2.2. Dexia heeft aangevoerd dat de praktijk van de beurshandel in op die beurs genoteerde effecten meebrengt dat de bulkorder niet rechtstreeks kan worden herleid tot één transactie met één specifieke marktpartij, waarvan één specifiek pakket aandelen wordt verkregen. Dit systeem leidt ook tot wisselende aantallen aandelen in orders ten behoeve van meerdere cliënten. De systematiek van de beurshandel brengt mee dat de bulkorder in een aantal stappen tot de verkrijging van de benodigde aandelen heeft geleid. Dexia heeft die stappen toegelicht als volgt.
stap 1
Dexia’s afdeling die zich bezig hield met het sluiten van effectenlease overeenkomsten bestelde via de ESP-desk (Equity Structured Products) de voor de bulkorder benodigde aandelen bij Dexia’s aandelendesk, de afdeling die belast is met de beurshandel.
Dexia legt in dit verband over als productie 24 een uittreksel uit haar administratie waaruit blijkt dat de bulkorder werd geplaatst. De bulkorder betrof in totaal 66.423 aandelen ABN AMRO, 66.432 aandelen Ahold en 66.423 ING. Uit het stuk blijkt dat meer aandelen zijn besteld. Er zijn niet alleen aandelen besteld voor effectenlease-cliënten met een overeenkomst type WinstVerdrieDubbelaar Termijnbetaling (WV3D T), zoals [gedaagde], maar ook voor cliënten met drie andere typen overeenkomsten: de Triple Termijnbetaling (Trip T), de WinstVerdrieDubbelaar Vooruitbetaling (WV3D V) en de Triple Vooruitbetaling (Trip V).
stap 2
Dexia’s aandelendesk legde vervolgens de benodigde orders, tezamen met alle andere orders waarvoor zij opdrachten had gekregen, in op de effectenbeurs van Euronext. De orders leidden tot beurstransacties. Euronext administreerde de orders en transacties en zond Dexia bevestigingen. Bij Euronext was niet te zien wie de interne of externe opdrachtgever van Dexia’s aandelendesk was. In het Euronext systeem stonden de orders geregistreerd als orders van Dexia.
Ter onderbouwing van haar stellingen brengt Dexia als productie 25 een uittreksel uit het orderboek van Euronext in het geding. Hieruit blijken, zo stelt Dexia, alle op 18 april 2000 voor Dexia ingelegde orders en verrichte transacties met betrekking tot de aandelen ABN AMRO, Ahold en ING. Euronext zet in een daarbij gevoegde schriftelijke toelichting uiteen dat de op de bulkorder betrekking hebbende transacties werden verricht via de rekening met het nummer 335. Als productie 26 is een zogenaamde Trade Reconciliation in het geding gebracht waarin de confirmaties zijn opgesomd van alle op 18 april 2000 via Dexia’s rekening met het nummer 335 verrichte beurstransacties.
stap 3
Dit is de zogenaamde “clearing” van de transacties die op Euronext tot stand komen. Elke marktpartij is aangesloten bij een clearing member. Voor Dexia trad destijds DSS als clearing member op. DSS was ten tijde van de bulkorder aangesloten bij Euroclear en AEX Effectenclearing BV functioneerde als centrale entiteit. Onmiddellijk na de totstandkoming van een beurstransactie zendt Euronext een bevestiging daarvan aan de door de betrokken marktpartij ingeschakelde clearing members van verkopende en kopende partij. Aan het einde van de handelsdag, na het sluiten van de markt, zendt Euronext de verzamelde gegevens van alle gedurende de dag verrichte transacties aan Euroclear (thans Clearnet). Euroclear saldeert dagelijks voor iedere clearing member de te leveren of te ontvangen effecten en bijbehorende betalingen en ontvangsten. Bij clearing vindt schuldvernieuwing plaats: de afzonderlijke koop- en verkooptransacties gaan teniet en per aandelenfonds ontstaat er één nieuwe koop- of verkooptransactie tussen Euronext en de bedoelde clearing members. De beurstransacties worden daarmee niet afgewikkeld tussen de oorspronkelijke marktpartijen.
Dexia brengt als productie 27 en 28 twee uittreksels uit de administratie van Effectenclearing in het geding. Eén uittreksel is een tabel met een cumulatief overzicht van alle door Effectenclearing geaccepteerde beurstransacties die op 18 april 2000 werden aangegaan door de bij DSS aangesloten marktpartijen, waaronder Dexia. Het andere uittreksel bestaat uit drie dagafschriften, met daarin de resultaten van de clearing van de beurstransacties van 18 april 2000 in de aandelen ABN AMRO, Ahold en ING.
stap 4
Dit is de afwikkeling of settlement van de transacties tussen DSS en Effectenclearing uit de clearing van de (mede) op de bulkorder betrekking hebbende beurstransacties. Euroclear was in het Wge-systeem het centrale instituut belast met het houden en beheren van zogenaamde girodepots, zoals bedoeld in de artikelen 34 en 36 Wge. Een girodepot is een goederenrechtelijke gemeenschap waarin zich de effecten van één bepaalde soort bevinden. Aandelen in girodepots staan op naam van bij Euroclear aangesloten instellingen zoals DSS en Effectenclearing. Levering tussen aangesloten instellingen van een aandeel in een girodepot geschiedt door bijschrijving op naam van de verkrijgende instelling in het daartoe bestemde deel van de girodepotadministratie van Euroclear. Op die wijze werden ook de transacties tussen DSS en Effectenclearing afgewikkeld. De levering vond in de onderhavige zaak plaats op 25 april 2000, drie werkdagen nadat de op de bulkorder betrekking hebbende beurstransacties tot stand kwamen.
Ter onderbouwing van haar stellingen brengt Dexia als productie 29 een aantal beelden van het dagafschrift van 25 april 2000 uit de administratie van Euroclear in het geding. Dexia verwijst naar deze producties en stelt daarmee te hebben aangetoond dat de uit de clearing resulterende transacties tussen DSS en Effectenclearing ter zake van de op de bulkorder betrekking hebbende beurstransacties werden afgewikkeld door mutaties in de administratie van Euroclear als beheerder van de girodepots.