ECLI:NL:RBARN:2008:BD5894
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag kinderopvangtoeslag en afwijzing op grond van wettelijke bepalingen
In deze zaak heeft eiser op 13 augustus 2007 een aanvraag om kinderopvangtoeslag voor het jaar 2006 ingediend bij verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen. De aanvraag werd door verweerder buiten behandeling gesteld omdat deze te laat was ingediend. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).
De rechtbank oordeelt dat artikel 4:5 van de Awb geen grond biedt voor het buiten behandeling stellen van de aanvraag, omdat de omstandigheden die in dit artikel zijn genoemd niet van toepassing zijn. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ter ondersteuning van deze opvatting. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat er geen andere wettelijke bepalingen zijn die een dergelijke beslissing rechtvaardigen.
De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld. Hoewel de wettelijke aanvraagtermijn is overschreden, had verweerder op grond van artikel 15 van de Awir de aanvraag moeten afwijzen in plaats van deze buiten behandeling te stellen. De rechtbank wijst erop dat de Staatssecretaris van Financiën in het verleden heeft aangegeven dat aanvragen die na 1 april maar vóór 1 juni 2007 zijn ingediend, onder bepaalde voorwaarden in behandeling genomen kunnen worden. Echter, deze coulance geldt niet voor de aanvraag van eiser, die pas op 13 augustus 2007 is ingediend.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit, herroept de buiten behandeling stelling en wijst de aanvraag van eiser voor kinderopvangtoeslag alsnog af. Tevens wordt bepaald dat de Staat der Nederlanden het door eiser betaalde griffierecht vergoedt.