ECLI:NL:RBARN:2007:BB4604
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en vergoeding op basis van sociaal plan na sluiting afdeling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 1 oktober 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Nacco Materials Handling B.V. en [verwerende partij]. De zaak betreft de gevolgen van de sluiting van de afdeling Lashal en Onderdelen Spuitstraat, waarbij de functie van [verwerende partij] als trainer is komen te vervallen. Nacco heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verwerende partij] wegens gewichtige redenen, waarbij zij stelde dat er geen andere passende functie beschikbaar was. [verwerende partij] heeft verweer gevoerd en betoogd dat zijn functie niet volledig was vervallen, maar dat hij boventallig was geworden. Hij stelde dat hij recht had op een vergoeding van 100% van zijn laatstgenoten salaris tot aan zijn pensioen, op basis van het sociaal plan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verwerende partij] inderdaad boventallig is geworden als gevolg van de sluiting van de afdeling. De rechter oordeelde dat Nacco, als goed werkgever, de meest gunstige bepaling uit het sociaal plan diende toe te passen, wat in dit geval artikel 3.3.2 betrof. Dit artikel voorziet in een aanvulling op de TOP-regeling tot 100% van het laatstgenoten netto-maandsalaris en compensatie voor eventueel verlies aan pensioenopbouw. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 13 oktober 2007 en Nacco veroordeeld tot het betalen van de vergoeding aan [verwerende partij].
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat als Nacco het verzoek tot ontbinding niet intrekt, de proceskosten door beide partijen gedragen moeten worden. Indien Nacco het verzoek intrekt, is zij verantwoordelijk voor de proceskosten aan de zijde van [verwerende partij].