zaaknummer / rolnummer: 202261 / KG ZA 10-425
Vonnis in kort geding van 30 juli 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BROOD & SPELEN B.V.,
gevestigd te Scherpenzeel,
eiseres,
advocaat mr. A.J. Stokkers te Ede,
de stichting
STICHTING PRIMAIR OPENBAAR ONDERWIJS EDE,
gevestigd te Ede,
gedaagde,
advocaat mr. H.J. Brouwer te Woerden.
Partijen zullen hierna Brood & Spelen en Proominent genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Brood & Spelen
- de pleitnota van Proominent.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. De ondernemingsactiviteiten van Brood & Spelen bestaan uit het verzorgen van tussenschoolse en buitenschoolse opvang ten behoeve van leerlingen in het basisonderwijs.
2.2. De activiteiten van Proominent bestaan uit het in stand houden van scholen voor openbaar primair onderwijs in de gemeente Ede.
2.3. Onder het (bevoegd) gezag van Proominent valt de openbare basisschool Calluna aan de Sijsseltselaan 16 te Ede (hierna: de Callunaschool).
2.4. Als productie 1 bij de dagvaarding heeft Brood & Spelen een niet ondertekende overeenkomst buitenschoolse opvang (hierna: de bso-overeenkomst) tussen partijen overgelegd, waarin onder meer de volgende bepalingen zijn opgenomen:
Artikel 1 Dienstverlening
1.1. Brood & Spelen verzorgt met ingang van 1 augustus in opdracht van Proominent de buiten¬schoolse opvang in het schoolgebouw van Proominent aan het adres Sijseltselaan 16 te Ede. (…)
Artikel 2 Duur van de overeenkomst
2.1 De overeenkomst is aangegaan voor de duur van 3 jaar en eindigt van rechtswege op 1 augustus 2012, zonder dat voorafgaande opzegging vereist is.
Artikel 6 Gebruik ruimte
6.1 Brood & Spelen is gerechtigd, in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst, gebruik te maken van het daartoe ingerichte noodlokaal/BSO lokaal, de centrale hal, het speellokaal, een klaslokaal, de toiletten en het buitenterrein van het in artikel 1.1 bedoelde schoolgebouw van Proominent. Eén en ander in overeenstemming met de afspraken die zijn vastgelegd in de aparte huurovereenkomst, waarvan de inhoud van deze overeenkomst deel uit maakt.
2.5. Als productie 2 bij de dagvaarding heeft Brood & Spelen een niet ondertekende huurovereenkomst tussen partijen overgelegd, waarin onder meer de volgende bepalingen zijn opgenomen:
Artikel 1 Algemeen
1.1 Partijen verhuren respectievelijk op grond van artikel 108 WPO de volgende ruimte(n):
Noodlokaal en mede gebruik van de centrale hal/het speellokaal, een klaslokaal, de toiletten en een deel van het buitenterrein. Wanneer de nieuwbouw gereed is wordt het noodlokaal vervangen door het BSO-lokaal. De ruimte maakt deel uit van het onder Proominent ressorterende schoolgebouw van de Callunaschool, gelegen te Ede, aan de Sijseltselaan 16.
Artikel 2 Huurperiode
2.1 Deze overeenkomst geldt voor een periode van 3 jaar, vanaf 1 augustus 2009 en eindigt van rechtswege op 1 augustus 2012, zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. Eén en ander behoudens het bepaalde in artikel 108 lid 2 WPO.
2.6. Brood & Spelen heeft gedurende het schooljaar 2009/2010 op de Callunaschool
de buitenschoolse opvang verzorgd voor de leerlingen van de Callunaschool, met gebruik¬making van ruimten van het schoolgebouw.
2.7. Tijdens een bespreking in mei 2010 heeft Proominent Brood & Spelen te kennen gegeven dat met ingang van het schooljaar 2010/2011 Proominent geen gebruik meer zal maken van de buitenschoolse opvang van Brood & Spelen en dat Brood & Spelen geen BSO-ruimte ter beschikking zal worden gesteld in het (vernieuwde) schoolgebouw van de Callunaschool.
3.1. Brood & Spelen vordert samengevat - nakoming van de bso-overeenkomst en de huurovereenkomst, hierna gezamenlijk ook aan te duiden als de (beide) overeenkomsten, op straffe van een dwangsom.
3.2. Brood & Spelen stelt dat partijen ondubbelzinnig zijn overeengekomen dat Brood & Spelen voor een periode van drie jaar met ingang van 1 augustus 2009 in opdracht van Proominent de buitenschoolse opvang op de Callunaschool gaat verzorgen en dat Brood & Spelen in dat kader gebruik mag maken van de in de huurovereenkomst aangeduide ruimten in de Callunaschool. Voorts stelt Brood & Spelen dat nu Proominent heeft medegedeeld
dat Brood & Spelen vanaf het schooljaar 2010/2011 de buitenschoolse opvang op de Callunaschool niet meer mag verzorgen en aan Brood & Spelen geen BSO-ruimte ter beschikking zal worden gesteld, er een tekortkoming van Proominent dreigt in de nakoming van de overeenkomsten, waardoor Brood & Spelen grote schade zal lijden, als gevolg waarvan Brood & Spelen een spoedeisend belang heeft bij de onderhavige vordering.
3.3. Proominent voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van Brood & Spelen vloeit in voldoende mate voort uit haar stellingen en standpunten.
4.2. Het meest verstrekkende verweer van Proominent is dat er tussen partijen geen overeenkomst is over de buitenschoolse opvang op de Callunaschool. Volgens Proominent kan Brood & Spelen aan de door haar overgelegde overeenkomsten geen rechten ontlenen, nu dat slechts niet ondertekende conceptovereenkomsten zijn, die door Proominent nooit zijn geaccordeerd.
4.3. Uit de door Brood & Spelen overgelegde stukken, waaronder de beide overeen¬kom¬sten, de daarbij behorende bijlagen en de ter zake gevoerde (e-mail)correspondentie
in combinatie met de toezending van die overeenkomsten per e-mail mede aan Proominent, blijkt in voldoende mate dat over de essentialia van de overeenkomsten tussen partijen overeen¬stemming is bereikt. Proominent erkent dat zij in juli 2009 met Brood & Spelen een bespreking heeft gehad over het voornemen van Brood & Spelen om buiten¬schoolse opvang te verzorgen op de Callunaschool. Uit de e-mailberichten moet worden afgeleid dat die
e-mails door Brood & Spelen behalve aan de heer [betrokkene], de directeur van de Callu¬na¬school, ook zijn verstuurd aan de heer [betrokkene], de algemeen directeur van Proominent. In het licht daarvan kan Proominent niet volstaan met de enkele blote ontken¬ning dat die gegevens (waaronder de conceptovereenkomsten) bij haar zijn aangekomen. Derhalve is voldoende aannemelijk dat partijen over de buiten¬schoolse opvang vooraf overleg hebben gehad en dat Proominent tijdig kennis heeft gehad van de conceptovereen¬komsten. Daarnaast is niet van ondergeschikt belang dat een jaar lang met medeweten van Proominent uitvoering is gegeven aan de overeenkomsten in de zin dat Brood & Spelen gedurende het schooljaar 2009/2010 in de overeengekomen ruimten de buitenschoolse opvang op de Callunaschool heeft verzorgd.
4.4. Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, is voorshands voldoende komen vast te staan dat tussen partijen de beide overeen¬komsten tot stand zijn gekomen. Dat die overeenkomsten niet zijn ondertekend doet daar niet aan af. Evenmin doet daaraan af dat Brood & Spelen de overeengekomen huurprijs (nog) niet aan Proominent heeft betaald, omdat niet duidelijk is of die aan de gemeente Ede of aan Proominent toekomt.
4.5. Vervolgens heeft Proominent het verweer gevoerd dat de huurovereenkomst op grond van artikel 108 lid 1 jo. lid 5 Wet op het primair onderwijs (WPO) nietig is, omdat de vereiste toestemming van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede (hierna: het college van B&W) voor de verhuur van delen van het schoolgebouw van de Callunaschool aan Brood & Spelen ontbreekt.
4.6. De Callunaschool is een openbare school die in stand wordt gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 48 WPO, zijnde Proominent. Proominent is het bevoegd gezag in de zin van de WPO van de Callunaschool. Krachtens artikel 108 lid 1 WPO kan Proominent als bevoegd gezag van de Callunaschool, een gedeelte van het schoolgebouw of terrein van de Callunaschool verhuren aan een derde. Voor verhuur is de toestemming van het college van B&W vereist. Op grond van het vijfde lid van artikel 108 WPO heeft het zonder toestemming van het college van B&W verhuren tot gevolg dat de huurovereenkomst nietig is.
4.7. Partijen verschillen van mening over het al dan niet verleend zijn van toestemming door het college van B&W voor de huurovereenkomst. Volgens Brood & Spelen heeft de directeur van Proominent de directeur van Brood & Spelen in juli 2009 telefonisch mede¬gedeeld dat toestemming van het college van B&W is verkregen voor de huurovereenkomst, hetgeen Proominent ten stelligste betwist. Nu Proominent stelt dat de toestemming van het college van B&W voor de verhuur aan Brood & Spelen ontbreekt en zich beroept op het rechtsgevolg daarvan, te weten nietigheid van de huurovereenkomst, dient Proominent gelet op de voldoende gemotiveerde betwisting van Brood & Spelen, op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv te bewijzen en in kort geding daarom aannemelijk te maken, dat de huurovereen¬komst is aangegaan zonder de toestemming van het college van B&W. Proominent is daarin niet geslaagd nu dat uit geen enkel concreet gegeven volgt, zodat voorshands niet kan worden aangenomen dat de huurovereenkomst nietig is.
4.8. Tot slot heef Proominent het verweer gevoerd dat de huurovereenkomst op grond van artikel 108 lid 2 WPO van rechtswege eindigt omdat het verhuurde gedeelte van het schoolgebouw van de Callunaschool met ingang van het nieuwe schooljaar 2010/2011 nodig is voor eigen gebruik.
4.9. Op grond van artikel 108 lid 2 WPO eindigt de huurovereenkomst indien het verhuurde deel nodig is voor gebruik door de eigen school. Nu Proominent stelt dat zij het komende schooljaar het hele schoolgebouw van de Callunaschool nodig heeft voor eigen gebruik en zich beroept op het rechtsgevolg daarvan, moet zij die stelling, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan, conform de hoofdregel van artikel 150 Rv in dit kort geding aannemelijk maken.
4.10. Brood & Spelen heeft onvoldoende betwist gesteld dat in de nieuwbouw van de Callunaschool veel lokalen zijn bijgebouwd, zodat er voor Brood & Spelen voldoende ruimte beschikbaar blijft. Dat Proominent in het nieuwe schoolgebouw naast de Calluna¬school een aanvullend nieuw onderwijsconcept wil starten, de “Parapluschool” geheten, waardoor er geen ruimte meer beschikbaar zou zijn voor Brood & Spelen, is door Proominent onvoldoende concreet onderbouwd. Bovendien maakt Brood & Spelen gebruik van het schoolgebouw buiten schooltijd, zodat het niet waarschijnlijk lijkt dat op die tijden het hele gebouw bezet zal zijn vanwege eigen gebruik. Tegenover de gemotiveerde betwis¬ting van Brood & Spelen heeft Proominent dan ook niet, althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de aan Brood & Spelen verhuurde gedeelten van het schoolge¬bouw van de Callunaschool nodig zijn voor eigen gebruik. Dit betekent dat op voorhand niet kan worden geoordeeld dat de huurovereenkomst conform artikel 108 lid 2 WPO met ingang van het nieuwe schooljaar 2010/2011 eindigt.
4.11. Al het voorgaande leidt vooralsnog tot de conclusie dat beide overeenkomsten moeten worden nagekomen, zodat de daarop gerichte vordering van Brood & Spelen zal worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.12. Proominent zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Brood & Spelen worden begroot op:
- dagvaarding € 73,89
- vast recht € 263,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.152,89
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt Proominent om Brood & Spelen in de gelegenheid te stellen de buitenschoolse opvang op de Callunaschool te verzorgen en om Brood & Spelen in dat kader met ingang van het schooljaar 2010/2011 een BSO-lokaal, de centrale hal, een klaslokaal, de toiletten en een deel van het buitenterrein van de Callunaschool ter beschikking te stellen, een en ander op de wijze zoals vastgelegd in de als productie 1 en 2 aan de inleidende dagvaarding gehechte overeenkomst buitenschoolse opvang en huurovereenkomst,
5.2. veroordeelt Proominent om aan Brood & Spelen een dwangsom te betalen van
€ 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 150.000,00 is bereikt,
5.3. veroordeelt Proominent in de proceskosten, aan de zijde van Brood & Spelen tot op heden begroot op € 1.152,89,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 30 juli 2010.