ECLI:NL:RBARN:2007:BA6827
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldsom in kort geding tussen SHIPYARD B.V. en SEAROCCO YACHTS B.V.
In deze zaak vordert SHIPYARD B.V. (eiseres) in kort geding betaling van een geldsom van SEAROCCO YACHTS B.V. (gedaagde). De vordering betreft een bedrag van € 59.500,-, dat voortvloeit uit een overeenkomst tussen partijen voor de bouw van twee casco's voor zeewaardige motorjachten. De overeenkomst, gesloten op 15 december 2005, stipuleert dat de betaling in vier termijnen dient te geschieden, waarbij de laatste termijn pas betaald hoeft te worden als het casco in het water ligt en gereed is voor transport. Echter, SEAROCCO heeft geweigerd deze laatste termijn te betalen, met als argument dat het casco niet aan de afgesproken kwaliteit voldoet.
Tijdens de procedure is gebleken dat er een geschil bestaat over de gereedheid van het casco. SHIPYARD B.V. heeft een expert ingeschakeld die concludeert dat het casco keurig gebouwd is en gereed voor transport. Ondanks deze conclusie heeft SEAROCCO volhard in haar standpunt dat er gebreken zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van SHIPYARD B.V. voldoende aannemelijk is, en dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de betaling van het gevorderde bedrag. De rechter overweegt dat SEAROCCO geen beroep kan doen op de opschortende voorwaarde van betaling, omdat zij zelf de tewaterlating van het casco belemmert.
De voorzieningenrechter wijst de vordering tot betaling van € 59.500,- toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 maart 2007. Daarnaast wordt SEAROCCO veroordeeld in de proceskosten en de kosten van beslaglegging. De vordering tot betaling van een extra bedrag van € 30.000,- wordt afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd is. Het vonnis is uitgesproken op 25 mei 2007 door mr. R.J.B. Boonekamp.