ECLI:NL:RBARN:2008:BH1572
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangregeling en gedwongen schuldregeling ex artikel 287a Faillissementswet
In deze zaak hebben verzoekers, beiden wonende te [woonplaats], een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De schuldenlast van verzoekers bedraagt € 212.600,29, en zij ontvangen gezamenlijk een WWB-uitkering. De gemeente Rheden heeft hen een bbz-krediet van € 65.000,- toegezegd, waarvan € 56.820,- beschikbaar is voor de schuldeisers. Verzoekers hebben een voorstel gedaan aan hun schuldeisers, waarbij aan de preferente schuldeiser, de Belastingdienst, 45% van de vordering is aangeboden en aan de concurrente schuldeisers 22,5%. Echter, de concurrente schuldeisers hebben dit aanbod afgewezen, met als argumenten het betalingsgedrag van verzoekers in het verleden en het niet nakomen van toezeggingen. De schuldeisers geven de voorkeur aan het uitspreken van het faillissement van verzoekers, wat door hen is aangevraagd.
De rechtbank heeft de verzoekers gehoord op zittingen op 28 juli en 18 augustus 2008, waarbij ook de heer A.G.N. Bletterman namens Zuidweg Insolventie-bemiddeling aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers door middel van het bbz-krediet een totaalbedrag van € 56.820,- kunnen aanbieden aan de schuldeisers. Gezien de persoonlijke en inkomenssituatie van verzoekers is het niet te verwachten dat zij binnen een wettelijke schuldsaneringsregeling of daarbuiten een hogere uitdeling kunnen genereren. De rechtbank concludeert dat de schuldeisers per direct worden betaald en geen drie jaar hoeven te wachten op een eventuele uitkering, wat hen een hogere uitkering en snellere aflossing biedt dan in een wettelijke regeling te verwachten is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de weigerachtige schuldeisers in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen. Het verzoek om de weigerachtige schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt toegewezen op grond van artikel 287a lid 5 Faillissementswet. Het verzoek van verzoekers om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling blijft onbesproken, gezien de toewijzing van de schuldregeling.