ECLI:NL:RBARN:2008:BD6871
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van een effectenleasegeschil naar de sector kanton
In deze zaak, die bekend staat als de Dexia-zaak, heeft eiseres een overeenkomst gesloten met Dexia Bank Nederland N.V. met betrekking tot het effectenleaseproduct Capital Effect Maandbetaling. De overeenkomst, die in juli 2000 werd gesloten, was onderhevig aan de Bijzondere Voorwaarden Effectenlease. Eiseres vorderde onder andere de nietigheid van de overeenkomst op grond van artikel 3:40 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 9 van de Wet op het consumentenkrediet. Daarnaast vorderde zij terugbetaling van een bedrag van € 2.244,00 met rente en een verklaring dat Dexia geen vorderingen meer op haar had.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst moet worden aangemerkt als een overeenkomst van huurkoop, zoals bedoeld in artikel 7A:1576 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de zaak vervolgens ambtshalve verwezen naar de sector kanton, omdat het geschil op grond van artikel 93 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering door de kantonrechter behandeld dient te worden, ongeacht de waarde van de vordering. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij niet hoeven te verschijnen op de rolzitting, omdat de kantonrechter zal beslissen hoe de procedure verder zal worden voortgezet.
De beslissing van de rechtbank om de zaak te verwijzen naar de sector kanton is genomen op 25 juni 2008, en partijen zijn geïnformeerd over de proceskosten die in deze procedure van toepassing zijn. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters J.D.A. den Tonkelaar, M.P.C.J. van Bavel en J.R. Veerman.