ECLI:NL:RBARN:2006:AV7686
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- V.M. van Daalen-Mannaerts
- J.P.W.H.T. Becks
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag fosfaatheffing 2001 na bemonstering drijfmest
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 20 februari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te [p], en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag fosfaatheffing voor het jaar 2001, opgelegd door verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag was gebaseerd op een bemonstering van drijfmest die op 17 januari 2001 was afgevoerd. Eiser betwistte de vastgestelde hoeveelheid fosfaat in deze vracht, die volgens de analyse 0,77 g/kg bedroeg, en stelde dat er iets mis was gegaan bij de bemonstering. Hij voerde aan dat de hoeveelheid fosfaat in deze vracht aanzienlijk afweek van de hoeveelheden in andere vrachten voor en na deze datum.
Tijdens de zitting op 12 januari 2006 heeft de rechtbank de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Het beroepschrift was tijdig ingediend, en de rechtbank oordeelde dat eiser voldoende aannemelijk had gemaakt dat de bemonstering niet correct was uitgevoerd. De rechtbank heeft de gegevens van andere vrachten in de periode van juni 1998 tot april 2004 in overweging genomen en vastgesteld dat de hoeveelheid fosfaat in de vracht van 17 januari 2001 niet in de berekening kon worden meegenomen. In plaats daarvan heeft de rechtbank de fosfaathoeveelheid vastgesteld op 4,13 g/kg, gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de vastgestelde hoeveelheden fosfaat in de andere vrachten.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en bepaald dat de naheffingsaanslag fosfaatheffing 2001 moet worden berekend op basis van de nieuwe vastgestelde hoeveelheid fosfaat. Tevens is bepaald dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het door eiser betaalde griffierecht van € 37 moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheden tot hoger beroep of cassatie.