ECLI:NL:RBARN:2007:BA9010
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor erfafscheiding en functionele relatie met woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 2 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, [A] en [B], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe. De zaak betreft de verlening van een bouwvergunning voor een erfafscheiding op een perceel in [woonplaats]. Verweerder had op 31 januari 2006 een bouwvergunning verleend, maar eisers stelden dat de erfafscheiding bouwvergunningsvrij was. De rechtbank heeft de aanvraag en de daaropvolgende besluiten van verweerder beoordeeld aan de hand van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb).
Eisers betoogden dat er een functionele relatie bestond tussen de erfafscheiding en hun woning, en dat de erfafscheiding daarom niet onder de bouwvergunningplicht viel. De rechtbank oordeelde echter dat de bestemming van de gronden leidend was. De erfafscheiding was gelegen op gronden met een agrarische bestemming, terwijl de woning van eisers een woonbestemming had. De rechtbank concludeerde dat er geen functionele relatie bestond tussen de erfafscheiding en de woning, en dat de erfafscheiding derhalve niet bouwvergunningsvrij was.
De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en oordeelde dat verweerder terecht had besloten dat de bouwvergunning vereist was. De rechtbank achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.