zaaknummer / rolnummer: 178118 / KG ZA 08-768
Vonnis in kort geding van 9 januari 2009
de vennootschap naar het recht van Luxemburg
SOCIÉTÉ ANONYME CARTRUST S.A.,
gevestigd te Luxemburg,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.A.J. Hagen te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
W. VAN HAL B.V.,
gevestigd te Kesteren,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.W. Damstra te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Cartrust en Van Hal genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Cartrust
- de pleitnota van Van Hal
- de eis in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 11 december 2007 heeft Cartrust, eigenares van de auto van het merk Land Rover, type Range Rover, model sport, 3,6 TDV8 HSE met Luxemburgs kenteken XX5540 en chassisnummer SALLSAA248A146551(hierna: de auto), met First Welness S.A. een leaseovereenkomst gesloten krachtens welke First Welness S.A. de auto voor 48 maanden van Cartrust zou leasen. First Welness S.A. heeft de auto op 3 januari 2008 ter lease in ontvangst genomen. De kilometerstand van de auto stond op dat moment op 40.
2.2. Nadat Cartrust had ontdekt dat de auto niet meer bij First Welness S.A. aanwezig was, heeft zij op 11 februari 2008 in Luxemburg aangifte gedaan van diefstal van de auto.
2.3. Cartrust heeft de auto vervolgens laten registreren bij Eucaris (European Car and Driving License Information System), een Europees informatie systeem dat is opgezet om autodiefstal en registratiefraude tegen te gaan.
2.4. Blijkens een factuur van 31 januari 2008 heeft Van Hal de auto voor de prijs van
€ 44.000,-- gekocht bij het bedrijf Auto-Wal in België. Op de factuur is vermeld dat de kilometerstand van de auto 7.500 bedroeg. Auto-Wal was slechts in het bezit van deel 1 van het kentekenbewijs dat op naam van Cartrust stond.
2.5. Begin april 2008 is Van Hal gebeld door de politie / recherche in Luxemburg met de mededeling dat de auto afkomstig zou zijn van diefstal of verduistering. Het Internationaal Rechtshulp Centrum (IRC) in Groningen heeft van de Luxemburgse justitie een internationaal verzoek ontvangen om daarnaar een onderzoek in te stellen. Van Hal heeft de auto op 6 mei 2008 uit het verkeer moeten nemen.
2.6. Bij brief van 11 juli 2008 heeft Van Hal Cartrust verzocht om doorhaling van de registratie van de auto in het Eucaris systeem, omdat deze registratie in de weg stond aan de invoer van de auto vanuit België naar Nederland.
2.7. Cartrust heeft bij brief van 22 juli 2008 geantwoord dat zij dit verzoek niet zal honoreren, kort samengevat omdat zij Van Hal niet als de eigenaar van de auto beschouwt. Cartrust sommeert Van Hal om de auto onverwijld aan haar als eigenares ter beschikking te stellen.
2.8. Van Hal heeft vervolgens een factuur d.d. 4 september 2008 aan Cartrust verzonden onder vermelding van de tekst “Bij deze berekenen wij u de geleden schade in verband met de aankoop van onze Land Rover, Nr. XX 5540 idnr. SALLSAA248A146551” ten bedrage van € 11.635,00, bestaande uit de kosten van de huur van een andere auto, advocaatkosten, administratiekosten en kosten van annulering van een keuring.
2.9. Cartrust heeft hierop bij brief van 18 september 2008 geantwoord geen enkel bedrag aan Van Hal verschuldigd te zijn en Van Hal opnieuw gesommeerd om de auto onverwijld aan haar te retourneren. Bij brief van 19 november 2008 heeft Cartrust deze sommatie herhaald. Van Hal heeft hierop geantwoord daartoe slechts bereid te zijn indien Cartrust het aankoopbedrag van de auto plus de door haar gemaakte kosten en geleden schade aan haar zou vergoeden. Daartoe was Cartrust niet bereid.
3. Het geschil in conventie
3.1. Cartrust vordert Van Hal op straffe van een dwangsom te veroordelen de auto, binnen twee dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis, in goede staat aan haar af te geven door overhandiging van alle autosleutels en door de auto feitelijk in haar bezit te stellen.
3.2. Cartrust legt daaraan onder meer ten grondslag dat zij de auto als eigenares op grond van artikel 2279 van het Belgische Burgerlijk Wetboek (hierna: BBW) gedurende drie jaar kan terugvorderen van degene in wiens handen zij de auto vindt.
3.3. Van Hal voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Van Hal vordert – samengevat – primair om Cartrust op straffe van een dwangsom te veroordelen het kentekenbewijs deel II van de auto aan haar te overhandigen en de registratie van de auto in het Eucaris systeem te laten verwijderen. Voor het geval zij mocht worden veroordeeld om de auto aan Cartrust af te geven vordert Van Hal subsidiair, in voorwaardelijke reconventie, Cartrust te veroordelen om een bedrag van € 44.000,-- aan haar te betalen, bij gebreke waarvan Cartrust op straffe van een dwangsom zal worden veroordeeld om de registratie uit het Eucaris systeem te verwijderen.
4.2. Van Hal legt aan haar primaire vordering in reconventie allereerst ten grondslag dat zij de auto feitelijk niet aan Cartrust ter beschikking kan stellen omdat de auto door het Openbaar Ministerie in strafrechtelijke bewaring is genomen. Ten tweede stelt zij, kort samengevat, dat zij naar Belgisch recht eigenares van de auto is geworden omdat zij de auto van een beschikkingsbevoegde heeft verkregen en omdat zij te goeder trouw heeft verkregen. Aan haar voorwaardelijke vordering in reconventie legt zij ten grondslag dat Cartrust haar, als bezitter van de auto die deze gekocht heeft van een koopman die dergelijke zaken verkoopt, op grond van artikel 2280 BBW alleen de auto kan doen teruggeven tegen betaling van de prijs die Van Hal voor de auto heeft betaald.
4.3. Cartrust voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie en in reconventie
5.1. Cartrust is een in Luxemburg gevestigde vennootschap naar het recht van Luxemburg. Haar vordering tegen een in Nederland gevestigde gedaagde draagt een internationaal karakter. De Nederlandse rechter komt krachtens artikel 2 van de EEX Verordening (EG Verordening nr. 44/2001) rechtsmacht toe, nu Van Hal haar vestigingsplaats in Nederland heeft. De Arnhemse rechtbank is relatief bevoegd, gelet op de vestigingsplaats van Van Hal te Kesteren, gemeente Neder-Betuwe.
5.2. De Luxemburgse rechtspersoon Cartrust en de in Nederland gevestigde Van Hal stellen beiden eigenaar te zijn van de zich in Nederland bevindende auto. De regels van het internationale goederenrecht zijn neergelegd in de Wet conflictenrecht goederenrecht (Wcg), in werking getreden op 1 mei 2008. Blijkens artikel 2 lid 1 van de Wcg wordt het goederenrechtelijk regime met betrekking tot een zaak beheerst door het recht van de staat op welks grondgebied de zaak zich bevindt. Blijkens lid 4 bepaalt dat recht in het bijzonder ook welke vereisten aan een overdracht of vestiging worden gesteld. Volgens artikel 6 van de Wcg worden de rechtsgevolgen van de verkrijging van een zaak van een beschikkingsonbevoegde beheerst door het recht van de staat op welks grondgebied de zaak zich ten tijde van die verkrijging bevond. Volgens de tot 1 mei 2008 gehanteerde ongeschreven regels van het Nederlands internationaal goederenrecht werd de vraag welke vereisten worden gesteld aan de overdracht van de eigendom van een zaak beheerst door het recht van het land waar de zaak zich op het tijdstip van de op eigendomsoverdracht gerichte rechtshandeling bevond. Omdat de auto zich ten tijde van de koop door Van Hal in België bij Auto-Wal bevond, dient deze zaak naar het oordeel van de voorzieningenrechter te worden beoordeeld naar Belgisch recht. Partijen zijn het hierover eens.
5.3. Van Hal stelt zich op het standpunt dat zij de eigendom van de auto heeft verkregen omdat zij te goeder trouw het bezit heeft gekregen van de auto. Zij hoefde geen enkele twijfel te hebben over de bevoegdheid van Auto-Wal, omdat zij een redelijke prijs voor de auto heeft betaald en Auto-Wal een professional in de branche is. Auto-Wal is naar haar mening beschikkingsbevoegd met betrekking tot de auto. Van Hal heeft aan haar onderzoeksplicht voldaan, omdat de autopapieren die Auto-Wal haar ter beschikking heeft gesteld, te weten het originele Europese Conformiteitsbewijs en het originele Luxemburgse kentekenbewijs deel I, voldoende zijn om de auto in te voeren in het land van bestemming, hetgeen wordt bevestigd door Autobedrijf Van Schaik. Naar Belgisch recht worden er volgens Van Hal minder strenge eisen gesteld aan de goede trouw van een koper. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en overweegt daartoe als volgt.
5.4. Vast staat dat Cartrust de oorspronkelijke eigenares van de auto was. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan moet worden aangenomen dat Auto-Wal eigenaar van de auto is geworden. Van Hal heeft zich beroepen op art. 2279 van het BBW. Volgens Van Hal volgt uit die bepaling dat Cartrust niet onder haar kan revindiceren nu Cartrust het bezit van de auto vrijwillig heeft verloren en Van Hal te goeder trouw bezit heeft verkregen. Volgens Cartrust volgt uit art. 2279 BBW slechts dat in geval de derde te goeder trouw bezit heeft verkregen, de revindicatie beperkt is tot drie jaar na het bezitsverlies. Hierover moet als volgt worden geoordeeld.
5.5. Naar Belgisch recht (o.a. artt. 1138 en 1583 BBW) gaat de eigendom door de enkele overeenkomst over zonder dat een leveringshandeling nodig is. Wil de verkrijger zijn eigendomsrecht aan derden kunnen tegenwerpen dan moet blijkens art. 2279 BBW bezit van de zaak zijn verkregen. Aangenomen wordt dat uit art. 2279 BBW volgt dat degene die te goeder trouw bezit heeft verkregen van iemand die geen eigenaar was, niettemin eigenaar wordt. Verder wordt aangenomen dat uit het tweede lid van art. 2279 BBW voortvloeit dat alleen in geval de oorspronkelijke eigenaar het bezit onvrijwillig heeft verloren, hij, ondanks de goede trouw van de verkrijger, de zaak nog gedurende drie jaar kan terugvorderen. Dat betekent dus dat in geval van vrijwillig bezitsverlies geen terugvordering van de verkrijger te goeder trouw mogelijk is. (Nieskens-Isphording en Van der Putt-Lauwers, Mon. nieuw BW deel A22 blz. 55 en Dekkers en Dirix, Handboek Burgerlijk recht, deel II Antwerpen 2005, blz. 98 e.v.). Daarbij moet worden aangenomen dat sprake is van vrijwillig bezitsverlies wanneer de oorspronkelijke eigenaar het bezit vrijwillig heeft afgestaan (bijvoorbeeld aan een bewaarnemer) en van onvrijwillig bezitsverlies in geval van diefstal of van gewoon verlies. Van goede trouw kan slechts sprake zijn indien de verkrijger niet wist dat de vervreemder geen eigenaar was, maar dat ook niet behoorde te weten. Twijfel over het recht van de beschikker, de minste omstandigheid die argwaan kan wekken, sluiten goede trouw uit. Aldus: Dekkers-Dirix, blz. 98/99.
5.6. Aangenomen moet worden dat Cartrust het bezit van de auto vrijwillig heeft verloren. Zij heeft de auto immers vrijwillig in de macht gegeven van First Welness, haar wederpartij bij de leaseovereenkomst. Dat doet de vraag rijzen of Van Hal te goeder trouw (het bezit van) de auto heeft verkregen. In dat geval kan Cartrust niet revindiceren. Indien Van Hal niet te goeder trouw was, kan Cartrust wel revindiceren en kan er tevens van een verplichting tot teruggave van de koopprijs en schadeloosstelling zoals voorzien in art. 2280 BBW reeds daarom geen sprake zijn. Ook voor een beroep op art. 2280 is goede trouw vereist (Dekkers-Dirix, blz. 103).
5.7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Van Hal niet te goeder trouw het bezit van de auto heeft gekregen. De omstandigheid dat de Belgische autohandelaar Auto-Wal aan haar niet het kentekenbewijs deel II kon verschaffen, terwijl het wel verstrekte Luxemburgse kentekenbewijs deel I op naam van Cartrust stond, had bij Van Hal argwaan kunnen en moeten wekken. Kentekenbewijs deel II – het zogenaamde overschrijvingsbewijs – is nu juist ook het deel dat bedoeld is voor en nodig is voor het omzetten van het kenteken op naam van een ander bij eigendomsoverdracht. Juist bij het kopen van een tweedehands auto in het buitenland had Van Hal extra oplettend moeten zijn. Hij had op zijn minst navraag moeten doen naar de reden van het ontbreken van het kentekenbewijs deel II, zonodig gevolgd door nader onderzoek. Gesteld noch gebleken is dat hij dat heeft gedaan. Enkel het feit dat Van Hal heeft gekocht van een autohandelaar, een koopman in soortgelijke zaken in de zin van art. 2280 BBW, is niet voldoende voor het aannemen van goede trouw. Dat Autobedrijf Van Schaik aan Van Hal heeft meegedeeld dat het kentekenbewijs deel I en het Europese Conformiteitsbewijs voldoende zijn om de auto in te voeren in het land van bestemming, doet hieraan niet af, omdat dit enkel iets zegt over de voor invoer benodigde papieren. Ook het feit dat de door Van Hal betaalde koopprijs niet bijzonder laag zou zijn geweest, doet er niet aan af dat het ontbreken van kentekenbewijs deel II en tenaamstelling van deel I op Cartrust en niet Auto-Wal, argwaan had moeten wekken.
5.8. Het ontbreken van goede trouw bij Van Hal leidt tot de conclusie dat Cartrust de auto kan revindiceren en dat er van een verplichting tot teruggave van de koopprijs en schadeloosstelling door Cartrust, zoals voorzien in art. 2280 BBW, geen sprake is. De vordering in conventie is dus toewijsbaar, zij het slechts voor zover er geen strafrechtelijk beslag op de auto rust. De veroordeling in conventie zal worden versterkt met een dwangsom, die aan een maximum zal worden gebonden. De vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen.
5.9. Van Hal zal als de zowel in conventie als in reconventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Cartrust. Het salaris voor de advocaat van Cartrust in reconventie zal vanwege de verwantheid met het geschil in conventie op nihil worden gesteld.
De proceskosten van Cartrust in conventie worden als volgt begroot:
- vast recht € 254,00
- dagvaarding € 85,44
- salaris advocaat (in conventie) € 816,00
- Totaal € 1.155,44
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
6.1. veroordeelt Van Hal om de auto van het merk Land Rover, type Range Rover, model sport, 3,6 TDV8 HSE met Luxemburgs kenteken XX5540 en chassisnummer SALLSAA248A146551, indien daar geen strafrechtelijk beslag op rust, binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis in goede staat aan Cartrust af te geven, door het overhandigen van alle sleutels van de auto aan Cartrust en door de auto feitelijk in bezit van Cartrust te stellen,
6.2. veroordeelt Van Hal om, ingeval zij in gebreke mocht blijven aan bovenstaande veroordeling te voldoen, aan Cartrust een dwangsom te betalen van € 1.500,-- per dag, echter tot een maximum van in totaal € 75.000,--,
6.3. veroordeelt Van Hal in de kosten van deze procedure in conventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Cartrust bepaald op € 1.155,44,
6.4. verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
6.5. wijst de gevorderde voorzieningen af,
6.6. veroordeelt Van Hal in de kosten van deze procedure in reconventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Cartrust bepaald op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.A. Satijn op 9 januari 2009.