ECLI:NL:RBARN:2010:BN5888
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over ontruiming van krakers in Arnhem
In deze zaak vorderden de eisers, een groep krakers, een verbod voor de Staat der Nederlanden om over te gaan tot executie van eerdere vonnissen die hen tot ontruiming verplichtten. De eisers, wonende te Arnhem, stelden dat de executie van de vonnissen van 18 november 2009 en 21 april 2010 misbruik van executiebevoegdheid opleverde, omdat de Staat niet in redelijkheid tot uitvoering kon overgaan gezien de belangen van de eisers die door de executie onevenredig geschaad zouden worden. De Staat voerde verweer en stelde dat de eisers voldoende tijd hadden gehad om aan hun ontruimingsverplichting te voldoen en dat er geen nieuwe feiten waren die een noodtoestand voor de eisers zouden creëren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de eisers niet door de Staat werd weersproken en dat de Staat geen misbruik van zijn bevoegdheid maakte door tot ontruiming over te gaan. De rechter benadrukte dat de executie van een vonnis slechts kan worden geschorst als er sprake is van een juridische of feitelijke misslag, wat in dit geval niet was aangetoond. De eisers hadden bovendien al sinds 2008 geweten dat zij op enig moment zouden moeten ontruimen, wat hun situatie verergerde.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vordering van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van de Staat werden begroot op € 1.079,00. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. R.A. van der Pol op 18 augustus 2010.