ECLI:NL:RBARN:2007:BB4152
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding koopovereenkomst wegens gebrek aan de woning
In deze zaak vordert eiseres ontbinding van de koopovereenkomst met De Goudsberg, omdat de woning die zij op 1 maart 2006 heeft gekocht, behept is met een gebrek. Eiseres stelt dat het souterrain van de woning onbewoonbaar is geworden door een vochtprobleem. De rechtbank heeft de procedure in gang gezet en de feiten zijn als volgt: tijdens de comparitie heeft eiseres verklaard dat zij in september 2006 voor het eerst last had van wateroverlast in het souterrain. Dit probleem heeft zich in de winter van 2006 en het voorjaar van 2007 voortgezet, waarbij er regelmatig water op de vloer stond. Eiseres heeft een deskundige ingeschakeld die op 12 december 2006 een rapport heeft uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat de kelder niet waterdicht is en dat de woning in de huidige situatie onbewoonbaar is.
De rechtbank heeft vervolgens de vraag beoordeeld of er sprake is van een zodanig gebrek aan de woning dat deze niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:17 BW. De rechtbank oordeelt dat indien vast komt te staan dat er regelmatig water op de vloeren van de in het souterrain gelegen kamers staat, dit een wezenlijk gebrek aan de woning oplevert dat aan normaal gebruik in de weg staat. De rechtbank heeft ook de mededelingsplicht van De Goudsberg beoordeeld, die voorafgaand aan de verkoop melding heeft gemaakt van een in het verleden ondervonden vochtprobleem. De vraag is of De Goudsberg voldoende heeft voldaan aan deze mededelingsplicht en of eiseres haar onderzoeksplicht heeft nageleefd.
De rechtbank heeft besloten om een onafhankelijk deskundigenbericht in te winnen over de aard en de omvang van het vochtprobleem in de woning. De zaak is naar de rol verwezen zodat partijen zich kunnen uitlaten over het aantal en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en de aan deze(n) te stellen vragen. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de klacht van eiseres tijdig is ingediend, en dat de uitkomst van het deskundigenonderzoek bepalend zal zijn voor de verdere beoordeling van de zaak. De beslissing is aangehouden tot de rolzitting van 26 september 2007.