ECLI:NL:RBARN:2010:BL9752

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
192826
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in kort geding na faillissement van Ava Bouw B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Arnhem, is een kort geding aanhangig gemaakt door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ava Bouw B.V., gevestigd te Nijverdal. De procedure is gestart op 17 december 2009, met een verzoek om vonnis te wijzen. Echter, op 27 januari 2010 werd Ava Bouw B.V. in staat van faillissement verklaard door de rechtbank Almelo. Dit heeft gevolgen voor de rechtsvorderingen die Ava Bouw had ingesteld, aangezien volgens artikel 23 van de Faillissementswet de gefailleerde vanaf het moment van faillietverklaring niet langer handelingen kan verrichten die zijn vermogen raken.

De advocaat van Ava Bouw heeft op dezelfde dag een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter, maar dit verzoek is zonder gevolg gebleven. De kort gedingprocedure is geschorst, en de advocaat van de gedaagden kreeg de gelegenheid om de curator van Ava Bouw op te roepen tot overneming van de procedure. De curator heeft echter laten weten de procedure niet te zullen overnemen. De advocaat van de gedaagden heeft vervolgens verzocht om ontslag van de instantie, met veroordeling van Ava Bouw in de kosten van het kort geding.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die het gevraagde ontslag van de instantie zouden moeten weigeren. Daarom zijn de gedaagden ontslagen van de instantie. Tevens is Ava Bouw veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.078,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.A. van der Pol op 23 maart 2010, in aanwezigheid van de griffier E.J. Wouters.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 192826 / KG ZA 09-779
Vonnis in kort geding van 23 maart 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AVA BOUW B.V.,
gevestigd te Nijverdal, gemeente Hellendoorn,
eiseres,
advocaat mr. N.M. Nijhoff te Almelo,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde1],
gevestigd te [vest./woonplaats],
2. [gedaagde2],
wonende te [woonplaats],
3. [gedaagde3],
wonende te [vest./woonplaats],
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde4],
gevestigd te [vest./woonplaats],
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde5],
gevestigd te [vest./woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. K.J.T. Boersma te Tiel.
Partijen zullen hierna Ava Bouw en [gedaagden] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bijbehorende producties
- de door [gedaagden] overgelegde producties
- de mondelinge behandeling op 17 december 2009
- de pleitnota van Ava Bouw
- de pleitnota van [gedaagden]
- de pro forma aanhouding tot 1 februari 2010 ten behoeve van schikkingsonderhandelingen
- de brieven van de advocaat van Ava Bouw van 27 januari 2010 en 5 februari 2010
- de brief van de griffier van deze rechtbank aan de advocaat van [gedaagden] d.d. 22
februari 2010
- de brief van de advocaat van [gedaagden] aan de voorzieningenrechter d.d. 9 maart
2010 met afschrift daarvan aan de curator van Ava Bouw.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De motivering van de beslissing
2.1. Uit de hiervoor genoemde correspondentie is gebleken dat Ava Bouw bij vonnis van de rechtbank Almelo van 27 januari 2010 in staat van faillissement is verklaard.
Ingevolge artikel 23 van de Faillissementswet geldt dat vanaf 00.00 uur op de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken de gefailleerde niet langer handelingen kan verrichten die zijn vermogen raken. Het verzoek van de advocaat van Ava Bouw van dezelfde dag (27 januari 2010) aan de voorzieningenrechter om vonnis te wijzen is daarom zonder gevolg gebleven. Als uitgangspunt heeft daarom te gelden dat op 27 januari 2010 partijen (of een van hen) nog niet om het wijzen van vonnis hadden gevraagd.
Dat betekent dat het bepaalde in artikel 27, eerste lid van de Faillissementswet op de in dit kort geding door Ava Bouw ingestelde rechtsvorderingen van toepassing is.
Met inachtneming van dat artikel is deze kort gedingprocedure geschorst en is aan de advocaat van [gedaagden] de gelegenheid gegeven om binnen twee weken de curator van Ava Bouw tot overneming van deze kort gedingprocedure op te roepen.
Bij brief van 9 maart 2010 heeft de advocaat van [gedaagden] aan de voorzieningenrechter bericht dat de curator van Ava Bouw de procedure niet zal overnemen.
Tevens heeft die advocaat in die brief om ontslag van de instantie verzocht met – voor zoveel mogelijk – veroordeling van Ava Bouw in de kosten van dit kort geding.
2.2. Gelet op het bepaalde in artikel 27, tweede lid van de Faillissementswet en in aanmerking genomen dat voor het overige geen feiten en/of omstandigheden zijn gesteld of gebleken op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat het gevraagde ontslag van de instantie dient te worden geweigerd, zullen [gedaagden] ontslagen worden van de instantie.
2.3. Ava Bouw zal in de kosten van dit kort geding worden veroordeeld. Door het ontslag van instantie wordt immers een einde gemaakt aan het geding zonder dat de vordering van (de inmiddels gefailleerde) Ava Bouw in rechte is gehonoreerd. In zoverre kan Ava Bouw dus worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Dat zij in staat van faillissement is geraakt, is een omstandigheid die niet ten nadele van haar wederpartij(en) mag strekken. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.078,00
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. ontslaat [gedaagden] van de instantie,
3.2. veroordeelt Ava Bouw in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op € 1.078,--,
3.3. verklaart dit vonnis ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A van der Pol en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier E.J. Wouters op 23 maart 2010.