ECLI:NL:RBARN:2007:BA5755

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
25 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
150735
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsverweer in geschil tussen buitenlandse vennootschappen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een bevoegdheidsverweer tussen twee vennootschappen, Nellsoft GmbH en One-Sec Ltd. Nellsoft, gevestigd in Zurich, Zwitserland, is eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident. One-Sec, gevestigd in Arnhem, Nederland, is gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring door One-Sec, die aanvoert dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren op basis van artikel 60 lid 2 van de EEX-Vo, omdat haar geregistreerde zetel in Cardiff, Verenigd Koninkrijk, ligt. Nellsoft betwist deze claim en stelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de overeenkomst tussen de partijen geen connectie heeft met de Engelse vestiging van One-Sec en alle activiteiten en correspondentie in Nederland hebben plaatsgevonden.

De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Nellsoft heeft verschillende feiten aangevoerd die de Nederlandse bevoegdheid ondersteunen, zoals het feit dat de diensten wereldwijd, inclusief Nederland, zijn geleverd en dat alle facturen vanuit Nederland zijn verzonden en betaald. De rechtbank concludeert dat de vestiging van One-Sec in Arnhem als een alternatieve bevoegdheid kan worden beschouwd op basis van artikel 5 lid 5 van de EEX-Vo. De rechtbank wijst het gevorderde onbevoegdheidsverweer van One-Sec af en bepaalt dat de zaak op de rol komt voor conclusie van antwoord op 6 juni 2007. De beslissing over de kosten in het incident wordt aangehouden tot de hoofdzaak is beslist.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 150735 / HA ZA 07-59
Vonnis in incident van 25 april 2007
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
NELLSOFT GMBH,
gevestigd te Zurich (Zwitserland),
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. P.M. Wilmink,
advocaat mr. E. Lassche te Enschede,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
ONE-SEC LTD.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat mr. A.P.J.M. Verbeek te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Nellsoft en One-Sec genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. Voor alle weren werpt One-Sec de exceptie van onbevoegdheid op. Zij vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Zij voert aan dat op grond van artikel 60 lid 2 van Verordening (EG) nr 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna EEV-Vo) Cardiff (Verenigd Koninkrijk) haar woonplaats is, omdat daar haar “registered office” is gevestigd. Ze verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel gedateerd 26 oktober 2006. In dat uittreksel staat onder meer het volgende.
rechtspersoon :
rechtsvorm Buitenlandse vennootschap: Private Limited company (UK)
Naam One-Sec Ltd
Ingeschreven in Companies Registration office te Cardiff (Verenigd Koninkrijk) onder nummer 51077240
Onderneming
Handelsna(a)m(en) One-Sec EU
Adres Nieuwe Stationsstraat 10, 6811KS Arnhem.
2.2. Nellsoft voert verweer. Zij voert aan dat uit het uittreksel niet blijkt dat One-Sec haar ‘registered office’ in Cardiff heeft. Zij bestrijdt dit dan ook bij gebrek aan wetenschap. Zij stelt voorts dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Zij stelt dat de tussen partijen gesloten overeenkomst geen enkele connectie heeft met een eventuele vestiging van One-Sec in Engeland en dat Nellsoft alleen zaken heeft gedaan met One-Sec in Arnhem. Zij verwijst ter onderbouwing van haar stellingen naar de volgende omstandigheden.
- Nellsoft en de Nederlandse vestiging van One-Sec hebben een overeenkomst tot het leveren van diensten gesloten. Namens One-Sec is W.F. Versfeld, wonende Tolkamer, de overeenkomst aangegaan. W.F. Versfeld was contactpersoon van Nellsoft bij One-Sec.
- Nellsoft zou de overeengekomen diensten wereldwijd verrichten, ook in Nederland.
- Nellsoft is gedurende de dienstverlening geïnstrueerd vanuit het Arnhemse adres van One-Sec.
- Alle klanten die Nellsoft ten behoeve van One-Sec heeft bediend, zijn gefactureerd door One-Sec vanuit Nederland.
- Nellsoft verzond de facturen voor de door haar verrichte diensten naar One-Sec in Arnhem.
- One-Sec heeft de betaling van een van de facturen (in twee termijnen) verricht via een Nederlandse bank.
- Alle correspondentie tussen partijen is gevoerd door of met One-Sec in Arnhem.
- De correspondentie tussen de advocaat van Nellsoft en One-Sec voorafgaande aan de procedure is gevoerd met One-Sec in Arnhem.
Nellsoft wijst er tevens op dat het heel praktisch is de procedure in Nederland te voeren, omdat eventuele getuigen van de vestiging Arnhem komen, waaronder de heer Versfeld.
2.3. De rechtbank is van oordeel dat zij bevoegd is van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en overweegt daartoe het volgende.
2.4. De bevoegdheid van de rechtbank dient te worden beoordeeld aan de hand van de de EEX-Vo. Er is immers onder meer sprake van een zaak met internationale aspecten – namelijk een geschil tussen twee vennootschappen opgericht naar buitenlands recht –, een handelszaak en een gedaagde met een woonplaats op het grondgebied van een lidstaat (hetzij Nederland, hetzij Verenigd Koninkrijk). Omdat de EEX-Vo van toepassing is, moet de rechtbank overigens ook ambtshalve beoordelen of hij bevoegd is.
2.5. De hoofdregel van de bevoegdheidsregeling van de EEX-Vo is neergelegd in artikel 2: de rechter van het land waar de verweerder zijn woonplaats heeft, is bevoegd. One-Sec beroept zich op dit artikel. Naast voorbedoelde hoofdregel geeft artikel 5 EEX-Vo voor een aantal bijzondere onderwerpen alternatieve bevoegdheidsregels. Het vijfde lid bepaalt dat alternatief bevoegd is de rechter van de plaats waar het filiaal, de agentschap of andere vestiging gelegen is ten aanzien van geschillen betreffende de exploitatie van een filiaal, een agentschap of een andere vestiging.
2.6. De rechtbank maakt uit het overgelegde uittreksel, zoals deels geciteerd in rechtsoverweging (r.o.) 2.1, op dat One-Sec in elk geval in Nederland is geregistreerd onder de handelsnaam One-Sec EU en in Nederland is gevestigd. De rechtbank is van oordeel dat in het midden kan blijven of One-Sec op grond van artikel 60 van de EEX-Vo woonplaats heeft in Engeland en of de rechtbank op grond van artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo bevoegd is, nu Nellsoft One-Sec ten aanzien van de vordering in de hoofdzaak op grond van artikel 5 lid 5 EEX-Vo mocht dagvaarden voor de rechter van de plaats waar het filiaal, het agentschap of andere vestiging is gevestigd. De rechtbank heeft bij haar oordeel de in r.o. 2.2 opgesomde omstandigheden meegewogen. Daarbij maakt het op grond van de jurisprudentie van het Hof van Justitie geen verschil of het om een zelfstandige of onzelfstandige vestiging – in casu in Nederland – gaat. Ter toelichting het volgende. Het Hof van Justitie heeft onder meer in de zaak Somafer - Saar Fergas (HvJ 22 november 1978, NJ 1979, 595 ) beslist dat artikel 5 lid 5 EEX-Vo onder meer ook van toepassing is op geschillen met betrekking tot contractuele verplichtingen die voortvloeien uit de werkzaamheden die het filiaal namens het moederbedrijf verricht. Het Hof van Justitie heeft voorts in de zaak Schotte (HvJ EG 9 december 1987, NJ 1989, 750) beslist dat artikel 5 lid 5 EEX-Vo toepasselijk is wanneer een in een verdragstaat gevestigde rechtspersoon weliswaar geen filiaal, agentschap of andere onzelfstandige vestiging in een andere verdragstaat exploiteert doch aldaar niettemin activiteiten ontplooit door middel van een zelfstandige onderneming met dezelfde directie, die in naam van de eerstgenoemde rechtspersoon zaken doet en daarbij als verlengstuk optreedt.
2.7. Kortom: de rechtbank is van oordeel dat de vestiging van One-Sec in Arnhem als een – al dan niet zelfstandige – vestiging van One-Sec moet worden beschouwd voor welke situatie artikel 5 lid 5 EEX-Vo een alternatieve bevoegdheid van de rechter creëert, namelijk de rechtbank Arnhem.
2.8. Uit voorgaande volgt dat de rechtbank de opgeworpen exceptie zal verwerpen. De beslissing over de kosten in het incident zal de rechtbank aanhouden totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. wijst het gevorderde af,
3.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 6 juni 2007 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.C.J. van Bavel en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2007.