ECLI:NL:RBARN:2008:BD1103
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van eiser in opnieuw ingestelde vordering wegens eerdere uitspraak zonder hoger beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 25 april 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Beck Beveiliging B.V. (hierna: opposant) en een voormalige werknemer, [geopposeerde]. De procedure betreft een verzet tegen een verstekvonnis van 10 augustus 2007, waarbij de opposant was veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris. In een eerdere procedure was [geopposeerde] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering wegens het ontbreken van een deskundigenverklaring conform artikel 7:629a BW. De kantonrechter oordeelt dat [geopposeerde] niet opnieuw kan terugkomen op dezelfde vordering, nu hij geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de eerdere vonnissen van 22 april 2005 en 2 februari 2007. De rechter stelt vast dat de vorderingen in de huidige procedure inhoudelijk gelijk zijn aan die in de eerdere procedure, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een heropening rechtvaardigen. De kantonrechter vernietigt het verstekvonnis en verklaart [geopposeerde] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen, met veroordeling in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het gesloten stelsel van rechtsmiddelen en de rechtskracht van eerdere uitspraken.