ECLI:NL:RBARN:2008:BD5836

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
27 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
524012 CV Expl. 07-6925
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens woonfraude en hoofdverblijfseis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 27 juni 2008, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Portaal en een gedaagde partij over de huurovereenkomst van een woning in Nijmegen. Portaal, vertegenwoordigd door mr. R.J. Verweij, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat de gedaagde partij, die de woning huurde, niet zou voldoen aan de verplichting om zijn hoofdverblijf in de woning te houden. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. J. van Delft, betwistte deze vordering en stelde dat hij wel degelijk hoofdverblijf had in de woning.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij slechts sporadisch in de woning verbleef en deze voornamelijk aan zijn volwassen zonen overliet. De rechter oordeelde dat de verplichting tot hoofdverblijf in de woning, zoals vastgelegd in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, niet werd nageleefd. De kantonrechter baseerde zijn oordeel op verklaringen van buurtbewoners die bevestigden dat de gedaagde partij al jaren niet meer in de woning sliep.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Portaal toegewezen. De huurovereenkomst werd ontbonden, de gedaagde partij werd veroordeeld om de woning binnen 14 dagen te ontruimen en de sleutels aan Portaal te overhandigen. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn begroot op een totaal van € 670,44. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 524012 \ CV EXPL 07-6925 \ 199 jt
uitspraak van 27 juni 2008
Vonnis
in de zaak van
de stichting Portaal Nijmegen
gevestigd te Nijmegen
eisende partij
gemachtigde mr. R.J. Verweij
tegen
[gedaagde partij]
wonende te Nijmegen
gedaagde partij
gemachtigde mr. J. van Delft
Partijen worden hierna Portaal en [gedaagde partij] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het tussenvonnis van 22 februari 2008
- het proces-verbaal van de comparitie van 26 mei 2008
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
1. [gedaagde partij] huurt van Portaal de woning aan de [adres] te Nijmegen (hierna: de woning).
De vordering en het verweer
2. Portaal vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst tussen partijen wordt ontbonden en [gedaagde partij] wordt veroordeeld tot ontruiming van de woning en in de proceskosten.
Portaal voert daartoe, kort samengevat, aan. [gedaagde partij] handelt in strijd met zijn verplichting hoofdverblijf te houden in de woning doordat hij niet in de woning slaapt en verblijft. Hij komt slechts af en toe de post ophalen. Kennelijk laat [gedaagde partij] het gebruik van de woning over aan twee volwassen zonen.
2. [gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer en voert daartoe, kort samengevat, aan. Hij bestrijdt primair dat hij verplicht zou zijn tot het houden van hoofdverblijf in de woning. Subsidiair voert hij aan dat hij hoofdverblijf had en heeft in de woning.
De beoordeling
4. Het primaire verweer gaat niet op. De huur van de woning brengt, mede gelet op doel en strekking van artt. 7: 266 lid 1, 267 lid 1 en 269 lid 1 BW, voor [gedaagde partij] de verplichting met zich dat hij zijn hoofdverblijf heeft in de woning.
5. De verplichting van [gedaagde partij] om hoofdverblijf te hebben in de woning, houdt in dat zijn privé-leven zich hoofdzakelijk in en vanuit de woning afspeelt. Anders gezegd, overeenkomstig vaste jurisprudentie, is het hoofdverblijf de plek waar iemand werkelijk woont met zijn eventuele gezinsleden, zijn zaken behartigt, zijn eigendommen beheert, zodat hij er niet vandaan gaat dan met een bepaald doel en voor een bepaalde tijd en tevens met het plan om, als dat doel is bereikt, terug te keren.
Portaal heeft bij de dagvaarding ter onderbouwing van haar stellingen onder meer verklaringen van drie buurtbewoners van [gedaagde partij] overgelegd. Volgens hen slaapt [gedaagde partij] al jaren niet meer in de woning; ze zien hem met zijn auto komen en weer gaan. [gedaagde partij] heeft op de comparitie van partijen onder meer verklaard dat nog twee kinderen thuis wonen, dat hij twee nachten per week in de woning slaapt en de andere nachten bij zijn zes uitwonende kinderen slaapt. Het structureel enkel twee nachten per week door [gedaagde partij] slapen in de woning is echter onvoldoende om de woning als hoofdverblijf van [gedaagde partij] te bestempelen. [gedaagde partij] heeft verder zijn betwisting van de stelling van Portaal dat de woning niet zijn hoofdverblijf is niet feitelijk geadstrueerd door bijvoorbeeld overlegging van een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie en voor hem bestemde bankafschriften en correspondentie met officiële instanties en elektriciteit-, water- en gasleveranciers op het onderhavige adres. Dit brengt met zich dat het verweer van [gedaagde partij] als niet (voldoende) gemotiveerd wordt gepasseerd.
De vordering zal daarom worden toegewezen.
6. [gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter
ontbindt de huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan [adres] te Nijmegen;
veroordeelt [gedaagde partij] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning met alles wat van [gedaagde partij] is en ieder die bij [gedaagde partij] hoort, te verlaten en te ontruimen en de sleutels af te geven aan Portaal;
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Portaal begroot op € 85,44 aan dagvaardingskosten, € 285,00 aan vastrecht en € 300,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2008.