ECLI:NL:RBARN:2008:BD6324

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
4 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
529506 CV Expl. 08-646
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Annuleringskosten bij annulering van een reisovereenkomst binnen enkele minuten na totstandkoming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 4 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Labyrinth Outdoor & Travel B.V. en een gedaagde partij, die anoniem is gebleven. De gedaagde partij had op 24 juni 2007 een boekingsformulier voor een reis naar Rimini ingevuld en verzonden, maar annuleerde deze boeking binnen drie minuten na de bevestiging van Labyrinth. Labyrinth vorderde betaling van annuleringskosten op basis van de ANVR-reisvoorwaarden, ondanks de snelle annulering. De kantonrechter oordeelde dat de annulering niet zonder kosten kon plaatsvinden, omdat de ANVR-voorwaarden een schadevergoeding bij annulering voorschrijven. De rechter stelde vast dat de reisovereenkomst rechtsgeldig tot stand was gekomen en dat de gedaagde partij gehouden was aan de voorwaarden die bij de boeking waren geaccepteerd. De kantonrechter wees de vordering van Labyrinth toe, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van € 611,39, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure werden ook aan de gedaagde partij opgelegd, aangezien deze als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 529506 \ CV EXPL 08-646 \ 199 jt
uitspraak van 4 juli 2008
Vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Labyrinth Outdoor & Travel B.V.
gevestigd te Alphen aan den Rijn
eisende partij
gemachtigde Webcasso B.V.
tegen
[gedaagde partij]
wonende te Nijmegen
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Labyrinth en [gedaagde partij] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het tussenvonnis van 29 februari 2008
- de brief van de gemachtigde van Labyrinth van 16 mei 2008 met producties
- het proces-verbaal van de comparitie van 26 mei 2008. Labyrinth heeft ter comparitie
nadere stukken in het geding gebracht.
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
1.1 [gedaagde partij] heeft op de avond van 24 juni 2007 een boekingsformulier voor een reis naar Rimini voor vijf personen op de website van Labyrinth ingevuld en digitaal verzonden.
1.2 Labyrinth heeft per emailbericht van 24 juni 2007, 22.41 uur met als onderwerp “Bevestiging boeking” [gedaagde partij] het volgende, voor zover hier van belang, bericht:
“Als eerste willen we je hartelijk danken voor je boeking. Hieronder tref je een aantal gegevens van je vakantie aan. Wij sturen je binnen 3 werkdagen ook nog een factuur per post. (…)”
1.3 [gedaagde partij] heeft per emailbericht van 24 juni 2007, 22.44 uur het volgende aan Labyrinth gevraagd:
“Ik heb net een boeking geplaatst maar ik wil deze graag annulerenkan dat noch?”
1.4 Labyrinth heeft per emailbericht van 24 juni 2007, 23.16 uur [gedaagde partij] als volgt, voor zover hier van belang, geantwoord:
“Op het moment dat je op een Labyrinth website je gegevens hebt ingevoerd en je een bevestigingsmailtje hebt ontvangen, beschouwt Labyrinth de boeking als definitief. Wil je daarna nog wat wijzigen of annuleren, dan zijn daar kosten aan verbonden conform de anvr-voorwaarden. (…)”
1.5 In het onder 1.4 genoemde emailbericht is ook een uitleg van de boekingsprocedure opgenomen, die afsluit met de volgende zin:
“Er kan dus geen sprake zijn van een ongewenste boeking!”
1.6 Labyrinth heeft bij “Annuleringsfactuur nummer 89400” van 29 juni 2007 € 592,05, bestaande uit een hoofdsom van € 494,40, kosten annuleringsverzekering van € 92,70 en poliskosten van € 4,95, in rekening gebracht bij [gedaagde partij].
Hierop staan de volgende zin(sdelen), voor zover hier van belang, vermeld.
“vertrekdatum: 20 juli 2007”
“annuleringsdatum: 24 juni 2007”
“aantal dagen voor vertrek: 26”
“annulering volgens ANVR voorwaarden artikel 9, lid 2a bij annulering”
“vanaf de 28e dag tot de 21e dag voor vertrek: 40% van de reissom”
“reissom: Euro 1.236,-”
“Bij uitzondering mag u Euro 27,50 betaling, echter deze betaling moet voor 10 juli op onze rekening staan anders ontvangt u alsnog een volledige factuur.”
1.7 [gedaagde partij] heeft per emailbericht van 30 juni 2007, 18.14 uur Labyrinth het volgende, voor zover hier van belang, meegedeeld:
“(…) Wie schetst mijn groter wordende verbazing, wanneer ik vandaag een Annuleringsfactuur (!) in de bus ontvang ter grootte van, in principe, 592,05 Euro. Bovendien staat er onderaan genoemde factuur: ‘Bij uitzondering mag u Euro 27,50 betaling, echter …etc.’ (…) Ik ben dan ook geenszins van plan welke factuur dan ook te betalen, daar er geen enkele overeenkomst daadwerkelijk tot stand is gekomen (…)”
1.8 Labyrinth heeft per emailbericht van 30 juni 2007, 18.14 uur als volgt geantwoord:
“Geen probleem.
Wij zullen de gehele reissom incasseren via ons incassobureau.”
1.9 Laybrinth heeft bij factuur van 3 juli 2007 [gedaagde partij] een annuleringsfactuur van
€ 592,05 met een betalingstermijn van twee dagen gezonden. Bij factuur van 6 juli 2007 heeft zij [gedaagde partij] een herinnering met een betalingstermijn van drie dagen gezonden.
De vordering en het verweer
2. Labyrinth vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde partij] veroordeelt om aan haar te betalen € 761,39, bestaande uit de openstaande factuur van 3 juli 2007 ad € 592,05, vervallen rente ad € 19,34 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 150,-, vermeerderd met rente daarover van de dag der dagvaarding. Voorts vordert zij de veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten, vermeerderd met rente vanaf de dag van vonniswijzing.
3. [gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer.
De beoordeling
4. [gedaagde partij] werpt ten eerste op dat er geen overeenkomst is gesloten tussen Labyrinth en (de ouders van) [gedaagde partij]. Dit verweer gaat niet op.
Uit de onder 1.1 en 1.2 opgesomde feiten blijkt dat [gedaagde partij], geboren op [geboortedatum] en dus meerderjarig op 24 juni 2007, op de avond van 24 juni 2007 de onderhavige boeking digitaal heeft verzonden naar Labyrinth, die die boeking later op die avond heeft bevestigd. Aldus is door aanbod en aanvaarding de reisovereenkomst tot stand gekomen. Art. 2 lid 1 sub b van de toepasselijke ANVR-reisvoorwaarden bepaalt in dit verband: “Bij boeking via internet richt de reisorganisator het boekingsproces zodanig in dat de reiziger er vóór de aanvaarding op gewezen wordt dat hij een overeenkomst aangaat. Door de bevestiging van de boeking door de reisorganisator is de reiziger aan deze overeenkomst gebonden.” Uit het onder 1.4 genoemde emailbericht van Labyrinth en de door haar ter comparitie getoonde stukken volgt dat haar boekingsproces aan voormelde bepaling uit de ANVR-reisvoorwaarden voldoet. Ook blijkt daaruit dat de prijs van de uitgezochte reis (meermalen) voor de aanvaarding en dus tijdig, anders dan [gedaagde partij] meent, getoond wordt. De stelling van [gedaagde partij] dat niet zeker is dat toentertijd het boekingsproces zodanig was als de ter comparitie getoonde stukken aangeven, wordt als enkel suggestief en dus ongemotiveerd gepasseerd.
5. Verder werpt [gedaagde partij] op dat hij direct na de bevestiging van Labyrinth de boeking heeft geannuleerd, zodat het onmogelijk is dat in die paar minuten kosten zijn gemaakt. Hij beroept zich hiermee kennelijk op de vernietigbaarheid van art. 9 lid 2 van de ANVR-reisvoorwaarden, omdat het beding onredelijk bezwarend voor hem is.
Ook dit verweer gaat niet op. Art. 9 lid 2 sub a van de ANVR-reisvoorwaarden bepaalt, voor zover hier van belang: “Indien een overeenkomst wordt geannuleerd, is de reiziger naast eventueel verschuldigde reserveringskosten de volgende annuleringskosten verschuldigd:
(…) - bij annulering vanaf de 28ste dag (inclusief) tot de 21ste dag (exclusief) vóór de vertrekdag: 40% van de reissom; (…)” Deze bepaling is een uitwerking van art. 7:503 leden 1 en 2 Burgerlijk Wetboek (BW), welk artikel van dwingend recht is. Dat artikel houdt, kort samengevat, in dat de reiziger de reisovereenkomst te allen tijde kan opzeggen en dat hij gehouden is tot schadevergoeding indien hij opzegt wegens aan hem toe te rekenen omstandigheden. De hoogte van de schadevergoeding is geregeld in art. 9 lid 2 sub a van de ANVR-reisvoorwaarden. De schadevergoeding omvat een vast bedrag, die in hoogte toeneemt hoe korter voor aanvang van de reis wordt geannuleerd. Op grond van art. 6:237 sub i BW wordt een dergelijk beding vermoed onredelijk bezwarend te zijn, behoudens voor zover het betreft een redelijke vergoeding voor door de gebruiker geleden verlies of gederfde winst. In art. 9 lid 4 van de ANVR-reisvoorwaarden is geregeld dat de reisorganisator een lagere schadevergoeding in rekening brengt als de reiziger gemotiveerd aangeeft waarom de schade van de reisorganisator, waaronder wordt verstaan geleden verlies en gederfde winst, lager is uitgevallen.
Nu [gedaagde partij] binnen een paar minuten de reisovereenkomst heeft geannuleerd, is, zonder nadere toelichting van de zijde van Labyrinth, die ontbreekt, enerzijds niet aannemelijk dat Labyrinth reeds uitvoering aan deze overeenkomst heeft gegeven zodat de annulering ervan tot kosten en dus geleden verlies voor haar heeft geleid. Anderzijds is wel aannemelijk dat Labyrinth door de annulering van de reisovereenkomst door [gedaagde partij] winst heeft gederfd. Het in rekening gebracht percentage van 40% komt de kantonrechter niet onredelijk voor.
Hierbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de ANVR-voorwaarden tot stand zijn gekomen in overleg met de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de SER, zodat de reiziger in dat overleg goed vertegenwoordigd is geweest. Voorts wordt hierbij van belang geacht dat [gedaagde partij] van Labyrinth de gelegenheid heeft gekregen om de zaak af te doen tegen betaling van € 27,50, waarvan [gedaagde partij] echter geen gebruik heeft gemaakt. Daarom is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook niet onaanvaardbaar dat Labyrinth [gedaagde partij] houdt aan art. 9 lid 2 sub a algemene bepalingen, hoewel [gedaagde partij] reeds binnen drie minuten de gesloten reisovereenkomst heeft geannuleerd.
6. Het voorgaande brengt met zich dat de hoofdsom en onbetwiste rente zullen worden toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu de aanmaningsbrieven zijn geadresseerd aan de ouders van (de meerderjarige) [gedaagde partij].
7. [gedaagde partij] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Labyrinth te betalen € 611,39, vermeerderd met de wettelijke rente over € 592,05 vanaf 23 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening,
veroordeelt [gedaagde partij] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Labyrinth bepaald op € 78,80 aan dagvaardingskosten, € 153,- aan vastrecht en € 100,- aan salaris gemachtigde,
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2008.