ECLI:NL:RBARN:2006:AZ0899
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- M.L.J.C. van Emden-Geenen
- Rechtspraak.nl
Schorsing tenuitvoerlegging vonnis en executoriale verkoop woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 25 oktober 2006 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, wonende te Lienden, niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis. Dit vonnis, dat eiser veroordeelde tot betaling van een geldsom aan gedaagde, is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Eiser had de voorzieningenrechter verzocht om de executoriale verkoop van zijn woning te staken, maar de rechtbank oordeelde dat de gang naar de voorzieningenrechter was afgesloten, aangezien het Gerechtshof in een eerdere procedure al had beslist over de vordering van eiser. De rechtbank oordeelde dat gedaagde, die de executie had aangevraagd, geen misbruik maakte van zijn executiebevoegdheid. De Rabobank, als eerste hypotheekhouder, was gerechtigd om de executie over te nemen en de woning te verkopen om haar rechten veilig te stellen. Eiser had niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen en de rechtbank concludeerde dat de vordering van de Rabobank uit de opbrengst van de executoriale verkoop kon worden voldaan. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van zowel gedaagde als de Rabobank, die elk op € 1.064,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede procesorde en de gevolgen van eerdere rechterlijke beslissingen voor de ontvankelijkheid van vorderingen in kort geding.