ECLI:NL:RBARN:2008:BD8529
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de boete opgelegd aan een vennootschap onder firma wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 16 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma (v.o.f.) en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. H. Dogan, had een boete van € 16.000 opgelegd gekregen wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De rechtbank oordeelde dat de verweerder terecht eiseres als werkgever in de zin van de Wav had aangemerkt. Eiseres stelde dat haar onderneming in de praktijk niet verschilde van een eenmanszaak en dat het onderscheid in boetebedragen tussen natuurlijke personen en vennootschappen onder firma in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank verwierp dit betoog en stelde vast dat de hoogte van de boete in overeenstemming was met de Wav en de beleidsregels die door de minister waren vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de boete te matigen op basis van de financiële omstandigheden van eiseres, aangezien deze omstandigheden niet relevant waren voor de overtreding. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de opgelegde boete.