ECLI:NL:RBARN:2010:BM6348
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Benoeming en ontheffing van deskundige in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 28 april 2010 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiseres] en de Stichting Gezondheidszorg Rivierenland. De zaak betreft de benoeming van een deskundige, prof. dr. P.R.G. [betrokkene], die door de rechtbank was aangesteld. Echter, na bezwaren van de eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.J. van Benthem, over de neutraliteit van de deskundige in verband met verwikkelingen in een andere zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat de benoeming van de deskundige onwenselijk is. De rechtbank heeft daarom besloten om prof. [betrokkene] van zijn benoeming te ontheffen en een andere deskundige, dr. J.D. Meeuwis, te benoemen.
De rechtbank heeft in het vonnis ook de financiële aspecten van de benoeming van de deskundige behandeld. Het voorschot op het loon en de kosten van de deskundige is vastgesteld op € 5.000,00, met een aanvullende betaling van € 3.000,00 door het ziekenhuis. De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige binnen twee weken na ontvangst van het voorschot een afspraak moet maken voor het onderzoek en dat hij een schriftelijk conceptrapport uiterlijk op 16 juli 2010 moet indienen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters R.J.B. Boonekamp, A.E.B. ter Heide en C.M.E. Lagarde. De rechtbank heeft in dit vonnis de procedurele stappen en de verantwoordelijkheden van de deskundige en de partijen duidelijk uiteengezet, evenals de voorwaarden waaronder het onderzoek zal plaatsvinden.