5. Verder werpt [gedaagde partij] op dat hij direct na de bevestiging van Labyrinth de boeking heeft geannuleerd, zodat het onmogelijk is dat in die paar minuten kosten zijn gemaakt. Hij beroept zich hiermee kennelijk op de vernietigbaarheid van art. 9 lid 2 van de ANVR-reisvoorwaarden, omdat het beding onredelijk bezwarend voor hem is.
Ook dit verweer gaat niet op. Art. 9 lid 2 sub a van de ANVR-reisvoorwaarden bepaalt, voor zover hier van belang: “Indien een overeenkomst wordt geannuleerd, is de reiziger naast eventueel verschuldigde reserveringskosten de volgende annuleringskosten verschuldigd:
(…) - bij annulering vanaf de 28ste dag (inclusief) tot de 21ste dag (exclusief) vóór de vertrekdag: 40% van de reissom; (…)” Deze bepaling is een uitwerking van art. 7:503 leden 1 en 2 Burgerlijk Wetboek (BW), welk artikel van dwingend recht is. Dat artikel houdt, kort samengevat, in dat de reiziger de reisovereenkomst te allen tijde kan opzeggen en dat hij gehouden is tot schadevergoeding indien hij opzegt wegens aan hem toe te rekenen omstandigheden. De hoogte van de schadevergoeding is geregeld in art. 9 lid 2 sub a van de ANVR-reisvoorwaarden. De schadevergoeding omvat een vast bedrag, die in hoogte toeneemt hoe korter voor aanvang van de reis wordt geannuleerd. Op grond van art. 6:237 sub i BW wordt een dergelijk beding vermoed onredelijk bezwarend te zijn, behoudens voor zover het betreft een redelijke vergoeding voor door de gebruiker geleden verlies of gederfde winst. In art. 9 lid 4 van de ANVR-reisvoorwaarden is geregeld dat de reisorganisator een lagere schadevergoeding in rekening brengt als de reiziger gemotiveerd aangeeft waarom de schade van de reisorganisator, waaronder wordt verstaan geleden verlies en gederfde winst, lager is uitgevallen.
Nu [gedaagde partij] binnen een paar minuten de reisovereenkomst heeft geannuleerd, is, zonder nadere toelichting van de zijde van Labyrinth, die ontbreekt, enerzijds niet aannemelijk dat Labyrinth reeds uitvoering aan deze overeenkomst heeft gegeven zodat de annulering ervan tot kosten en dus geleden verlies voor haar heeft geleid. Anderzijds is wel aannemelijk dat Labyrinth door de annulering van de reisovereenkomst door [gedaagde partij] winst heeft gederfd. Het in rekening gebracht percentage van 40% komt de kantonrechter niet onredelijk voor.
Hierbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de ANVR-voorwaarden tot stand zijn gekomen in overleg met de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de SER, zodat de reiziger in dat overleg goed vertegenwoordigd is geweest. Voorts wordt hierbij van belang geacht dat [gedaagde partij] van Labyrinth de gelegenheid heeft gekregen om de zaak af te doen tegen betaling van € 27,50, waarvan [gedaagde partij] echter geen gebruik heeft gemaakt. Daarom is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook niet onaanvaardbaar dat Labyrinth [gedaagde partij] houdt aan art. 9 lid 2 sub a algemene bepalingen, hoewel [gedaagde partij] reeds binnen drie minuten de gesloten reisovereenkomst heeft geannuleerd.