ECLI:NL:RBARN:2006:AX4371

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
24 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
136844
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eigendomsgeschil tussen Hervormde Gemeente en Gemeente in Hersteld Verband te Gameren

In deze zaak vorderde de Hervormde Gemeente te Gameren dat de Gemeente in Hersteld Verband zou worden geboden om zich te onthouden van het gebruik van kerkelijke goederen en gebouwen. De kern van het geschil betreft de eigendom van de goederen die aan de Hervormde Gemeente toekwamen voor de fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) met andere kerken op 1 mei 2004. De Hervormde Gemeente stelt dat zij de enige rechtmatige opvolger is van de goederen, terwijl de Gemeente in Hersteld Verband zich beschouwt als de voortzetting van de Hervormde Gemeente. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente in Hersteld Verband slechts een nieuw opgerichte rechtspersoon is en dat de eigendom van de goederen bij de Hervormde Gemeente blijft. De vordering van de Hervormde Gemeente werd toegewezen, met de verplichting voor de Gemeente in Hersteld Verband om binnen twee weken na betekening van het vonnis de goederen en sleutels over te dragen aan de Hervormde Gemeente. Tevens werd de Gemeente in Hersteld Verband veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 136844 / KG ZA 06-85
Vonnis in kort geding van 24 mei 2006
in de zaak van
1. de kerkelijke rechtspersoon
HERVORMDE GEMEENTE GAMEREN,
gevestigd te Gameren,
2. de kerkelijke rechtspersoon
DIACONIE VAN DE HERVORMDE GEMEENTE GAMEREN,
gevestigd te Gameren,
eiseressen bij dagvaarding van 21 april 2006,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. G.C.W. van der Feltz te 's-Gravenhage,
tegen
de kerkelijke rechtspersoon
NEDERLANDSE HERVORMDE GEMEENTE IN HERSTELD VERBAND TE GAMEREN,
gevestigd te Gameren,
gedaagde,
vertegenwoordigd door mr. P. Baijense RA, administrerend kerkvoogd en ds. A.C. Rijken.
Partijen zullen hierna de Hervormde Gemeente en de Gemeente in Hersteld Verband worden genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de Hervormde Gemeente
- een op schrift gesteld stuk van de Gemeente in Hersteld Verband, met producties.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
Op 1 mei 2004 zijn de Nederlandse Hervormde Kerk (hierna: de NHK), de Gereformeerde Kerken in Nederland (hierna: de GKN) en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: de ELK) verenigd in de Protestantse Kerk in Nederland (hierna: de PKN). Het daartoe strekkende besluit van de NHK (hierna: het verenigingsbesluit) is op 12 december 2003 door haar Generale Synode genomen.
2.2. Ter voorbereiding van de vereniging heeft de Generale Synode van de NHK op 8 juni 2001 besloten het door de commissie voor Kerkelijke Aangelegenheden van de NHK opgestelde rapport “Om de eenheid en heelheid van de kerk” te aanvaarden.
2.3. Op 13 december 2002 heeft de Generale Synode van de NHK een nieuwe kerkorde voor de PKN (hierna: PKO) vastgesteld, ter vervanging van de voor de NHK geldende hervormde kerkorde van 1951 (hierna: HKO).
2.4. Zowel tegen de hiervoor onder 2.2. en 2.3. genoemde besluiten als tegen het verenigingsbesluit is door diverse hervormde gemeenten bezwaar gemaakt bij de Generale Commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen van de NHK (hierna: GCBG). De GCBG heeft deze bezwaren alle ongegrond verklaard.
2.5. Op 5 maart 2004 hebben vijfenvijftig hersteld hervormde gemeenten een bodemprocedure voor de rechtbank Utrecht aanhangig gemaakt tegen de NHK. In die procedure wordt onder meer gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaart:
a. dat de in bezwaar genomen beslissingen van de GCBG jegens eisers nietig althans onverbindend zijn;
b. dat eisers uitsluitend aan de HKO gebonden zijn;
c. dat de PKO en de daarbij behorende Ordinanties, Generale regelingen en Overgangsbepalingen jegens eisers nietig althans onverbindend zijn, althans dat eisers daaraan niet zijn gebonden;
d. primair dat het verenigingsbesluit nietig althans onverbindend is jegens eisers, subsidiair dat eisers het recht hebben om als plaatselijke hervormde gemeenten te beslissen dat zij niet toetreden tot de PKN met de bevoegdheid de naam Hervormde Gemeente te blijven dragen en te blijven beschikken over het kerkelijk vermogen van de betreffende plaatselijke hervormde gemeente.
2.6. Op grond van artikel 28 Overgangsbepalingen PKO heeft de gezamenlijke vergadering van synoden op 1 februari 2004 een commissie van bijzondere zorg met betrekking tot de hervormde gemeenten, de gereformeerde kerken en de evangelisch-lutherse gemeenten benoemd. De leden van de commissie van bijzondere zorg met betrekking tot de hervormde gemeenten (hierna: CBZ) zijn gekozen op voordracht van de Generale Synode van de NHK uit de belijdende leden van de NHK. In de Overgangsbepalingen PKO is aan CBZ een rol toebedeeld voor (bijstand aan) groepen gemeenteleden die tot de conclusie komen dat zij de overgang van “hun” kerk naar de PKN niet kunnen volgen. Op grond van die Overgangsbepalingen is CBZ (als enige) bevoegd tot het treffen van voorlopige maatregelen en voorzieningen.
2.7. In Gameren heeft een groot aantal leden van de Hervormde Gemeente op basis van geloofsinhoudelijke overwegingen de NHK niet willen volgen in de PKN. Deze leden zijn gezamenlijk als kerkgenootschap verder gegaan in hersteld verband op basis van de kerkorde van de NHK (HKO). De leden van dit kerkgenootschap in hersteld verband stellen zich op het standpunt dat zij niet als individuele leden uit de NHK zijn getreden, maar als hervormde gemeente. De Gemeente in Hersteld Verband heeft sedert 1 mei 2004 de beschikking en het beheer over de goederen van de Hervormde Gemeente en de Diaconie.
2.8. Omdat de ambtsdragers van de Hervormde Gemeente hun functies per 1 mei 2004 zijn gaan uitoefenen voor de Gemeente in Hersteld Verband en de Hervormde Gemeente als gevolg daarvan niet meer over een kerkenraad beschikte, heeft het breed moderamen van de Hervormde Classicale Vergadering van Bommel de kerkenraad van de Hervormde Gemeente te Gameren aangevuld met twee personen. Deze personen zijn bevoegd om als kerkenraad en colleges van de Hervormde Gemeente op te treden.
2.9. De kleine synode van de PKN heeft in haar vergadering van 11 februari 2005 besloten dat de ambtsdragers van de Gemeente in Hersteld Verband met ingang van 1 mei 2004 zijn ontheven van hun ambt van respectievelijk ouderling, diaken en ouderling-kerkrentmeester in de PKN en de Hervormde Gemeente te Gameren.
2.10. Bij besluit van 5 januari 2006 heeft CBZ met betrekking tot de Hervormde Gemeente te Gameren een voorlopige maatregel getroffen die, voor zover van belang, het volgende inhoudt:
“4. Bewoning van de pastorie
Voortzetting van de bewoning van de pastorie door ds. A.C. Rijken werd toegestaan gedurende een tijdvak van maximaal ½ jaar vanaf de datum waarop hij door de kleine synode van de Protestantse Kerk in Nederland van zijn ambt als predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland ontheven is verklaard (…). Die termijn is beëindigd per 1 november 2004. Vanaf die datum bewoont hij de pastorie zonder recht of titel. CBZ kan hiervoor op verzoek een aanvullende maatregel en voorziening treffen.
5. Vermogensrechtelijke positie van de hervormde gemeente
De zorg voor alle aangelegenheden op vermogensrechtelijk gebied, zowel diaconaal als
niet-diaconaal, valt onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad van de hervormde
gemeente (...) die deze zorg toevertrouwt aan resp. het college van kerkrentmeesters en het
college van diakenen van de hervormde gemeente.
Het college van kerkrentmeesters is derhalve, namens de hervormde gemeente te Gameren,
bevoegd te beschikken over kerkgebouw met bijruimten met bijbehorende inventarissen, de
pastorie en andere registergoederen die toebehoren aan de hervormde gemeente te
Gameren.
Het college van diakenen is derhalve, namens de hervormde gemeente te Gameren,
bevoegd te beschikken over registergoederen die toebehoren aan de diaconie van de
hervormde gemeente te Gameren.
Alle banksaldi van de hervormde gemeente resp. de diaconie van de hervormde gemeente
per 30 april 2004 blijven vanaf 1 mei 2004 eigendom van de hervormde gemeente en ter
beschikking staan van deze kerkelijke lichamen.
CBZ bepaalt verder dat relevante bescheiden met betrekking tot deze bankrekeningen op
eerste verzoek daartoe van de kerkenraad van de hervormd gemeente resp. de diaconie van
de hervormde gemeente dienen te worden overgedragen aan door genoemde lichamen
aangewezen personen.
Beheerders (administrateurs, penningmeesters, tekeningsbevoegden) die
vermogensbestanddelen onttrekken aan de hervormde gemeente c.q. de diaconie van de
hervormde gemeente zijn gezamenlijk en persoonlijk aansprakelijk overeenkomstig het
bepaalde in ord. 18-19-1 KO NHK resp. 11-28 PKO.
6. Gebruik van kerkgebouw en nevenruimten
CBZ bepaalt dat kerkgebouw en nevenruimten van de hervormde gemeente te Gameren met
ingang van uiterlijk vrijdag 27 januari 2006 volledig ter beschikking staan van de
hervormde gemeente te Gameren onder meer om aldaar op de gebruikelijke aanvangstijden
erediensten en andere activiteiten te beleggen ten behoeve van deze gemeente. Met ingang
van zondag 29 januari 2006 zullen, onder ambtelijke verantwoordelijkheid van de
kerkenraad, om 9.30 en 18.30 uur de zondagse erediensten van de hervormde gemeente
gehouden worden.
Het college van kerkrentmeesters van de hervormde gemeente te Gameren is bevoegd om
het kerkgebouw op zondag op andere tijden ter beschikking te stellen aan de hersteld
hervormde gemeente, tegen een door het college te bepalen vergoeding. Deze vergoeding
dient vastgesteld te worden op basis van reële exploitatiekosten. De klok(ken) worden op
zodanig tijdstip geluid dat kerkdiensten hierdoor niet worden verstoord.
Het college van kerkrentmeesters van de hervormde gemeente te Gameren is bevoegd om
de nevenruimten van het kerkgebouw op doordeweekse dagen ten behoeve van kerkelijke
activiteiten ter beschikking te stellen aan de hersteld hervormde gemeente, tegen een door
het college te bepalen vergoeding, eveneens op basis van reële exploitatiekosten.
Rouw- en trouwdiensten en andere doordeweekse diensten van de hersteld hervormde
gemeente in het kerkgebouw kunnen in overleg worden bepaald.
Regelingen voor het medegebruik van het kerkgebouw en nevenruimten door de hersteld
hervormde gemeente zijn alleen mogelijk voor zover hierdoor de belangen van de
hervormde gemeente niet worden belemmerd of geschaad.
7. Ledenadministratie
De ledenadministratie valt onder beheer van het college van kerkrentmeesters van de
hervormde gemeente te Gameren.
Er zullen in het kader van deze voorlopige maatregelen en voorzieningen geen individuele
of collectieve gegevens worden verstrekt aan degenen die geen deel uitmaken van de
hervormde gemeente of aan hun vertegenwoordigers. (...)
Dit impliceert tevens dat de bestaande kaartenbakken e.d. door de vertrekkende
kerkenraadsleden op eerste verzoek ter beschikking dienen te worden gesteld van de
hervormde gemeente. (...)
8. Overdracht van sleutels en andere bescheiden
De kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente (of vertegenwoordigers daarvan)
overhandigt op vrijdagavond 27 januari 2006 om 19.00 uur in het kerkgebouw alle sleutels
die toegang verlenen tot de gebouwen van de hervormde gemeente, welke in ontvangst
genomen zullen worden door de kerkenraad van de hervormde gemeente, in aanwezigheid
van een vertegenwoordiger van de Commissie van Bijzondere Zorg. Aan de hersteld
hervormde kerkenraad zal hiervoor een getekend bewijs van ontvangst verstrekt worden.
Alle sleutels van depots en kluizen, alle eigendomsbewijzen en bescheiden van de
hervormde gemeente, de volledige financiële administratie van de hervormde gemeente
resp. van de diaconie van de hervormde gemeente, de volledige hervormde ledenregisters,
doop-, trouw- en overlijdensregisters en het lidmatenboek, en de overige momenteel onder
beheer van de kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente zijnde zaken dienen later op
eerste verzoek aan de vertegenwoordiger van de kerkenraad van de hervormde gemeente
overhandigd te worden.
9. Geldwerving
Het college van kerkrentmeesters van de hervormde gemeente organiseert
geldwervingsacties onder de in de ledenadministratie opgenomen leden van de hervormde
gemeente. Deze acties kunnen zich uitstrekken tot alle leden die in het register van de
hervormde gemeente staan ingeschreven.”
2.11. De Gemeente in Hersteld Verband heeft bij brief van 13 januari 2006 aangegeven geen uitvoering te willen geven aan de in het besluit van CBZ van 5 januari 2006 genoemde voorlopige maatregelen. Bij brief van haar raadsman van 2 februari 2006 heeft de Hervormde Gemeente de Gemeente in Hersteld Verband gesommeerd uitvoering te geven aan de voorlopige maatregel van CBZ. Ook daaraan heeft de Gemeente in Hersteld Verband geen gevolg gegeven.
Het geschil
De Hervormde Gemeente vordert dat de Gemeente in Hersteld Verband zal worden geboden uiterlijk acht dagen na betekening van het vonnis, ter uitvoering van de voorlopige maatregel van CBZ - totdat deze zal zijn vervangen door een definitieve maatregel van CBZ of totdat de voorlopige maatregel door het GCBG en/of de civiele rechter terzijde zal zijn geschoven -:
a. - zich voor het medegebruik van het kerkgebouw te richten naar de daarvoor in de
voorlopige maatregel aangegeven regeling;
- af te zien van het gebruik van overige gebouwen anders dan gebruik waarover vooraf
overeenstemming is bereikt met de kerkenraad;
- af te zien van het gebruik van roerende en onroerende goederen van de Hervormde
Gemeente en van onroerende diaconale goederen anders dan voor het gebruik
waarover vooraf overeenstemming is bereikt met de kerkenraad respectievelijk het
college van diakenen van de Hervormde Gemeente (de diaken en twee
kerkenraadsleden);
b. zorg te hebben gedragen voor overhandiging aan dr. A. Bronkhorst, scriba van de
kerkenraad van de Hervormde Gemeente van:
- alle sleutels die toegang geven tot het kerkgebouw en de overige gebouwen van de
Hervormde Gemeente waar zij over beschikt;
- alle sleutels die toegang geven tot de (gebouwen van de) Diaconie waar zij over
beschikt;
- de ledenadministratie;
- het archief en de doop-, trouw- en overlijdensregisters;
- de financiële administratie van de Hervormde Gemeente en de Diaconie;
c. het beheer te hebben overgedragen van eventuele bankrekeningen waar tegoeden staan
die toekomen aan (op naam staan van) de Hervormde Gemeente, het college van
kerkvoogden, de Diaconie;
d. het beheer van onroerende zaken van de Diaconie te hebben overgedragen aan het college
van diakenen van de Hervormde Gemeente;
e. voor zover dat in haar macht ligt, mee te werken aan de oplevering van de pastorie (Delkamp 9, 5311 CJ Gameren), ontruimd en bezemschoon.
3.2. De Hervormde Gemeente legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Zowel juridisch als institutioneel bezien is de PKN de enige voortzetting van de NHK. Hervormde gemeenten die voorheen onderdeel waren van de NHK zijn per 1 mei 2004, zonder enige nadere rechtshandeling en zonder dat zij dat konden beletten, zelfstandige onderdelen van de PKN geworden. Het ‘niet meegaan’ in de PKN is alleen mogelijk voor individuele leden van een hervormde gemeente, niet voor een hervormde gemeente als zodanig. De Gemeente in Hersteld Verband heeft zich echter gerechtigd en bevoegd geacht om als gemeente te beslissen niet mee te gaan in de PKN. Zij beschouwt zichzelf als de enige voortzetting van de NHK en de enige hervormde gemeente te Gameren. Op grond hiervan is zij ook van mening dat de naam, de bezittingen en de ‘ambten’ aan haar toekomen. In tegenstelling tot de Hervormde Gemeente beschikt de Gemeente in Hersteld Verband nu over de ledenadministratie, de financiële administratie en enkele bankrekeningen van de Hervormde Gemeente en over de sleutels die toegang verschaffen tot enkele gebouwen. Ook heeft de Gemeente in Hersteld Verband de pastorie in gebruik gelaten bij ds. A.C. Rijken, die uitsluitend werkzaam is in de Gemeente in Hersteld Verband. Dit is gelet op het voorgaande onrechtmatig jegens de Hervormde Gemeente. Herstel van de rechtmatige toestand, hetgeen volgens de Hervormde Gemeente reeds is neergelegd in de voorlopige maatregel van CBZ, is daarom de inzet van dit kort geding.
3.3. De Gemeente in Hersteld Verband voert gemotiveerd verweer waarop, voor zover van belang, hierna zal worden ingegaan.
De beoordeling
Kernvraag die in dit geschil dient te worden beantwoord is - kort gezegd - aan wie van partijen het beheer en de beschikking toekomt van de hiervoor onder 3.1. genoemde goederen. Daarbij is met name van belang de vraag aan wie de eigendom van die goederen toekomt. Zowel de Hervormde Gemeente als de Gemeente in Hersteld Verband stellen daartoe dat zij de enige opvolger zijn van de Hervormde Gemeente te Gameren, zoals deze bestond voor de vereniging op 1 mei 2004, en dat zij - ieder voor zich - om die reden de eigendom en daarmee het gebruik van de goederen kunnen claimen.
4.2. Voorop wordt gesteld dat in dit kort geding niet in geschil is dat de drie landelijke kerken, de NHK, de GKN en de ELK, op 1 mei 2004 in juridische zin met elkaar zijn gefuseerd en aldus zijn opgegaan in de PKN. Daarom zal hiervan bij de verdere beoordeling worden uitgegaan.
4.3. Ter beantwoording van de onder 4.1. vermelde vraag overweegt de voorzieningenrechter dat gelet op het bepaalde in artikel 2:2 lid 2 BW de kerkorde het uitgangspunt dient te zijn. Zoals hiervoor onder 2.2. reeds is weergegeven heeft de Generale Synode van de NHK op 8 juni 2001 besloten het door de commissie voor Kerkelijke Aangelegenheden van de NHK op 16 maart 2001 opgestelde rapport “Om de eenheid en heelheid van de kerk” te aanvaarden. In dit rapport wordt onder meer aan de voor de NHK op dat moment geldende hervormde kerkorde van 1951, de HKO, met betrekking tot de vraag of zij ruimte laat voor afscheiding, de volgende uitleg gegeven:
“Wie toetreedt tot de gemeente treedt daarmee toe tot de Nederlandse Hervormde Kerk, en wie breekt met de Nederlandse Hervormde Kerk breekt daarmee met de hervormde gemeente. De tussenweg: breken met de Nederlandse Hervormde Kerk maar tegelijk lid te blijven van de hervormde gemeente, bestaat niet. Die tussenweg bestaat ook niet voor de hervormde gemeente: men maakt als hervormde gemeente deel uit van de Nederlandse Hervormde Kerk of men bestaat niet. Voortbestaan als gemeente (onder welke naam dan ook) buiten het verband van de Nederlandse Hervormde Kerk is een onmogelijkheid. Als men breekt met de Nederlandse Hervormde Kerk, breekt men met de gemeente en kan men hoogstens samen met andere christenen een nieuwe gemeente vormen die niet tot de Nederlandse Hervormde Kerk behoort.”
en:
“Een besluit om zich van de Nederlandse Hervormde Kerk los te maken kan slechts op persoonlijke basis worden genomen. Van een dergelijke persoonlijke beslissing wordt melding gemaakt in ord. 2-1-3. (...) De kerkorde kent deze mogelijkheid voor een gemeente niet. Een kerkenraad is niet bevoegd een besluit te nemen over het al dan niet voortzetten van de relatie tot de Nederlandse Hervormde Kerk. Een dergelijk besluit moet worden aangemerkt als onwettig.”
4.4. Tegen het door de Generale Synode van de NHK op 8 juni 2001 genomen besluit is door diverse hervormde gemeenten bezwaar gemaakt bij de GCBG. Deze heeft de verschillende bezwaren ongegrond verklaard en daartoe onder meer overwogen:
“De generale commissie verenigt zich met hetgeen de Commissie KOA in het rapport concludeert over de kerkordelijke presbyteriaal-synodale structuur van de kerk en de vraag of een hervormde gemeente uit het verband van de kerk kan treden. De commissie KOA heeft op deze punten een juiste uitleg gegeven aan de kerkorde. (...) De hervormde gemeenten maken naar inhoud, strekking en geest van de kerkorde een onlosmakelijk deel uit van de NHK. De hervormde gemeenten kunnen geen rechtens effectief besluit nemen uit het verband van de NHK te treden en zij kunnen dus ook niet daadwerkelijk aan zo’n besluit uitvoering geven met rechtsgevolg. (...) De kerkorde kent geen regels met betrekking tot een splitsing welke neerkomt op afscheiding van een hervormde gemeente van het verband met de NHK. Reeds daarom kan aan de wettelijke regeling aangaande splitsing van rechtspersonen geen argument worden ontleend ten gunste van het aannemen van een recht van de gemeenten op afscheiding. Beslissend is of de kerkorde zich verzet tegen toepassing van de wettelijke regeling en het rapport maakt duidelijk dat dit het geval is. (...) Wat meer in het bijzonder de kerkelijke goederen aangaat, onderschrijft de generale commissie het standpunt van het rapport en het moderamen dat het uittreden van (een groot aantal) gemeenteleden uit het verband van de kerk, geen rechtsgevolgen heeft voor het vermogen van de betrokken hervormde gemeente. Deze blijft in alle opzichten gerechtigd tot haar vermogen en de uitgetreden gemeenteleden kunnen daarop geen aanspraak maken.”
4.5. Uit het voorgaande kan niets anders worden afgeleid dan dat - kort gezegd - het
rapport “Om de eenheid en heelheid van de kerk” een door de Generale Synode aanvaarde uitleg van de HKO geeft die inhoudt dat een hervormde gemeente niet als zodanig kan uittreden uit de NHK en dat deze uitleg door de GCBG, als bevoegde hoogste kerkrechtelijke instantie, als juist is aanvaard. Vaststaat voorts dat de Generale Synode van de NHK bij besluit van 13 december 2002 een nieuwe kerkorde, de PKO, heeft vastgesteld die ook uitgaat van dezelfde beginselen als beschreven in genoemd rapport en dat het bezwaar dat diverse hervormde gemeenten hiertegen hebben gemaakt door de GCBG eveneens ongegrond is verklaard. Aangezien de Hervormde Gemeente te Gameren voor 1 mei 2004 onderdeel uitmaakte van de NHK moet voorshands worden aangenomen dat zij en haar leden waren gebonden aan de HKO en de uitleg die daaraan door daartoe bevoegde organen van de NHK voor die datum is gegeven. Dat brengt met zich dat de Hervormde Gemeente niet uit de NHK heeft kunnen treden om als hervormde gemeente (in hersteld verband) zelfstandig verder te gaan. Van dit een en ander moet in ieder geval worden uitgegaan zolang de rechtbank Utrecht niet anders heeft beslist in de op 5 maart 2004 door verschillende hervormde gemeenten aanhangig gemaakte bodemprocedure.
4.6. Uit het voorgaande volgt dat de Gemeente in Hersteld Verband slechts een nieuw
opgerichte rechtspersoon in de zin van artikel 2:2 lid 1 BW kan zijn en dat zij om die reden niet de eigendom kan hebben van de goederen die aan de Hervormde Gemeente te Gameren binnen het verband van de NHK toekwam. De eigendom daarvan is gebleven bij en komt toe aan de Hervormde Gemeente te Gameren die binnen de PKN is gebleven. Daarmee ligt de vordering van de Hervormde Gemeente in beginsel voor toewijzing gereed.
4.7. De Gemeente in Hersteld Verband stelt nog dat er in Gameren feitelijk helemaal
geen hervormde gemeente in PKN-verband bestaat omdat veruit de meeste gemeenteleden na de fusie van 1 mei 2004 zijn meegegaan in de Gemeente in Hersteld Verband en er slechts enkele gemeenteleden reeds voor die datum elders kerkelijk onderkomen hebben gevonden. De Gemeente in Hersteld Verband ziet het zo dat zij dezelfde hervormde gemeente is gebleven die zij altijd was met het gebruik van dezelfde kerkelijke goederen die al eeuwen aan de plaatselijke hervormde gemeente toebehoorden en zij ziet daarom niet in waarom haar die goederen niet nog steeds (grotendeels) toekomen. Hoewel dit op zichzelf een invoelbaar standpunt is, stuit dat af op het voorshandse oordeel over de juridische (eigendoms)situatie, zoals hiervoor overwogen.
4.8. Ingevolge artikel 5:1 lid 1 BW is eigendom het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu ervan uitgegaan dient te worden dat de eigendomsrechten op de goederen rusten bij de Hervormde Gemeente heeft zij ook een voldoende spoedeisend belang om daadwerkelijk over die goederen te kunnen beschikken. Daaraan doet niet af dat de Hervormde Gemeente op dit moment wellicht nagenoeg geen leden heeft.
4.9. De Hervormde Gemeente vordert uitvoering van de door CBZ gegeven voorlopige maatregel. Voor toewijzing is dan ook van belang vast te stellen wat de positie van CBZ is. De Gemeente in Hersteld Verband stelt namelijk dat zij zich niet gebonden acht aan de voorlopige maatregel van CBZ. Zoals hiervoor onder 2.6. reeds is weergegeven, is CBZ door de gezamenlijke vergadering van synoden in het leven geroepen om ingeval een breuk onvermijdelijk lijkt, bijzondere voorzieningen te treffen zodanig dat de kerk (de NHK binnen de PKN) betrokken wordt bij een gesprek met degenen die zich van de hervormde kerk losmaken. CBZ heeft onder meer tot taak voorzieningen te treffen indien een deel van de gemeenteleden een nieuw kerkgenootschap vormt. Daaruit volgt dat CBZ - en daarmee de NHK binnen de PKN - een zorgplicht heeft jegens de Gemeente in Hersteld Verband.
4.10. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de beslissingen en de verordeningen van CBZ in ieder geval bindend zijn ten opzichte van haar oprichters en hun opvolger, de PKN, alsook ten opzichte van de leden van haar oprichters en de PKN, waaronder de uitgetreden leden die lid waren van de NHK toen deze meebesliste over de instelling van CBZ, maar niét tegenover de kerk en de gemeenten in hersteld verband. Deze naderhand ontstane rechtspersonen zijn immers nooit onderdeel van de NHK en PKN geweest noch gebonden aan de HKO en de PKO en niet betrokken geweest bij de oprichting van de commissies en kunnen niet door het binnen de NHK en de PKN geldende kerkrecht aan de besluiten en verordeningen van die commissies worden gebonden. De vordering van de Hervormde Gemeente kan derhalve niet worden toegewezen voor zover deze bedoeld is ‘ter uitvoering van de voorlopige maatregel van de CBZ’, maar voor het overige, in voege zoals hierna aan te geven, inhoudelijk wel. Daarbij is de toevoeging ‘ter uitvoering van de voorlopige maatregel van de CBZ’ als het meerdere te beschouwen van het inhoudelijk deel van de vordering, die dus niet geheel wordt toegewezen.
De voorzieningenrechter merkt hierbij nog op dat het voorgaande niet wegneemt dat in een zaak als deze, waarin het overgrote deel van de gemeenteleden is meegegaan in de Gemeente in Hersteld Verband en waarin vooralsnog aannemelijk is dat er feitelijk niet of nauwelijks nog sprake is van een hervormde gemeente in PKN-verband, het voor de hand ligt dat de Hervormde Gemeente tegemoet komt aan de wens van de Gemeente in Hersteld Verband om in ieder geval de eerstkomende tijd een aan de bestaande situatie aangepast adequaat gebruik te blijven maken van het kerkgebouw en de overige gebouwen.
4.11. Met betrekking tot de pastorie overweegt de voorzieningenrechter ten slotte nog dat de Hervormde Gemeente heeft gevorderd dat de Gemeente in Hersteld Verband zal meewerken aan de oplevering van de pastorie, voor zover dat in haar macht ligt. Voorshands geoordeeld is daarmee geen sprake van een (deel)vordering die niet toewijsbaar is. Alvorens tot daadwerkelijke ontruiming van de pastorie wordt overgegaan, ligt het immers in de rede dat eerst in overleg wordt getreden met de huidige bewoners van de pastorie, zijnde ds. Rijken met zijn gezin, zoals de Hervormde Gemeente ter zitting zelf ook heeft aangegeven.
4.12. De Gemeente in Hersteld Verband zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Hervormde Gemeente worden begroot op:
- vast recht € 248,00
- kosten dagvaarding € 84,87
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1148,87
De beslissing
De voorzieningenrechter:
5.1. gebiedt de Gemeente in Hersteld Verband binnen twee weken na betekening van
dit vonnis:
- af te zien van het gebruik van het kerkgebouw en de overige gebouwen anders dan gebruik waarover vooraf overeenstemming is bereikt met de kerkenraad;
- af te zien van het gebruik van roerende en onroerende goederen van de Hervormde Gemeente en van onroerende diaconale goederen anders dan voor het gebruik waarover vooraf overeenstemming is bereikt met de kerkenraad respectievelijk het college van diakenen van de Hervormde Gemeente (de diaken en twee kerkenraadsleden);
- zorg te hebben gedragen voor overhandiging aan de heer A. Bronkhorst, scriba van de kerkenraad van de Hervormde Gemeente van:
a. alle sleutels die toegang geven tot het kerkgebouw en de overige gebouwen van de Hervormde Gemeente waar zij over beschikt;
b. alle sleutels die toegang geven tot de (gebouwen van de) Diaconie waar zij over beschikt;
c. de ledenadministratie;
d. het archief en de doop-, trouw- en overlijdensregisters;
e. de financiële administratie van de Hervormde Gemeente en de Diaconie;
- het beheer te hebben overgedragen van eventuele bankrekeningen waar tegoeden staan die toekomen aan (op naam staan van) de Hervormde Gemeente, het college van kerkvoogden, de Diaconie;
- het beheer van onroerende zaken van de Diaconie te hebben overgedragen aan het college van diakenen van de Hervormde Gemeente;
- voor zover dat in haar macht ligt, mee te werken aan de oplevering van de pastorie (Delkamp 9, 5311 CJ Gameren), ontruimd en bezemschoon;
5.2. veroordeelt De Gemeente in Hersteld Verband in de proceskosten, aan de zijde van de Hervormde Gemeente tot op heden begroot op € 1.148,87;
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. weigert het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. van Gameren op 24 mei 2006.