ECLI:NL:RBARN:2010:BL3723

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
5 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
196189
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over levering van strooizout tussen Provincie Gelderland en Eurosalt

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Provincie Gelderland en Eurosalt Handelsmaatschappij B.V. over de levering van strooizout. De Provincie Gelderland had op 30 maart 2007 een raamovereenkomst gesloten met Eurosalt naar aanleiding van een Europese aanbesteding voor de levering van wegenzout ten behoeve van gladheidbestrijding. In het kort geding vorderde de Provincie Gelderland dat Eurosalt de in de raamovereenkomst vastgelegde hoeveelheden strooizout zou leveren, ondanks dat Eurosalt stelde dat het overeengekomen maximum tonnage was bereikt. De Provincie Gelderland betwistte deze stelling en voerde aan dat er geen maximum was overeengekomen, en dat Eurosalt verplicht was om de bestelde hoeveelheden te leveren.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van de Provincie Gelderland groot was, gezien de winterse omstandigheden en de noodzaak om gladheid te bestrijden. De rechter oordeelde dat Eurosalt in beginsel gehouden was om de bestelde hoeveelheden strooizout te leveren, en dat de raamovereenkomst ook voor verdere bestellingen onverkort van toepassing was. De rechter wees de vorderingen van de Provincie Gelderland toe, waarbij Eurosalt werd opgedragen om 200 ton strooizout uiterlijk op 5 februari 2010 en 300 ton strooizout uiterlijk op 8 februari 2010 te leveren, tegen een prijs van € 70,-- per ton, onder protest van de Provincie Gelderland.

Daarnaast werd Eurosalt veroordeeld tot betaling van een kortingsbedrag indien niet aan de leveringsverplichtingen werd voldaan, en werd zij in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van levering in spoedeisende situaties en de interpretatie van contractuele verplichtingen in het kader van overmacht en onvoorziene omstandigheden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 196189 / KG ZA 10-89
Vonnis in kort geding van 5 februari 2010
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE GELDERLAND,
zetelend te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. G.C. Vergouwen te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROSALT HANDELSMAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te Moerdijk,
gedaagde,
advocaat mr. W.M. Ritsema van Eck te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Provincie Gelderland en Eurosalt worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de producties van Eurosalt
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Provincie Gelderland
- de pleitnota van Eurosalt.
1.2. Vanwege de spoedeisendheid van de zaak is daarin op 5 januari 2010 vonnis gewezen. Hierna zullen de overwegingen van dat vonnis worden gegeven.
2. De feiten
2.1. Als uitvloeisel van een door Provincie Gelderland uitgeschreven Europese openbare aanbesteding inzake ‘Levering van Wegenzout ten behoeve van gladheidbestrijding Provincie Gelderland’ heeft Provincie Gelderland op 30 maart 2007 een raamovereenkomst gesloten met Eurosalt. In deze raamovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
Hoofdstuk 1 Aard van de Raamovereenkomst
1.1 Leverancier verplicht zich gedurende de looptijd van deze Raamovereenkomst aan de Provincie Wegenzout te leveren overeenkomstig het Bestek, de Offerte en de voorwaarden en bepalingen van deze Raamovereenkomst, inclusief Bijlagen.
1.3 Voor zover de Raamovereenkomst, de Algemene Voorwaarden en/of de overige Bijlagen met elkaar in tegenspraak zijn, geldt bij de interpretatie van de Raamovereenkomst de navolgende rangorde, waarbij de inhoud van het hoger genoemde document prevaleert boven het lager genoemde:
1. de Raamovereenkomst
2. (eventueel) het verslag van het afstemmings- en verificatiegesprek d.d. --]
3. de nota van inlichtingen d.d. 22 december 2006 & 12 januari 2007
4. het Bestek
5. de Offerte
6. de Algemene Voorwaarden
7. (eventuele overige relevante stukken)
Hoofdstuk 2 Duur van de Raamovereenkomst
2.1 Deze Raamovereenkomst is van kracht met ingang van 1 mei 2007.
2.2 Deze Raamovereenkomst is aangegaan voor een periode van 3 jaar en eindigt derhalve op 1 mei 2010.
Hoofdstuk 3 Opdrachten tot levering
3.1 Afnemers kunnen op ieder moment Opdrachten tot Levering plaatsen bij Leverancier. Leverancier zal de te leveren hoeveelheid Wegenzout conform het door de Afnemer in de Opdracht tot Levering bepaalde afleveren.
Hoofdstuk 4 Levertijd en aflevertijden
4.4 De Leverancier verplicht zich om een hoeveelheid Droog Wegenzout van ongeveer 10.000 ton per jaar als Winterleveringen te kunnen leveren en 1400 ton Nat Wegenzout per jaar. De Provincie is niet verplicht deze hoeveelheid geheel of gedeeltelijk af te nemen.
Hoofdstuk 8 Prijs
8.1 De prijzen van het geleverde Wegenzout worden onderscheiden in een zomertarief en een wintertarief voor zowel Droog als Nat Wegenzout.
Droog Wegenzout -> Het zomertarief geldt voor Zomerleveringen en bedraagt
€ 42,-- per ton.
Het wintertarief geldt voor Winterleveringen en bedraagt € 47,-- per ton.
Nat Wegenzout -> Het zomertarief geldt voor Zomerleveringen en bedraagt
€ 36,-- per ton.
Het wintertarief geldt voor Winterleveringen en bedraagt € 36,-- per ton.
8.2 De in artikel 8.1 genoemde prijzen gelden tot 1 mei 2008. De door Inschrijver geoffreerde (zomer- en winter-)prijzen zijn vast tot 1 mei 2008. Na deze datum zullen de prijzen, indien noodzakelijk, jaarlijks worden aangepast.
Hoofdstuk 11 Korting bij te late aflevering
11.1 Indien niet binnen de overeengekomen termijn op de overeengekomen plaats(en) Wegenzout is afgeleverd, is de Leverancier aan de betreffende Afnemer zonder aanmaning of andere voorafgaande verklaring een onmiddellijk opeisbare en niet voor compensatie vatbare korting verschuldigd van € 7.500,-- (zevenduizend vijfhonderd euro) per dag per levering per steunpunt dat de levertijd wordt overschreden. De kortingen laten de rechten van de Provincie en de betreffende Afnemer, waaronder die op schadevergoeding, onverlet. Kortingen worden verrekend met de door de betreffende Afnemer verschuldigde bedragen.
Hoofdstuk 12 Slotbepalingen
12.4 Alle geschillen, welke mochten ontstaan naar aanleiding van de Raamovereenkomst en die niet door minnelijk overleg blijken te kunnen worden opgelost, zullen worden voorgelegd aan de rechtbank te Arnhem.
2.2. In het bij de hiervoor genoemde aanbesteding behorende bestek ‘Levering van Wegenzout ten behoeve van gladheidbestrijding Provincie Gelderland’, besteksnummer 2006/S 226-242371, is onder meer het volgende opgenomen:
1.3 Inhoud van de Opdracht op hoofdlijnen
De te gunnen Opdracht behelst de levering(en) van wegenzout ten behoeve van de gladheidsbestrijding op het grondgebied van de Provincie Gelderland. In deze aanbesteding wordt de volgende behoefte aan wegenzout aanbesteed:
- Droog wegenzout: 10.000 ton per jaar;
- Nat wegenzout: 1.400 ton per jaar.
Aan deze schatting kan een inschrijver/leverancier geen rechten ontlenen.
2.3. In de in het kader van bedoelde aanbestedingsprocedure verschenen Nota’s van Inlichtingen zijn ten aanzien van de raamovereenkomst onder meer de volgende twee vragen gesteld:
10. Er wordt geen minimum volume overeengekomen (m.a.w. er is geen afnameverplichting bij de koper). Het is reëel en gebruikelijk om een maximum volume (volumeplafond) overeen te komen met daaraan gekoppeld een prijs en een leververplichting voor de leverancier.
Leverplicht voor een onbenoemd (dus feitelijk onbeperkt) volume tegen een vaste prijs/ton ten opzichte van geen afnameplicht voor de koper en tevens een boetebeding bij niet (tijdig) leveren is niet in balans. Grote wegenzout-contracten, zoals bijvoorbeeld het RWS contract, hebben een volume bepaling, waarbij het gebruikelijk is het contractvolume gelijk te stellen aan bv. 2 x het depotvolume. Voorstel: aanpassing van aanbesteding waarbij prijzen geldig zijn voor een benoemd volume. En boven het benoemde volume mogelijkheid tot prijsaanpassing. Graag aanpassing conform.
12. Concept raamovereenkomst: par 4.4 is de prijs opnieuw onderhandelbaar als het gestelde totaal tonnage van 10.000 ton wordt overschreden?
welke in diezelfde Nota van Inlichtingen als volgt zijn beantwoord:
10. Neen, volumes zijn gebaseerd op de gemiddelde leveranties van de afgelopen drie (3) jaar.
12. Neen
2.4. Bij faxbericht van 1 februari 2010 heeft de heer [betrokkene1], directeur van Eurosalt, onder meer het volgende bericht aan de heer [betrokkene2], hoofd afdeling beheer en onderhoud wegen van Provincie Gelderland:
Op grond van artikel 4.4. van de raamovereenkomst is Eurosalt verplicht om een hoeveelheid Droog Wegenzout van ongeveer 10.000 ton per jaar als Winterleveringen te kunnen leveren. Vanwege het karakter van de overeenkomst als raamovereenkomst is in artikel 4.4. tevens bepaald dat de Provincie niet gehouden is de genoemde hoeveelheden af te nemen.
Thans hebben wij voor dit jaar circa 10.600 ton droog Wegenzout aan de Provincie geleverd op grond van de raamovereenkomst. Wij hebben derhalve voldaan aan de op ons rustende leveringsverplichting.
Indien u thans meer wegenzout dan de overeengekomen hoeveelheden wenst te bestellen, dan kwalificeert die bestelling als een nieuwe opdracht. In de gesloten raamovereenkomst is immers geen mogelijkheid voor aanvullende leveringen opgenomen. Overigens zou u vanwege de dringende spoed van de bestelling deze niet Europees behoeven aan te besteden.
Voor een nieuwe opdracht dient u met ons de daarvoor geldende condities overeen te komen. Zoals wij hebben aangegeven zijn wij graag beschikbaar voor overleg.
Wij nodigen u graag uit om op korte termijn tot een overeenstemming te komen inzake de komende leveranties.
2.5. In aanvulling op voornoemd faxbericht heeft [betrokkene1] bij brief van 3 februari 2010 onder meer het volgende aan [betrokkene2] bericht:
Wij hebben u aangegeven graag met de Provincie afspraken te willen maken over aanvullende leveringen Wegenzout. In onze visie zouden deze leveringen een aanvulling zijn op de gesloten raamovereenkomst. (…) De onderstaande aanbieding voor de aanvullende leveringen past in onze visie binnen het aanbestedingsrechtelijke kader.
De prijs bedraagt € 70,-- per ton Droog Wegenzout vanaf 1/2/2010. Deze prijs is exclusief BTW en inclusief franco levering per volle vracht. De prijs is gelijk aan de prijs die het Zoutloket hanteert voor de uitlevering van zout aan gemeenten. Deze prijs geldt tot en met 01/05/2010.
De aanpassing van de prijs - ten opzichte van de in de oorspronkelijke raamovereenkomst opgenomen prijs - komt voort uit de huidige marktomstandigheden. Eurosalt is vanwege de schaarste op de markt genoodzaakt gebruik te maken van langere aanvoerlijnen om zout in te kopen. Het zout wordt bijvoorbeeld nu per boot vanuit o.a. Tunesië / Egypte en Italië geleverd in plaats van de mijnen in Duitsland.
Voor de aanvullende leveringen gelden vanwege de huidige - extreme - marktsituatie tevens aangepaste leveringscondities. Eurosalt zal zich maximaal inspannen de Provincie op haar steunpunten ‘strooiende’ te houden en op zo kort mogelijke termijn te leveren.
Bij de aanvullende leveringen dient Eurosalt rekening te houden met het algemeen belang. Levering geschiedt derhalve aan de hand van prioritering en beschikbaarheid. Op basis van gewenste afnames door haar klanten, de verstrekte (voorraad)informatie, in combinatie met de weersvoorspellingen en de concrete gesteldheid van de gladheidsbestrijding wordt de prioritering zo objectief mogelijk door Eurosalt vastgesteld. Het is derhalve mogelijk dat een levering aan de Provincie in verband met het aanvullen van voorraden naar achteren wordt geschoven ten gunste van acuut noodzakelijke leveringen elders in Nederland in verband met plaatselijke gladheid/koude. Anderzijds zal ook de Provincie Gelderland voor acute leveringen - zoals bijvoorbeeld deze week voor Ruurlo het geval was - door Eurosalt boven andere uitvragen worden voorzien van zout. Wij streven ernaar de Provincie naar beste kunnen strooiende te houden.
Met onze andere afnemers hebben wij voor aanvullende leveringen soortgelijke afspraken gemaakt. Wij vertrouwen u akkoord met de uitgangspunten voor de aanvullende leveringen, zolang de huidige marktsituatie voortduurt. Dit zal naar verwachting de resterende winterperiode zijn.
Graag ontvangen wij een ondertekend exemplaar van deze brief voor akkoord retour. Daarbij vernemen wij graag zo spoedig mogelijk de thans door de Provincie gewenste leveringen en de prioriteit daarvan, zodat wij met de behoefte van de Provincie rekening kunnen houden bij de verdeling van de te verwachten leveringen.
2.6. In reactie hierop heeft [betrokkene2] per brief van 4 februari 2010 onder meer het volgende aan Eurosalt bericht:
De stellingname als verwoord in uw brief van 3 februari 2010 stelt teleur. Zoals onze raadsman heeft besproken met de uwe is uw stelling dat er een maximum is overeengekomen juridisch onjuist. Op grond van de gemaakte afspraken mag u ook na uitlevering van 10.600 ton de prijs niet verhogen. Die discussie hebben wij vooraf al gevoerd en beslecht. Ik verwijs naar de diverse nota’s van inlichtingen.
Wat daar ook van zij, uit uw brieven moeten wij opmaken dat u niet zult beleveren tenzij het hogere bedrag wordt betaald. Gezien onze publieke taak en de noodzaak om in de huidige winterse omstandigheden de gladheid te bestrijden, zien wij ons met de rug tegen de muur geplaatst. Wij hebben nog een strooivoorraad waarmee het huidige beperkte regime vol te houden is tot en met het komend weekend. Belevering is derhalve acuut noodzakelijk.
Wij zullen daarom - onder protest - de door u opgelegde prijs ad EUR 70,-- per ton Droog Wegenzout betalen voor de bestelde partij (de Opdracht tot Levering is al in uw bezit). Telefonisch heeft u reeds toegezegd op 4 februari 30 ton, op 5 februari 200 ton en op 8 februari 300 ton aan ons te leveren.
Wel behouden wij ons uiteraard alle rechten voor. Wij blijven immers van mening dat de raamovereenkomst zich ook over deze leveranties uitstrekt.
Graag vernemen wij omgaand, maar uiterlijk vóór 13.00 uur vandaag, met een kort schriftelijk woord of acute levering met deze oplossing onvoorwaardelijk is veiliggesteld, bij gebreke waarvan wij ervan uit moeten gaan dat een kort geding toch noodzakelijk zal zijn om belevering veilig te stellen.
2.7. Bij e-mailbericht van 4 februari 2010 heeft de heer [betrokkene3] van Eurosalt onder meer het volgende aan [betrokkene2] bericht:
Wij verlangen een duidelijke keus van de Provincie Gelderland.
Vandaag tekenen voor akkoord onder de nieuwe voorwaarden zoals gestuurd betekent concreet dat wij vrijdag 5 februari en maandag 8 februari de hoeveelheden gaan uitleveren.
Indien u het hier niet mee eens bent zien wij van verdere leveringen aan de Provincie Gelderland af.
3. Het geschil
3.1. Provincie Gelderland vordert nadat zij ter zitting haar eis heeft aangevuld, dat Eurosalt wordt geboden:
a. de tussen partijen gesloten raamovereenkomst na te leven,
b. (primair) de in de opdracht tot levering opgenomen hoeveelheid droog wegenzout van 200 ton uiterlijk op 5 februari 2010 uit te leveren, een en ander op de locaties en in de hoeveelheden als bevestigd in de als productie 9 in het geding gebrachte fax/e-mail, althans (subsidiair) uit te leveren tegen een prijs van € 70,-- per ton onder voorbehoud van alle rechten,
c. (primair) de in de opdracht tot levering opgenomen hoeveelheid droog wegenzout van 300 ton uiterlijk op 8 februari 2010 uit te leveren, een en ander op de locaties en in de hoeveelheden als bevestigd in de als productie 9 in het geding gebrachte fax/e-mail, althans (subsidiair) uit te leveren tegen een prijs van € 70,-- per ton onder voorbehoud van alle rechten.
Tevens vordert Provincie Gelderland dat Eurosalt wordt veroordeeld tot betaling - binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis - van het kortingsbedrag als bepaald in artikel 11.1 van de raamovereenkomst, indien en voor zover niet aan de sub b. en c. bedoelde verplichtingen wordt voldaan, althans (subsidiair) van een in goede justitie te bepalen alternatieve dwangsom, alsmede dat zij wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3.2. Provincie Gelderland legt - kort gezegd - het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Eurosalt weigert ten onrechte verdere leveranties van strooizout te doen onder de in de raamovereenkomst vastgelegde condities, waaronder de prijs, op grond van de stelling dat het overeengekomen maximum tonnage strooizout is bereikt. Zowel uit de raamovereenkomst als uit de aanbestedingsstukken, met name de Nota’s van Inlichtingen, volgt volgens Provincie Gelderland immers duidelijk dat er geen maximum tonnage per jaar als winterleveringen is overeengekomen. Het kan ook nimmer de bedoeling van partijen zijn geweest om minder dan de daadwerkelijke behoefte aan strooizout aan te besteden, dan wel overeen te komen. Eurosalt is dan ook gehouden verdere leveranties van strooizout gewoon onder de raamovereenkomst te laten vallen en zij dient de afgeroepen orders op de kortst mogelijke termijn uit te leveren tegen de in de raamovereenkomst overeengekomen prijzen en leveringsvoorwaarden.
3.3. Eurosalt voert gemotiveerd verweer waarop, voor zover van belang, hierna zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van Provincie Gelderland.
4.2. Het gaat in dit kort geding om de vraag of Eurosalt gehouden is onder de in de raamovereenkomst vastgelegde prijzen en leveringsvoorwaarden strooizout te blijven leveren aan Provincie Gelderland. Eurosalt betwist dit. Zij stelt zich op het standpunt dat uit alle relevante (aanbestedings)stukken kan worden afgeleid dat de rechten van Provincie Gelderland in de raamovereenkomst duidelijk zijn afgebakend, in die zin dat zij tot een maximum van ongeveer 10.000 ton strooizout per jaar kan bestellen. Nu vaststaat dat Provincie Gelderland in deze winterperiode al 10.600 ton strooizout geleverd heeft gekregen, heeft Eurosalt aan haar leveringsverplichting op grond van de raamovereenkomst voldaan. Indien Provincie Gelderland meer strooizout wenst te bestellen, is dat een nieuwe - buiten de raamovereenkomst vallende - opdracht waarover zij overeenstemming met Eurosalt dient te bereiken. Volgens Provincie Gelderland is de raamovereenkomst onverkort van toepassing en weigert Eurosalt ten onrechte strooizout te leveren onder de daarin vastgelegde condities. Zij verwijst daarbij naar de raamovereenkomst zelf, alsmede naar de onderliggende aanbestedingsstukken.
4.3. Uit het voorgaande volgt dat partijen van mening verschillen over de vraag hoe (artikel 4.4 van) de raamovereenkomst moet worden uitgelegd. Artikel 4.4 bepaalt: “De Leverancier verplicht zich om een hoeveelheid Droog Wegenzout van ongeveer 10.000 ton per jaar als Winterleveringen te kunnen leveren en 1400 ton Nat Wegenzout per jaar. De Provincie is niet verplicht deze hoeveelheid geheel of gedeeltelijk af te nemen.” De betekenis van dit artikel is niet geheel duidelijk. Met name valt daaruit niet onomstotelijk af te leiden dat de overeenkomst is uitgewerkt in geval Eurosalt in één jaar meer dan 10.000 ton strooizout heeft afgeleverd. In het licht van artikel 1.3 van de raamovereenkomst dienen bij interpretatie van de raamovereenkomst ook andere stukken te worden betrokken, waarbij in dit geval met name van belang zijn de in het kader van de aanbestedingsprocedure verschenen Nota’s van Inlichtingen. Op grond van de relevante passages uit die Nota’s van Inlichtingen, zie hiervoor 2.3, moet vooralsnog worden aangenomen dat de uitleg die Eurosalt geeft aan artikel 4.4 van de raamovereenkomst, in ieder geval niet juist is. De antwoorden op de gestelde vragen laten er weinig misverstand over bestaan dat de raamovereenkomst strekte tot levering van een ongelimiteerde hoeveelheid strooizout. Niet aangenomen kan worden als bedoeling dat een volumeplafond van 10.000 ton strooizout per jaar zou gelden, waarna de raamovereenkomst zou zijn uitgewerkt. Dit leidt tot de conclusie dat in beginsel de raamovereenkomst tussen partijen ook voor verdere zoutbestellingen onverkort geldt en dat Eurosalt in beginsel is gehouden deze na te komen, zoals Provincie Gelderland onder 3.1 sub a heeft gevorderd.
4.4. Tegenover deze vordering van Provincie Gelderland tot nakoming van de raamovereenkomst, stelt Eurosalt dat zij in de gegeven omstandigheden niet meer onder dezelfde voorwaarden kan en behoeft te leveren aan Provincie Gelderland. De aspecten die daarbij met name een rol spelen zijn de prijs, de prioritering en daarmee samenhangend de boete die is gesteld op het niet tijdig afleveren van een bestelling strooizout.
4.5. Met Eurosalt kan worden aangenomen dat als gevolg van het zeer uitzonderlijke en extreme winterweer in Nederland, zoals zich dat vanaf half december 2009 tot en met heden heeft voorgedaan, de vraag naar strooizout enorm is gestegen, als gevolg waarvan op de markt een tekort aan strooizout is ontstaan. In dit verband heeft Eurosalt gesteld dat naast Provincie Gelderland nog tal van andere overheden strooizout afnemen bij Eurosalt en dat de ten behoeve daarvan met die verschillende overheden gesloten overeenkomsten Eurosalt ook verplichten strooizout af te leveren. Daargelaten hoever die verschillende overeenkomsten precies reiken, is dat op zichzelf wel voldoende aannemelijk.
4.6. Een en ander heeft volgens Eurosalt ertoe geleid dat zij onvoldoende strooizout kan bemachtigen om iedereen waarmee zij een overeenkomst heeft gesloten, volledig te kunnen bedienen. Als gevolg hiervan heeft Eurosalt zich genoodzaakt gezien het beschikbare strooizout zoveel mogelijk te verdelen onder haar afnemers, met inachtneming van de nog aanwezige voorraden op de verschillende locaties (steunpunten), de mate van urgentie van het benodigde strooizout in de verschillende strooigebieden en de te verwachten weercondities in die betreffende strooigebieden. Deze levering naar prioriteit, mede met het oog op de zorg voor de publieke taak, maakt het mogelijk dat de strooigebieden waar het strooizout het hardste nodig is, het eerste worden voorzien. Daarbij komt nog dat uit de door Eurosalt in het geding gebrachte stukken in voldoende mate kan worden afgeleid dat ten gevolge van genoemde schaarste de prijs van strooizout - voor zover al beschikbaar - drastisch is gestegen.
4.7. Bij deze stand van zaken is het voorshands geoordeeld op zichzelf denkbaar dat,
hoewel de raamovereenkomst tussen partijen ook voor verdere bestellingen geldt, het niet of niet volledig kunnen voldoen aan de strooizoutbestellingen in een bodemprocedure aanleiding kan zijn voor een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden, dan wel overmacht. Ook is het vooralsnog niet onaannemelijk dat Eurosalt in een bodemprocedure een geslaagd beroep kan doen op onvoorziene omstandigheden voor wat betreft de overeengekomen prijs.
4.8. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan het voorgaande
evenwel niet ertoe leiden dat in het kader van dit kort geding de gevolgen van de raamovereenkomst moeten worden gewijzigd. De weercondities en de situatie op de zoutmarkt zijn zo ongewis en kunnen per bestelling dus zozeer verschillen, dat slechts van geval tot geval per zoutbestelling kan worden beoordeeld of Eurosalt daadwerkelijk niet aan de leveringsverplichting kan voldoen en of dat gegeven ertoe moet leiden dat voor die bestelling de in de raamovereenkomst opgenomen leveringsvoorwaarden en/of prijs moeten worden aangepast. In ieder geval kan niet reeds op voorhand worden aangenomen dat zich telkens de situatie zal voordoen dat er onvoldoende strooizout voorhanden is om iedereen te kunnen voorzien, terwijl evenmin duidelijk is in hoeverre de juiste prioritering dan wordt toegepast. Dit betekent derhalve ook dat per bestelling en dus per ter zake van die bestelling gesloten koopovereenkomst moet worden bekeken in hoeverre een beroep op onvoorziene omstandigheden en/of overmacht kans van slagen heeft.
4.9. Met inachtneming van het voorgaande wordt met betrekking tot het gevorderde onder 3.1 sub b en c het volgende overwogen. Vaststaat dat Provincie Gelderland Eurosalt opdracht heeft gegeven tot het leveren van 200 ton strooizout uiterlijk op 5 februari 2010 en 300 ton strooizout uiterlijk op 8 februari 2010. Zoals hiervoor uit 4.3 volgt, is Eurosalt op grond van de raamovereenkomst in beginsel ook gehouden deze hoeveelheden strooizout aan Provincie Gelderland af te leveren. Vervolgens dient te worden opgemerkt dat ter zitting genoegzaam is gebleken dat genoemde 300 ton strooizout daadwerkelijk leverbaar is op maandag 8 februari 2010. Verder is ter zitting gebleken dat de dag vóór de zitting, donderdag 4 februari 2010, genoemde 200 ton strooizout bij Eurosalt in opslag lag, gereserveerd voor Provincie Gelderland. Van belang is dan enerzijds dat Provincie Gelderland onweersproken heeft gesteld dat zij na het weekend van 6 en 7 februari 2010 nagenoeg helemaal door haar zoutvoorraad heen is, terwijl anderzijds Eurosalt geen concrete feiten of omstandigheden heeft gesteld waaruit kan worden afgeleid dat andere afnemers met een zo groot probleem zitten dat zij, Eurosalt, in het kader van de levering naar prioriteit minder strooizout zou kunnen en behoeven te leveren aan Provincie Gelderland.
4.10. Dit leidt tot de slotsom dat het gevorderde onder 3.1 sub b en c zal worden toegewezen, een en ander zoals hierna is aangegeven. Voor zover de 200 ton strooizout niet meer bij Eurosalt aanwezig zou zijn, is dat het risico van Eurosalt. Immers, op 4 februari 2010 is zij door Provincie Gelderland duidelijk gewaarschuwd dat in kort geding aanspraak op levering zou worden gemaakt, indien Eurosalt niet akkoord zou gaan met de door Provincie Gelderland voorgestelde oplossing (zie 2.6). Als Eurosalt zich vervolgens toch in een positie zou manoeuvreren dat zij niet meer de beschikking heeft over de 200 ton strooizout, komt haar geen beroep toe op overmacht. Eurosalt zal dan ook op de afgesproken tijden 200 en 300 ton strooizout aan Provincie Gelderland moeten leveren.
4.11. Met betrekking tot de prijs die Provincie Gelderland per ton strooizout aan Eurosalt dient te betalen, wordt het volgende overwogen. Zoals hiervoor ook reeds is aangegeven, is op zichzelf voldoende aannemelijk dat de prijs van strooizout in de afgelopen periode drastisch is gestegen en aanmerkelijk hoger ligt dan de prijs die Provincie Gelderland op grond van de raamovereenkomst dient te betalen ( € 51,-- per ton) en zelfs hoger ligt dan de prijs die Eurosalt in haar brief van 3 februari 2010 heeft genoemd als onderdeel van de nieuwe voorwaarden voor aanvullende zoutleveringen (€ 70,-- per ton). Of dit gegeven in dit geval ook daadwerkelijk tot een aanpassing van de overeenkomst tussen partijen zou moeten leiden, is in het kader van dit kort geding niet met voldoende mate van zekerheid uit te maken. Dat zal (eventueel) in een bodemprocedure moeten worden vastgesteld. Gelet op het spoedeisend belang, Provincie Gelderland is gebaat bij voortdurende zoutleveringen op korte termijn, alsmede op hetgeen hiervoor is overwogen, ziet de voorzieningenrechter echter wel aanleiding een voorlopige maatregel te treffen die erop neerkomt dat Provincie Gelderland overeenkomstig haar voorstel van 4 februari 2010 (zie 2.6) voorlopig € 70,-- per ton strooizout betaalt aan Eurosalt. Daarbij geldt dat Provincie Gelderland dit bedrag onder protest betaalt en dat zij zich het recht voorbehoudt die prijs ten gronde alsnog ter discussie te stellen. Het is niet nodig dit met zoveel woorden in het dictum op te nemen. Afgezien daarvan dat tussen partijen in confesso is dat de € 70,-- per ton voor de onderhavige zoutleverantie door Provincie Gelderland onder protest wordt betaald, volgt uit het karakter van het kort geding dat de bodemrechter daaraan niet gebonden is, terwijl het kort gedingvonnis ook geen gezag van gewijsde tussen partijen heeft.
4.12. De voorzieningenrechter ziet ten slotte aanleiding om Eurosalt te veroordelen tot betaling van het kortingsbedrag als bepaald in artikel 11.1 van de raamovereenkomst, indien zij niet voldoet aan de hierna geformuleerde geboden.
4.13. Eurosalt zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Provincie Gelderland worden begroot op:
- dagvaarding € 87,92
- vast recht € 263,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.166,92
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt Eurosalt om de in de opdracht tot levering opgenomen hoeveelheid droog wegenzout van 200 ton uiterlijk op 5 februari 2010 te 24.00 uur uit te leveren tegen een prijs van € 70,00 per ton, een en ander op de locaties en in de hoeveelheden als bevestigd in de als productie 9 in het geding gebrachte fax/e-mail,
5.2. gebiedt Eurosalt om de in de opdracht tot levering opgenomen hoeveelheid droog wegenzout van 300 ton uiterlijk op 8 februari 2010 te 18.00 uur uit te leveren tegen een prijs van € 70,00 per ton, een en ander op de locaties en in de hoeveelheden als bevestigd in de als productie 9 in het geding gebrachte fax/e-mail,
5.3. veroordeelt Eurosalt tot betaling - binnen vijf (5) werkdagen na betekening van dit vonnis - van het kortingsbedrag als bepaald in artikel 11.1 van de raamovereenkomst, indien en voor zover niet aan de onder 5.1 en 5.2 bedoelde verplichtingen wordt voldaan,
5.4. veroordeelt Eurosalt in de proceskosten, aan de zijde van Provincie Gelderland tot op heden begroot op € 1.166,92,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2010 in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren, terwijl de overwegingen waarop de beslissing stoelt afzonderlijk zijn vastgelegd op 12 februari 2010.