ECLI:NL:RBARN:2006:AY9237
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor wijziging dienstroosters in ambulancevervoer en de toepassing van de Arbeidstijdenwet
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 2 oktober 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor het wijzigen van dienstroosters binnen een ambulancevervoerbedrijf. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.A. Hoving, had de instemming van de ondernemingsraad (OR) nodig voor de aanpassing van de dienstroosters per 1 juli 2006, die onder andere de invoering van aanwezigheidsdiensten in de nachtelijke uren inhield. De OR had echter zijn instemming onthouden, wat leidde tot het verzoek aan de kantonrechter.
De verzoeker stelde dat het nieuwe rooster voldeed aan zowel Europees als Nederlands recht, en dat het Arbeidstijdenbesluit per 1 juni 2006 in overeenstemming was gebracht met de Europese richtlijn 2003/88/EG. De kantonrechter oordeelde dat de rechtsstrijd tussen partijen niet meer identiek was aan de eerdere beschikking van 9 juni 2005, waardoor het gezag van gewijsde niet van toepassing was. De rechter weigerde het verzoek van de verzoeker, omdat de argumenten van de OR om geen instemming te geven niet onredelijk waren. De kantonrechter benadrukte dat de invoering van aanwezigheidsdiensten niet in strijd mocht zijn met de richtlijnen en dat de rusttijden van de werknemers gewaarborgd moesten blijven.
De rechter concludeerde dat het rooster, dat was gebaseerd op de bepalingen van het Arbeidstijdenbesluit, in strijd was met de richtlijn 2003/88/EG. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek om toestemming voor de wijziging van de dienstroosters. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om bij het invoeren van wijzigingen in arbeidstijden rekening te houden met de wettelijke vereisten en de bescherming van werknemersrechten.