ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1932

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
30 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
612611 - HA VERZ 09-1172
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning van vergoeding aan werknemer na slechte prestaties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 30 juni 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen James Walker Benelux B.V. en een 57-jarige werknemer, die sinds 5 maart 2007 als verkoper in dienst was. De werknemer had een wisselende prestatie in zijn functie, wat leidde tot een significante achteruitgang in de omzet van het rayon dat hij bediende. Ondanks producttrainingen en ondersteuning was de werknemer er niet in geslaagd om de benodigde productkennis te verwerven om aan zijn verkoopdoelen te voldoen. James Walker verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, wat de kantonrechter uiteindelijk toekende, met de overweging dat verdere voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet meer mogelijk was.

De kantonrechter oordeelde dat James Walker afstand had gedaan van het recht op intrekking van het verzoek in het geval van toekenning van een vergoeding. De kantonrechter besloot de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van de uitspraak en kende de werknemer een vergoeding toe van € 19.440,- bruto. De kantonrechter compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter J.W.M. Tromp.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 612611 \ HA VERZ 09-1172 \ 199 jt
uitspraak van 30 juni 2009
beschikking
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid James Walker Benelux B.V.
gevestigd te Oud-Beijerland
verzoekende partij
gemachtigde mr. K.J.H.H. Slachter
tegen
[werknemer]
wonende te Nijmegen
verwerende partij
gemachtigde mr. A.M. Breedveld
Partijen worden hierna James Walker en [werknemer] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het verzoekschrift met producties
- het verweerschrift met producties
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling.
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
1.1 [werknemer], geboren op [dag en maand] 1951 en thans 57 jaar oud, is sinds 5 maart 2007 in dienst bij James Walker als verkoper. Hij is aanvankelijk werkzaam geweest op basis van drie aansluitende arbeidsovereenkomsten voor de bepaalde tijd van zes maanden. Daarna is het dienstverband voor onbepaalde tijd voortgezet.
1.2 Het salaris van [werknemer] bij aanvang van zijn dienstverband bedroeg € 3.000,- bruto per [maand] exclusief 8% vakantietoeslag.
James Walker heeft [werknemer] bij brief van 16 mei 2008 het volgende meegedeeld:
“Met ingang van 1 april 2008 zal uw salaris € 2.200,00 bruto per maand bedragen. De provisie is 2,7% over de omzet rayon F. Uw target zal totaal € 390.000,00 per jaar bedragen.”
1.3 James Walker heeft in een gesprek op 26 januari 2009 [werknemer] op non-actief gesteld met behoud van salaris wegens slechte prestaties en geen perspectief op verbetering.
Het verzoek en het verweer
2. James Walker verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met [werknemer] per de eerst mogelijke datum te ontbinden en onder toekenning van een door de kantonrechter te bepalen vergoeding.
James Walker onderbouwt het verzoek, kort gezegd, als volgt. [werknemer] is niet in staat gebleken, ondanks extra aandacht in de vorm van producttrainingen in zowel theorie als praktijk en training on the job, in zodanige mate productkennis te verwerven dat hij voldoende orders en nieuwe klanten zou kunnen verwerven om aan zijn target te kunnen voldoen. De achteruitgang in omzet van rayon F, dat [werknemer] bedient, is gigantisch te noemen. De behaalde omzet is bovendien maar in zeer beperkte mate te danken aan de inspanningen en capaciteiten van [werknemer]. Bij James Walker is definitief het besef doorgedrongen dat het met [werknemer] als verkoper voor rayon F niet gaat lukken.
3. [werknemer] voert gemotiveerd verweer.
De beoordeling
4. Niet aannemelijk is dat het verzoek verband houdt met enig opzegverbod.
5. Uit hetgeen over en weer is gesteld en ter terechtzitting is verklaard, leidt de kantonrechter af dat verdere voortzetting van de arbeidsovereenkomst tussen partijen in redelijkheid niet meer mogelijk is. Het verzoek tot ontbinding per heden zal dan ook worden toegewezen. De kantonrechter merkt hierbij op dat James Walker ter terechtzitting afstand heeft gedaan van zijn recht op intrekking van het verzoek in geval van toekenning van een vergoeding. Ook zal geen rekening worden gehouden met de zogenaamde fictieve opzegtermijn, zoals [werknemer] wenst, nu deze wettelijke termijn uit de Werkloosheidswet niet aan James Walker kan worden toegerekend.
6. De vraag die dan resteert is [werknemer] aanspraak kan maken op toekenning van een vergoeding naar billijkheid en zo ja, hoe hoog deze vergoeding dan dient te zijn. De kantonrechter overweegt daaromtrent als volgt.
James Walker heeft in augustus 2008 het dienstverband voor onbepaalde tijd voortgezet terwijl uit productie 6 bij het verzoekschrift volgt dat in de periode april tot en met augustus 2008 de omzet in rayon F (aanzienlijk) lager was dat in dezelfde periode het jaar daarvoor. Daarmee heeft zij bij [werknemer] het vertrouwen gewekt dat zij ondanks deze tegenvallende resultaten voor onbepaalde tijd met hem door wilde gaan. De beslissing op 26 januari 2009 om hem op non-actief te stellen is hiermee niet te rijmen. Weliswaar waren de resultaten in de periode september 2008 tot en met januari 2009 ten opzichte van diezelfde periode een jaar eerder percentueel nog lager dan in de hiervoor genoemde periode van april tot en met augustus 2008, maar niet zodanig laag dat zij rechtvaardigen dat James Walker binnen vijf maanden na de totstandkoming van het dienstverband voor onbepaalde tijd besluit tot beëindiging van het dienstverband en [werknemer] op non-actief stelt. De kantonrechter merkt hierbij nog op dat uit de door James Walker overgelegde gegevens overigens niet blijkt hoe de omzetontwikkeling bij haar andere verkopers gedurende genoemde perioden is geweest.
De kantonrechter acht daarom een vergoeding met factor C=1,5 gerechtvaardigd. [werknemer] is van mening dat zijn slechte arbeidsmarktpositie aanleiding geeft tot een verdere verhoging van factor C. De kantonrechter deelt deze mening niet, nu de arbeidsmarktpositie van [werknemer] niet slechter is geworden door zijn korte dienstverband bij James Walker. Hij was immers al 55 jaar toen hij in dienst trad bij James Walker.
Wat betreft de hoogte van het salaris wordt uitgegaan van een salaris van € 3.000,- per maand bruto. James Walker heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat [werknemer] met de onder 1.3 bedoelde wijziging van de opbouw van zijn salaris heeft ingestemd, zoals James Walker stelt maar [werknemer] weerspreekt. Een en ander leidt dan tot de volgende vergoeding:
4 x € 3.240,- x 1,5 = € 19.440,- bruto.
7. Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als hierna te melden.
De beslissing
De kantonrechter
ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van heden en kent aan [werknemer] ten laste van James Walker een vergoeding toe van € 19.440,- bruto;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2009.