ECLI:NL:RBARN:2007:BC1846
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Relatiebeding en boetebeding in arbeidsovereenkomst: Overtredingen en matiging van boetes
In deze zaak, uitgesproken door de kantonrechter J.W.M. Tromp op 21 december 2007, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Accon Groep B.V. en een werknemer, aangeduid als [werknemer]. De werknemer was sinds 1 januari 1974 in dienst bij Accon en had een senior functie binnen het bedrijf. In de arbeidsovereenkomst waren zowel een relatiebeding als een boetebeding opgenomen. De werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en is in dienst getreden bij een vennootschap van [dhr. X]. Accon stelt dat de werknemer het relatiebeding heeft overtreden door werkzaamheden te verrichten voor voormalige cliënten van Accon, en vordert een schadevergoeding van € 782.770,85 op basis van de overtredingen van het relatiebeding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de overtredingen bij Accon ligt. Na het horen van getuigenverklaringen concludeert de kantonrechter dat de werknemer in totaal 44 keer het relatiebeding heeft overtreden, wat resulteert in een totale boete van € 499.158,44. De kantonrechter overweegt echter dat de werknemer geen schade heeft veroorzaakt aan Accon, aangezien de cliënten door [dhr. X] tegen betaling zijn overgenomen. Dit leidt de kantonrechter tot de conclusie dat de boetes gematigd moeten worden. Uiteindelijk wordt de werknemer veroordeeld tot betaling van € 25.000,- aan Accon, vermeerderd met wettelijke rente, en worden de proceskosten gecompenseerd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de omstandigheden bij de handhaving van relatiebedingen en de toepassing van boetebedingen in arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter maakt gebruik van zijn bevoegdheid om de boetes te matigen, rekening houdend met de ernst van de overtredingen en de omstandigheden van het geval.