelijke overtreding voortduurt
7) [gedaagde] verbiedt om UMC St Radboud c.s. en werknemers (onder meer artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder drs. L.G.F.M. [betrokkene2], kinderarts-intensivist, er op de website www.[naam].nu of op andere wijze in het openbaar van te beschuldigen dat hij wist dat [naam kind] [gedaagde] op [datum] een niet-natuurlijke dood is gestorven en dat hij in de wetenschap dat er sprake was van een niet-natuurlijke dood opzettelijk een (onjuiste) overlijdensverklaring heeft afgegeven op grond van de Wet op de Lijkbezorging zoals die in 2005 luidde, op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- voor iedere keer dat [gedaagde] dit bevel overtreedt en op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat een dergelijke overtreding voortduurt;
8) [gedaagde] gebiedt om de vaststellingsovereenkomst die op 13 augustus 2009 is gesloten tussen [gedaagde] en UMC St Radboud na te komen en [gedaagde] derhalve verbiedt om (gedeelten van) de brief van 5 februari 2007 die is ondertekend door de 11 artsen en de verpleegkundige op andere wijze en/of ten behoeve van enig ander doel te gebruiken dan in het kader van gerechtelijke procedures, [gedaagde] verbiedt om (gedeelten van) die brief op de website www.[naam].nu te plaatsen of te laten plaatsen en/of op enige andere website te plaatsen of te laten plaatsen en/of (gedeelten van) die brief op enige andere wijze te publiceren of te laten publiceren en [gedaagde] verbiedt om de ondertekenaars van die brief in privé te benaderen en/of posters met foto, naam en functie van de ondertekenaars te verspreiden en/of in de openbaarheid te brengen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- voor iedere overtreding van dit gebod of één van deze verboden en op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat een dergelijke overtreding voortduurt;
9) [gedaagde] beveelt om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis op de startpagina van de website www.[naam].nu de volgende rectificatie te plaatsen, duidelijk leesbaar, in het voor de website gebruikelijke lettertype en zonder begeleidende opmerkingen of andere toevoegingen, en die rectificatie gedurende vier jaar na betekening van dit vonnis op die startpagina van www.[naam].nu over de volle breedte van die startpagina als eerste (bovenaan geplaatste) artikel te handhaven, op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke zal blijven aan dit vonnis te voldoen:
“Rectificatie
Sinds december 2006 zijn op deze website verschillende artikelen geplaatst die naar het oordeel van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem in zijn vonnis van 29 oktober 2010 onrechtmatig zijn, omdat in deze artikelen (onder andere):
a) de heer J.C.W.H. [gedaagde] een hoge beloning uitlooft aan iedereen die hem kan voorzien van de n.a.w. gegevens en andere privégegevens van artsen en verpleegkundigen die werkzaam zijn (waren) in het UMC St Radboud te Nijmegen;
b) drs. E.A.R.J. [eis.2], voorzitter van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, ervan wordt beschuldigd dat hij jarenlang heeft geweten dat in het UMC St Radboud patiënten een niet-natuurlijke dood sterven terwijl hij daartegen niets heeft gedaan;
c) (voormalige) bestuurders, leden van de Raad van Toezicht, artsen en verpleegkundigen alsmede overige werknemers van het UMC St Radboud ervan worden beschuldigd dat zij de dood van [naam kind] [gedaagde] hebben veroorzaakt;
d) artsen, verpleegkundigen en andere personeelsleden van het UMC St Radboud ervan worden beschuldigd dat zij [naam kind] [gedaagde] zeer ernstig hebben mishandeld, gemarteld en de dood ingejaagd en dat zij verantwoordelijk zijn voor honderden andere mishandelingen;
e) wordt beweerd dat er in het UMC St Radboud te Nijmegen maffiapraktijken bestaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem heeft geoordeeld dat het uitloven van een hoge beloning aan personen die de heer J.C.W.H. [gedaagde] kunnen voorzien van persoonlijke gegevens van personeelsleden van het UMC St Radboud onrechtmatig is en een ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van deze personeelsleden van het UMC St Radboud oplevert. De voorzieningenrechter heeft voorts geoordeeld dat voor de beweringen sub b tot en met e geen enkele feitelijke basis bestaat, zodat deze uitlatingen slechts persoonlijke oordelen van de heer J.C.W.H. [gedaagde] betreffen die als onnodig grievend en beschadigend voor het UMC St Radboud, haar voorzitter van de Raad van Bestuur drs. E.A.R.J. [eis.2], de overige (en de voormalige) leden van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud en alle overige medewerkers in het bijzonder de artsen en verpleegkundigen van het UMC St Radboud moeten worden aangemerkt. Vanwege de ernst en de frequentie van deze onrechtmatige uitlatingen heeft de voorzieningenrechter mij veroordeeld tot het plaatsen van deze rectificatie als het bovenste bericht over de volle breedte op de startpagina van deze website en tot het handhaven van deze rectificatie gedurende een periode van vier jaar, die ingaat op29 oktober 2010.
J.C.W.H. [gedaagde]”
10) [gedaagde] verbiedt om op enigerlei wijze inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van UMC St Radboud c.s. en de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud door hen op welke wijze dan ook lastig te vallen in hun persoonlijke levenssfeer, in het bijzonder maar niet uitsluitend door hen op straat te achtervolgen, door (al dan niet zittend in een auto of in een ander vervoermiddel) te gaan posten bij hun privé-adressen of bij het UMC St Radboud te Nijmegen, door hen op welke wijze dan ook persoonlijk te benaderen of contact met hen te zoeken op hun privé-adressen of daartoe pogingen te ondernemen, door bloemstukken of andere goederen te bezorgen op het UMC St Radboud en/of op de privé-adressen van [eis.2] of de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud, door bedreigingen te uiten, door hen telefonisch of schriftelijk ongewenst te benaderen, door sms-berichten te sturen naar de mobiele telefoons van [eis.2] en/of de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud of door de privé-adressen of de privé (mobiele) telefoonnummers van (ex-)werknemers van UMC St Radboud op enigerlei wijze te gebruiken, openbaar te maken of aan derden ter beschikking te stellen en/of daarmee vergelijkbare handelingen te verrichten, dan wel aan derden te verzoeken of aan derden opdracht te geven om al deze handelingen te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 50.000,-- voor iedere keer dat [gedaagde] dit verbod overtreedt;
11) [gedaagde] verbiedt om op de website www.[naam].nu en/of op andere websites en/of op enige andere wijze de geluidsopnames die gedaagde heeft gemaakt of heeft doen maken van gesprekken die hij heeft gevoerd met [eis.2] openbaar te maken en/of transcripties van de geluidsopnames van deze gesprekken openbaar te maken, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-- voor iedere keer dat [gedaagde] dit verbod overtreedt en op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat een dergelijke overtreding voortduurt;
12) [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit kort geding.
3.2. UMC St Radboud c.s. leggen aan hun vorderingen – kort samengevat – ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hen handelt, onder meer door op zijn website www.[naam].nu diverse artikelen te publiceren waardoor UMC St Radboud c.s. worden aangetast in hun recht op bescherming van hun eer en goede naam en hun recht om verschoond te blijven van op niets gebaseerde, ernstige, diffamerende en zeer zwaarwegende beschuldigingen, die geen enkele steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal en van andere inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer.
3.3. [gedaagde] voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Namens het UMC St Radboud c.s. is ter zitting aan de orde gesteld of [gedaagde] wel in de procedure is verschenen, nu hij tijdens de mondelinge behandeling plaats heeft genomen op de publieke tribune achter glas. Aangezien [gedaagde] bij de eerste mondelinge behandeling in dit kort geding, voorafgaande aan de wraking van de vorige voorzieningenrechter, wel is verschenen, blijft het een procedure op tegenspraak zodat niet alsnog verstek kan worden verleend.
4.2. Het spoedeisend belang van UMC St Radboud c.s. vloeit uit hun stellingen voort.
4.3. Het gaat in deze zaak -heel kort samengevat- om het volgende. Sinds het overlijden van het zoontje van [gedaagde], [naam kind], op [datum] zijn op de website [naam kind].nu telkens berichten verschenen over het UMC St Radboud, [eis.2] en artsen en ander personeel verbonden aan het UMC St Radboud. De teneur van die berichten varieert van de stelling dat in het UMC St Radboud en door de betrokken artsen en het overige personeel ernstige fouten zijn gemaakt die in de doofpot worden gestopt, tot de stelling dat [naam kind] een niet natuurlijke dood is gestorven en zelfs opzettelijk al dan niet in het kader van medische experimenten, na te zijn gemarteld en mishandeld, door artsen om het leven is gebracht. Daarbij worden de namen van [eis.2], artsen en ander personeel genoemd. Blijkens de onder de vaststaande feiten opgenomen citaten uit deze berichten worden de betrokken artsen en ander personeel van het UMC St Radboud leugenaars, bedriegers, en misdadigers (plegers van moord, mishandeling, valsheid in geschrifte) genoemd en vergeleken met organisaties als Maffia en Hell’s Angels en personen als Holleeder en [betrokkene3]. Op de site [naam kind].nu is een oproep gedaan om tegen beloning de adressen van een heel aantal aan het UMC St Radboud verbonden artsen bekend te maken. De toon en de bewoordingen van de berichten zijn soms dreigend jegens de daarin genoemde personen.
4.4. UMC St Radboud c.s. stellen zich op het standpunt dat [gedaagde] onrechtmatig jegens hen en de desbetreffende artsen en personeelsleden handelt door deze wijze van berichtgeving op de door hem beheerde website [naam kind].nu. Een concreet verweer dat namens [gedaagde] is voorgedragen is dat hij niets te maken heeft met de website [naam kind].nu en dus niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor die berichtgeving. Dat verweer moet worden verworpen. Blijkens het kort geding vonnis van 18 juni 2010 van deze rechtbank (rolnr. 10-137) waarin de Stichting [naam kind] en [gedaagde] gedaagden waren, is door of namens [gedaagde] bij de mondelinge behandeling aangegeven dat hij de beheerder is van de website [naam kind].nu. Verder zijn berichten vaak voorzien van de naam van [gedaagde] of vermelden zij ‘mijn zoontje [naam kind]’. In het als prod. 1 overgelegde bericht, dat naar aanleiding van een aan [gedaagde] gerichte brief is geschreven in de ‘ik-vorm’, staat met zoveel woorden: “[naam kind].nu is mijn persoonlijke website met mijn eigen meningen”. Er kan aldus weinig twijfel over bestaan dat [naam kind].nu een door [gedaagde] beheerde website is en dat de berichten waarom het hier gaat van [gedaagde] afkomstig zijn.
4.5. Dat doet de vraag rijzen of die berichtgeving jegens UMC St Radboud c.s. onrechtmatig is. Bij de beantwoording van die vraag gaat het om twee tegenover elkaar staande fundamentele rechten: het recht op bescherming van eer en goede naam en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer aan de zijde van UMC St Radboud en haar medewerkers enerzijds en het recht op vrijheid van meningsuiting aan de zijde van [gedaagde] anderzijds. Dat laatste recht, dat beschermd wordt door art. 7 Gw en art. 10 EVRM, kan door de wet worden beperkt. Dat doet zich voor indien de meningsuitingen onrechtmatig zijn jegens anderen op grond van art. 6:162 BW. Welk recht in het concrete geval zwaarder weegt hangt af van een afweging van belangen aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
4.6. Voorop staat dat er tot op heden geen enkel bewijsmateriaal voorhanden is waaruit op redelijke gronden afgeleid kan worden dat [naam kind] tengevolge van een gebrek aan zorg of tengevolge van medische fouten is overleden, laat staan dat sprake is geweest van opzettelijke mishandeling (al dan niet in het kader van een medisch experiment) of van het leven beroven door de betrokken artsen en/of overige personeel. Uit de uitspraak van de klachtencommissie van het UMC van 2 augustus 2006 volgt uitsluitend dat de desbetreffende commissie van oordeel was dat [naam kind] niet steeds de zorg op high care niveau heeft gehad die nodig was en dat er aan de communicatie, intern en met de ouders, iets heeft geschort. Evenmin is er enig bewijs waaruit op redelijke gronden afgeleid kan worden dat iedereen binnen het UMC onder één hoedje speelt, alleen maar uit is op persoonlijk gewin ten koste van patiënten en bezig is zaken in de doofpot te stoppen. Het gaat hier om bijzonder ernstige beschuldigingen van deels buitengewoon, zeker voor medici, ernstige strafbare feiten aan het adres van met name genoemde personen. Het gaat niet aan dergelijke beschuldigingen in het openbaar en bij voortduring te uiten zonder dat daarvoor objectief enig bewijs is. Bovendien worden in de berichtgeving waarin die beschuldigingen worden geuit grove bewoordingen gebruikt en zijn de vergelijkingen die worden gemaakt met organisaties zoals Maffia en Hell’s Angels en personen als Holleeder en [betrokkene3], door de beelden die die vergelijkingen bij het publiek oproepen, grievend. Aldus worden de eer en goede naam van de betrokken artsen en personeelsleden van het UMC St Radboud en van het UMC St Radboud als zodanig geschaad. Door de wijze waarop al deze betrokkenen, met volledige namen en functies/specialismen, in de openbaarheid worden neergezet, met oproep zelfs aan een ieder om tegen betaling hun adressen te verschaffen (bovendien in een vorm die associaties oproept met een wild west opsporingsbevel tegen beloning: “Wanted”), door hen persoonlijk te benaderen of bloemen te doen bezorgen en meer in het algemeen door de dreigende toon die jegens hen wordt aangeslagen, worden zij ook in hun recht op persoonlijke levenssfeer aangetast. Daartegenover staat niet een rechtens te respecteren belang van [gedaagde] om op deze wijze aan zijn gevoelen uitdrukking te geven. Hij kan zijn zorgen en gevoelen over de toestand in het UMC St Radboud, de wijze waarop [naam kind] is behandeld en de wijze waarop hij is bejegend ook in de openbaarheid brengen zonder zulke ernstige en ongefundeerde aantijgingen in bewoordingen, toonzetting en met vergelijkingen als hier aan de orde.
4.7. De conclusie is heel in het algemeen dat [gedaagde] door deze publicaties en gedragingen onrechtmatig handelt jegens alle betrokkenen. De vorderingen onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 die ertoe strekken [gedaagde] te gebieden de daarin genoemde publicaties of gedeelten daarvan van de website [naam kind].nu te verwijderen en verwijderd te houden -en die als zodanig niet door [gedaagde] zijn betwist- zijn daarom toewijsbaar. Namens [gedaagde] is ter zitting aangevoerd dat die publicaties niet op de website staan. UMC St Radboud c.s. hebben aangevoerd dat een aantal publicaties kort voor de zitting is verwijderd. Om welke publicaties het precies gaat is niet geheel duidelijk. Het lijdt in ieder geval geen twijfel dat de onderhavige publicaties op de website hebben gestaan. Ook voor zover zij niet meer op de website staan, houden UMC St Radboud c.s. belang bij de vorderingen met het oog op eventuele terugplaatsing daarvan. De vordering onder 5, die als zodanig evenmin is weersproken, is eveneens toewijsbaar. Uit de overgelegde printen van de website [naam kind].nu en de toelichting daarbij, blijkt duidelijk dat [gedaagde] zich bij herhaling schuldig heeft gemaakt en maakt aan uitlatingen met de strekking en in bewoordingen als in dat gedeelte van de vordering bedoeld. Er bestaat gegronde vrees voor herhaling in de toekomst, zodat een verbod als hier gevorderd op zijn plaats is. Hetgeen aan de vorderingen onder 6 en 7 feitelijk ten grondslag is gelegd, is namens [gedaagde] niet betwist, evenmin als de toewijsbaarheid van de vordering zelf. Gelet op hetgeen onder 4.6 is overwogen zijn dergelijke beschuldigingen onrechtmatig, terwijl voor herhaling moet worden gevreesd. Ook die vorderingen zijn daarom toewijsbaar. Wat betreft het gevorderde onder 8 geldt dat vast staat dat de partijen een vaststellingsovereenkomst als daar bedoeld hebben gesloten en dat niet is betwist dat [gedaagde] die niet is nagekomen. De vordering tot nakoming is gezien het bepaalde in art. 3:296 BW toewijsbaar. Gelet op de aard, de ernst en de ongefundeerdheid van de uitlatingen en de volharding daarin gedurende jaren, ziet de voorzieningenrechter aanleiding [gedaagde] rectificatie als onder 9 gevorderd, waarvan de toewijsbaarheid als zodanig evenmin is betwist, te bevelen. Ook het gevorderde onder 10 is toewijsbaar, nu de feiten die daaraan ten grondslag zijn gelegd niet zijn betwist, te vrezen valt voor herhaling en de gedragingen waarvan een verbod wordt gevraagd in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, onrechtmatig zijn. Tenslotte is ook het gevorderde onder 11 toewijsbaar.
4.8. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsommen ten aanzien van de hierna op te leggen bevelen/verboden onder 5.7. tot en met 5.9. te beperken en om het totaal van de (telkens) gevorderde dwangsommen aan een maximum te binden.
4.9. De vordering van [gedaagde] in reconventie tot betaling van een geldsom kan niet worden toegewezen, omdat die vordering niet op de in artikel 7.1 van het ‘Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie’ voorgeschreven wijze (door een advocaat) is ingesteld.
4.10. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van UMC St Radboud c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 87,93
- vast recht 263,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.166,93
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. beveelt [gedaagde] om het onder 2.16. genoemde en deels geciteerde artikel met de kop “UMC st radboud ziekenhuis de verweerschriften van 11 top-medische specialisten” binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina en andere pagina’s van de website www.[naam].nu en verbiedt [gedaagde] om dit artikel op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken,
5.2. beveelt [gedaagde] om het onder 2.18.A. genoemde en deels geciteerde artikel met de kop “Emile [eis.2] wist van niet-natuurlijke dood patiënten in het UMCN” binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina van de website www.[naam].nu en verbiedt [gedaagde] om dit artikel op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken,
5.3. beveelt [gedaagde] om alle onrechtmatige passages genoemd in het onder 2.18.B. geciteerde artikel met de kop “DANGER ALERT” umc st radboud ziekenhuis-kinderziekenhuis” binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden, inclusief alle verwijzingen naar en aankondigingen van dat artikel op de startpagina van de website www.[naam].nu en verbiedt [gedaagde] om deze passages geheel of gedeeltelijk op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken,
5.4. beveelt [gedaagde] om
- alle onder 2.18.E. geciteerde passages uit het artikel op de website www.[naam].nu met de kop “UITNODIGING morgen 10.00 uur te Arnhem: KORT GEDING [gedaagde] VS RADBOUD ZIEKENHUIS & UNIVERSITEIT“
- alle onder 2.18.C. geciteerde passages uit het artikel op de website www.[naam].nu
met de kop “Geluidsopname´s, gesprekken m.b.t. Casus [naam kind] & UMC st
Radboudziekenhuis“
- alle onder 2.18.D. geciteerde passages uit het artikel op de website www.[naam].nu met de kop: “Kortgeding UMC St. Radboud en Katholieke Radboud Universiteit VS John [gedaagde] inzake [naam kind]”
binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van de website www.[naam].nu te verwijderen en verwijderd te houden en verbiedt [gedaagde] om deze onrechtmatige passages geheel of gedeeltelijk op andere websites te (doen) publiceren of anderszins openbaar te (laten) maken,
5.5. veroordeelt [gedaagde] om aan UMC St Radboud c.s. een dwangsom te betalen van
(telkens) € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan (een van) de onder
5.1. tot en met 5.4. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van (telkens)
€ 50.000,-- is bereikt,
5.6. verbiedt [gedaagde] om op de website www.[naam].nu en/of op andere websites uitlatingen te doen of te doen plaatsen en/of uitlatingen op andere wijze in de openbaarheid te brengen:
a) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te beschuldigen van (medeplichtigheid aan) moord, mishandelingen, martelingen en/of andere misdrijven;
b) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te beschuldigen van maffiapraktijken;
c) die smadelijk, smaadschriftelijk, lasterlijk en/of beledigend zijn voor UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder om de eer of de goede naam van UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud aan te randen;
d) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud uit te maken voor moordenaars, gezondheidszorghufters, smeerlappen, criminelen, monsters of daarmee vergelijkbare bewoordingen of kwalificaties en/of om hen uit te schelden voor “uit de hoogte gevallen kut” of door andere schuttingwoorden te gebruiken;
e) die UMC St Radboud c.s. en werknemers van UMC St Radboud (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) te vergelijken met Holleeder, [betrokkene3] dan wel in het algemeen met misdadigers en boeven;
f) die de strekking hebben om UMC St Radboud c.s. en werknemers (met name leden van de Raad van Bestuur, artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud te bedreigen,
5.7. verbiedt [gedaagde] om UMC St Radboud c.s. en werknemers (onder meer artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder dr. [arts2], kinderarts-infectioloog en prof. dr. R. [betrokkene4], kinderarts, er op de website www.[naam].nu of op andere wijze in het openbaar van te beschuldigen dat zij opzettelijk hebben geweigerd om [naam kind] [gedaagde] de goede medicatie te geven, dat zij bezig waren met een medisch experimenteel onderzoek over het humaan metapneumovirus waarvan [naam kind] [gedaagde] het slachtoffer is geworden en dat zij [naam kind] [gedaagde] opzettelijk hebben laten overlijden,
5.8. verbiedt [gedaagde] om UMC St Radboud c.s. en werknemers (onder meer artsen en verpleegkundigen) die in dienst zijn van UMC St Radboud, in het bijzonder drs. L.G.F.M. [betrokkene2], kinderarts-intensivist, er op de website www.[naam].nu of op andere wijze in het openbaar van te beschuldigen dat hij wist dat [naam kind] [gedaagde] op [datum] een niet-natuurlijke dood is gestorven en dat hij in de wetenschap dat er sprake was van een niet-natuurlijke dood opzettelijk een (onjuiste) overlijdensverklaring heeft afgegeven op grond van de Wet op de Lijkbezorging zoals die in 2005 luidde,
5.9. beveelt [gedaagde] om de vaststellingsovereenkomst die op 13 augustus 2009 is gesloten tussen [gedaagde] en UMC St Radboud na te komen en verbiedt [gedaagde] derhalve om (gedeelten van) de onder 2.8. genoemde brief van 5 februari 2007 die is ondertekend door de 11 artsen en verpleegkundige, op andere wijze en/of ten behoeve van enig ander doel te gebruiken dan in het kader van gerechtelijke procedures, en verbiedt [gedaagde] om (gedeelten van) die brief op de website www.[naam].nu te plaatsen of te laten plaatsen en/of op enige andere website te plaatsen of te laten plaatsen en/of (gedeelten van) die brief op enige andere wijze te publiceren of te laten publiceren en verbiedt [gedaagde] om de ondertekenaars van die brief in privé te benaderen en/of posters met foto, naam en functie van de ondertekenaars te verspreiden en/of in de openbaarheid te brengen,
5.10. veroordeelt [gedaagde] om aan UMC St Radboud c.s. een dwangsom te betalen van
(telkens) € 10.000,-- voor iedere overtreding van (een van) de onder 5.6. tot en met 5.9. uitgesproken veroordelingen en op straffe van een dwangsom van telkens € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van (telkens) € 100.000,-- is bereikt,
5.11. veroordeelt [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis op de startpagina van de website www.[naam].nu de volgende rectificatie te plaatsen, duidelijk leesbaar, in het voor de website gebruikelijke lettertype en zonder begeleidende opmerkingen of andere toevoegingen, en die rectificatie gedurende vier jaar na betekening van dit vonnis op die startpagina van www.[naam].nu over de volle breedte van die startpagina als eerste (bovenaan geplaatste) artikel te handhaven,
“Rectificatie
Sinds december 2006 zijn op deze website verschillende artikelen geplaatst die naar het oordeel van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem in zijn vonnis van 29 oktober 2010 onrechtmatig zijn, omdat in deze artikelen (onder andere):
a. de heer J.C.W.H. [gedaagde] een hoge beloning uitlooft aan iedereen die hem kan voorzien van de n.a.w. gegevens en andere privé gegevens van artsen en verpleegkundigen die werkzaam zijn (waren) in het UMC St Radboud te Nijmegen;
b. drs. E.A.R.J. [eis.2], voorzitter van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, ervan wordt beschuldigd dat hij jarenlang heeft geweten dat in het UMC St Radboud patiënten een niet-natuurlijke dood sterven terwijl hij daartegen niets heeft gedaan;
c. (voormalige) bestuurders, leden van de Raad van Toezicht, artsen en verpleegkundigen alsmede overige werknemers van het UMC St Radboud ervan worden beschuldigd dat zij de dood van [naam kind] [gedaagde] hebben veroorzaakt;
d. artsen, verpleegkundigen en andere personeelsleden van het UMC St Radboud ervan worden beschuldigd dat zij [naam kind] [gedaagde] zeer ernstig hebben mishandeld, gemarteld en de dood ingejaagd en dat zij verantwoordelijk zijn voor honderden andere mishandelingen;
e. wordt beweerd dat er in het UMC St Radboud te Nijmegen maffiapraktijken bestaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem heeft geoordeeld dat het uitloven van een hoge beloning aan personen die de heer J.C.W.H. [gedaagde] kunnen voorzien van persoonlijke gegevens van personeelsleden van het UMC St Radboud onrechtmatig is en een ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van deze personeelsleden van het UMC St Radboud oplevert. De voorzieningenrechter heeft voorts geoordeeld dat voor de beweringen sub b tot en met e geen enkele feitelijke basis bestaat, zodat deze uitlatingen slechts persoonlijke oordelen van de heer J.C.W.H. [gedaagde] betreffen die als onnodig grievend en beschadigend voor het UMC St Radboud, haar voorzitter van de Raad van Bestuur drs. E.A.R.J. [eis.2], de overige (en de voormalige) leden van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud en alle overige medewerkers in het bijzonder de artsen en verpleegkundigen van het UMC St Radboud moeten worden aangemerkt. Vanwege de ernst en de frequentie van deze onrechtmatige uitlatingen heeft de voorzieningenrechter mij veroordeeld tot het plaatsen van deze rectificatie als het bovenste bericht over de volle breedte op de startpagina van deze website en tot het handhaven van deze rectificatie gedurende een periode van vier jaar, die ingaat op
29 oktober 2010.
J.C.W.H. [gedaagde]”
5.12. veroordeelt [gedaagde] om aan UMC St Radboud c.s. een dwangsom te betalen van
€ 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de onder 5.11. genoemde veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt,
5.13. verbiedt [gedaagde] om op enigerlei wijze inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van UMC St Radboud c.s. en de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud door hen op welke wijze dan ook lastig te vallen in hun persoonlijke levenssfeer, in het bijzonder maar niet uitsluitend door hen op straat te achtervolgen, door (al dan niet zittend in een auto of in een ander vervoermiddel) te gaan posten bij hun privé adressen of bij het UMC St Radboud te Nijmegen, door hen op welke wijze dan ook persoonlijk te benaderen of contact met hen te zoeken op hun privé adressen of daartoe pogingen te ondernemen, door bloemstukken of andere goederen te bezorgen op het UMC St Radboud en/of op de privé adressen van [eis.2] of de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud, door bedreigingen te uiten, door hen telefonisch of schriftelijk ongewenst te benaderen, door sms berichten te sturen naar de mobiele telefoons van [eis.2] en/of de werknemers (met name artsen, huidige en voormalige leden van de Raad van Bestuur en verpleegkundigen) van UMC St Radboud of door de privé adressen of de privé (mobiele) telefoonnummers van
werknemers of ex-werknemers van UMC St Radboud op enigerlei wijze te gebruiken, openbaar te maken of aan derden ter beschikking te stellen en/of daarmee vergelijkbare handelingen te verrichten, dan wel aan derden te verzoeken of aan derden opdracht te geven om al deze handelingen te verrichten,
5.14. veroordeelt [gedaagde] om aan UMC St Radboud c.s. een dwangsom te betalen van
€ 10.000,-- voor iedere keer dat hij een van de onder 5.13. genoemde verboden overtreedt, tot een maximum van in totaal € 500.000,-- is bereikt,
5.15. verbiedt [gedaagde] om op de website www.[naam].nu en/of op andere websites en/of op enige andere wijze de geluidsopnames die [gedaagde] heeft gemaakt of heeft doen maken van gesprekken die hij heeft gevoerd met [eis.2], openbaar te maken en/of transcripties van de geluidsopnames van deze gesprekken openbaar te maken,
5.16. veroordeelt [gedaagde] om aan UMC St Radboud c.s. een dwangsom te betalen van
€ 10.000,-- voor iedere keer dat hij het onder 5.15. genoemde verbod overtreedt en op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat een dergelijke overtreding voortduurt, tot een maximum van € 250.000,-- is bereikt,
5.17. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van UMC St Radboud c.s. tot op heden begroot op € 1.166,93,
5.18. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.19. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier E.J. Wouters op 29 oktober 2010.