ECLI:NL:RBARN:2007:BA1245

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
16 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
454357\CV Expl 06-4422
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten afgewezen wegens onredelijke incassohandelwijze

In deze zaak heeft Kluwer B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] B.V. voor het betalen van buitengerechtelijke kosten en rente. Kluwer had in opdracht van [gedaagde] advertenties geplaatst en een factuur van € 5.950,00 gestuurd, met een betalingstermijn van 30 dagen. De incassogemachtigde van Kluwer heeft [gedaagde] herhaaldelijk gesommeerd om het totaalbedrag, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente, te betalen. [gedaagde] heeft echter aangegeven niet akkoord te gaan met de bijkomende kosten en heeft slechts het factuurbedrag betaald. De incassogemachtigde heeft vervolgens meerdere keren gesommeerd om de buitengerechtelijke kosten en rente te betalen, maar [gedaagde] heeft dit steeds betwist.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Kluwer grotendeels in het ongelijk is gesteld. De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten is afgewezen, omdat de incassogemachtigde van Kluwer te hoge bedragen in rekening had gebracht en niet had voldaan aan de redelijkheidseisen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] € 128,17 aan rente verschuldigd is, wat toegewezen werd. De proceskosten zijn aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil, omdat Kluwer haar verletkosten niet voldoende had onderbouwd. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 454357 \ CV EXPL 06-4422 \ 248\rw
uitspraak van 16 maart 2007
Vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Kluwer B.V.
gevestigd te Alphen aan den Rijn
eisende partij
gemachtigde Vesting Finance Incasso BV
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde] B.V.
gevestigd te Herveld
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Kluwer en [gedaagde] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- de dagvaarding van 17 juli 2006 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek met een productie
- de akte uitlating van Kluwer
- de akte uitlating van [gedaagde] met producties.
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
1.1 Kluwer heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] (een) advertentie(s) geplaatst en daarvoor € 5.950,00 aan [gedaagde] gefactureerd bij factuur van 6 februari 2006. Op deze factuur is een betalingstermijn van 30 dagen na factuurdatum vermeld.
1.2 De incassogemachtigde van Kluwer heeft [gedaagde] bij brief van 18 mei 2006 gesommeerd om een totaalbedrag te betalen van € 7.274,67 aan voornoemd factuurbedrag, buitengerechtelijke kosten (€ 1.097,35) en rente (€ 197,57). [gedaagde] is op 22 mei en 23 mei 2006 schriftelijk gesommeerd om een totaalbedrag te betalen van, achtereenvolgens, € 7.282,49 en € 7.403,45. De incassogemachtigde heeft [gedaagde] op 22 mei 2006 ook telefonisch gesommeerd tot betaling. [gedaagde] heeft tijdens dat telefoongesprek meegedeeld dat hij niet akkoord gaat met de bijkomende kosten en weigert die te betalen.
1.3 [gedaagde] heeft op 1 juni 2006 € 5.950,00 aan Kluwer betaald.
1.4 De incassogemachtigde van Kluwer heeft [gedaagde] op 6 juni, 27 juni, 28 juni en 5 juli 2006 schriftelijk gesommeerd om aan buitengerechtelijke kosten en rente te betalen een totaalbedrag van, achtereenvolgens, € 1.518,44, € 1.109,36, € 1.288,42 en € 880,95.
1.5 [gedaagde] heeft op 8 juni, 27 juni en 29 juni 2006 schriftelijk gereageerd op achtereenvolgens de sommatiebrieven van 6 juni, 27 juni en 28 juni 2006.
De vordering en het verweer
2. Kluwer vordert na wijziging van eis dat de kantonrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om aan haar te betalen € 828,17, vermeerderd met een vertragingsrente - overeenkomstig de op voornoemde overeenkomst toepasselijke voorwaarden - van 1 % per maand daarover vanaf 17 juli 2006 tot de dag van voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3. Kluwer baseert haar vordering op de vaststaande feiten en de volgende, zakelijk weergegeven stellingen.
Zij heeft [gedaagde] herhaaldelijk aangemaand tot betaling van voornoemd factuurbedrag en, toen [gedaagde] niet betaalde, haar incassogemachtigde ingeschakeld die [gedaagde] heeft gesommeerd tot betaling. Overeenkomstig de op voornoemde overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden heeft zij daarom de buitengerechtelijke kosten (€ 700,00) op [gedaagde] mogen verhalen. [gedaagde] moet verder de wettelijke rente (€ 128,17) betalen.
4. [gedaagde] voert allereerst aan dat als de incassogemachtigde het gevorderde bedrag aan (rente)kosten van meet af aan in rekening had gebracht, zij dat bedrag betaald zou hebben. Die gemachtigde heeft echter steeds gesommeerd tot betaling van hogere bedragen dan het thans gevorderde bedrag, terwijl zij op voorhand wist dat zij daarop geen recht had. [gedaagde] is daardoor genoodzaakt geweest om daartegen te ageren. Zij heeft van begin af aan de incassogemachtigde meegedeeld dat zij het niet eens is met de gevorderde (rente)kosten en verzocht om die aan te passen aan de normen overeenkomstig de wet en het rapport Voor-werk II. Pas toen de zaak aanhangig werd gemaakt bij de kantonrechter heeft de incassogemachtigde het bedrag aan (rente)kosten nagenoeg aangepast aan die normen. [gedaagde] heeft tal van werkzaamheden moeten verrichten, waarvan de kosten hoger zijn dan het gevorderde bedrag aan (rente)kosten. Zij beroept zich daarom op verrekening van die kosten. De proceskosten zijn voorts voor rekening van Kluwer, nu die het directe gevolg zijn van de incompetente en onjuiste handelwijze van de incassogemachtigde. Ten slotte heeft zij voornoemde brief van 5 juli 2006 pas op 20 juli 2006 ontvangen, aldus [gedaagde].
De beoordeling
5. In geschil is of [gedaagde] de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente moet betalen. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt.
[gedaagde] erkent € 128,17 aan vervallen rente verschuldigd te zijn, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. De gevorderde rente op rente vanaf de dagvaarding zal als strijdig met artikel 6:119 lid 2 BW worden afgewezen.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten komen echter niet voor vergoeding in aanmerking, nu vaststaat dat de incassogemachtigde van Kluwer telkens te hoge bedragen aan buitengerechtelijke incassokosten en rente in haar incassobrieven in rekening heeft gebracht. [gedaagde] heeft in haar brieven aan de incassogemachtigde van Kluwer deze in de gelegenheid gesteld met een redelijk, correct voorstel met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten en rente te komen. Dat heeft de incassogemachtigde van Kluwer niet gedaan. Eerst in de dagvaarding vordert Kluwer het juiste bedrag overeenkomstig rapport Voor-werk II aan buitengerechtelijke incassokosten. Gelet op deze handelwijze van de incassogemachtigde van Kluwer is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van Kluwer wordt toegewezen.
6. Kluwer wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Deze worden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil, nu zij haar verletkosten (in de zin van artikel 238 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) niet (voldoende) feitelijk heeft onderbouwd.
De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt [gedaagde] om aan Kluwer € 128,17 aan rente te betalen;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
veroordeelt Kluwer in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2007