3.3 [gedaagde] voert, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
Hij betwist dat hij een illegale hennepkwekerij heeft gebouwd, geëxploiteerd en dat hij schade en overlast heeft veroorzaakt. Hij kweekte hennep voor eigen gebruik. De politie had hem medegedeeld dat vijf planten onder het gedoogbeleid vallen. Hij heeft zich daaraan gehouden. Hij heeft een agressieprobleem. Het roken van wiet helpt daarbij. Zijn vriendin rookt wiet ter bestrijding van pijn als gevolg van SLE, een reumatische aandoening.
De door de politie aangetroffen planten hadden te veel licht gekregen, te wijten aan zijn onervarenheid, en waren daarom zo groot. Het was de tweede kweek, de eerste was mislukt.
In het proces-verbaal van aangifte van de NUON van 6 februari 2006 zijn onjuiste getallen opgenomen. Hij heeft aan de fraudemedewerker medegedeeld dat hij twee kweken had gehad, derhalve vanaf september 2005. Uit de berekening historisch gebruik blijkt ook dat het stroomgebruik in de periode april 2005 tot 13 januari 2006 erg is toegenomen. Dat komt, volgens de fraudemedewerker van de NUON, overeen met zijn mededeling dat er vanaf september 2005 werd gekweekt. Er was geen sprake van illegaal aftappen van elektriciteit.
Hij is niet strafrechtelijk vervolgd. Hij is ook niet gedagvaard terzake van diefstal van elektriciteit.
In 2005 is de aardlekschakelaar als gevolg van waterschade gesprongen. In de growshop is hem toen aangeraden niet naar de NUON te gaan. Zij wisten wel iemand die het zou herstellen en dat is ook gebeurd, waarbij kennelijk een ander zegel dan het gebruikelijke zegel van de NUON is aangebracht.
Hij bestrijdt dat een professionele inrichting duidt op een bedrijfsmatig karakter van de hennepteelt. De “kwekerij” was ingericht op geringe kweek, maar hij wilde het veilig doen en legaal.
Hij woont al vanaf 1994 in de woning. Hij is vanwege psychische problemen in de WAO terecht gekomen. Hij en zijn vriendin zitten in de WSNP. Zijn vriendin heeft nog de zorg voor een klein kind.
4. De beoordeling
4.1 Uit het niet weersproken proces-verbaal van politie blijkt het volgende. De politie is, nadat informatie was ingekomen dat mogelijk een hennepkwekerij in de woning aanwezig was, op 30 december 2005 ter plaatse gaan kijken. Aan de achterzijde van de woning werd op het dak “een flinke sneeuwvrije plek” aangetroffen. Voorts werd geluid gehoord dat vermoedelijk afkomstig was van een mechanische afzuiging. Op 13 januari 2006 heeft de politie de woning betreden. Op de zolderverdieping trof de politie een afgetimmerde en afgesloten ruimte aan. Na opening bleek dat de ruimte was bedekt met landbouwplastic en dat er zich een inwerking zijnde hennepkwekerij in bevond. De kwekerij is daarop door de politie ontmanteld. De toppen van één hennepplant zijn gedroogd, waarna na weging een gewicht van 60,68 gram bleek. De politie veronderstelt op grond hiervan dat de totale opbrengst van de vijf planten ongeveer 300 gram zou bedragen. Voorts is bij onderzoek door de NUON in de woning gebleken dat een vals ijkzegel op de elektriciteitsmeter was aangebracht.
[gedaagde], gehoord als verdachte door de politie, heeft onder meer verklaard dat hij vijf hennepplantjes van een man in een busje op een parkeerplaats heeft gekocht, alsmede:
“Met deze eerste plantjes heb ik veel problemen gehad. Ik had wateroverlast van boven naar beneden. De stoppenkast is doorgebrand omdat er vocht in was gelopen. De hoofdzekering is toen gesprongen en wij hebben twee dagen zonder stroom gezeten. Ik ben toen teruggegaan naar de growshop. Hier werd het mij afgeraden om de NUON te bellen omdat ze er dan misschien achter zouden komen. In deze winkel vertelde ze mij dat ze wel iemand wisten die mij kon helpen. (…) Deze (man) heeft de stoppenkast gerepareerd binnen 10 à 15 minuten. Ik weet dat het strafbaar is om de verzegeling te verbreken. Maar ik kon de NUON niet bellen. Deze man heeft voor mij toen ook een schakelbord gemaakt. Ook heeft hij de stroom voor mij anders aangelegd.”