ECLI:NL:RBARN:2006:AV6572

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
135448
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schuldsaneringsregeling niet ontvankelijk verklaard wegens twijfel over wil van verzoeker

In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 13 maart 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker op 28 december 2005. Verzoeker, die vergezeld was van zijn ouders, is gehoord ter terechtzitting op 6 maart 2006. Het verzoekschrift voldeed aan de gestelde eisen en verzoeker verkeerde in een toestand van betalingsonmacht, met een totale schuld van meer dan € 65.000,-. De ouders van verzoeker verklaarden dat deze schulden zijn ontstaan tijdens de periode van zijn drugsverslaving. Een aanzienlijk deel van de schuld was het gevolg van een veroordeling tot schadevergoeding aan een slachtoffer van een misdrijf gepleegd door verzoeker.

Verzoeker had in 2003 een herseninfarct gehad, wat leidde tot ernstige beperkingen in zijn spraak en taalbegrip. Na een lange ziekenhuisopname woont hij nu in een zorginstelling in Arnhem. Op 23 december 2003 was er bewind ingesteld over zijn goederen, waardoor hij niet meer handelingsbevoegd was. De rechtbank overwoog dat, hoewel verzoeker formeel handelingsbekwaam was, er ernstige twijfels bestonden over zijn begrip van de inhoud en gevolgen van het verzoek tot schuldsanering.

De rechtbank concludeerde dat het verzoek niet ontvankelijk was, omdat niet aannemelijk was dat verzoeker de wil had om deel te nemen aan de schuldsaneringsregeling. De rechtbank gaf aan dat, mocht verzoeker onder curatele worden gesteld of mocht blijken dat zijn wil om deel te nemen aan de regeling overeenstemt met zijn werkelijke wil, hij opnieuw een verzoek kan indienen, dat dan inhoudelijk zal worden beoordeeld.

Uitspraak

niet ontvankelijk
rekestnummer: 135448/FT-RK 05.2069 / es
nummer verklaring: [nummer]
uitspraakdatum: 13 maart 2006
Rechtbank Arnhem,
ENKELVOUDIGE KAMER
[verzoeker], wonende te [adres]
verzoeker,
heeft op 28 december 2005 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Verzoeker is, vergezeld van zijn ouders, gehoord ter terechtzitting van 6 maart 2006.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden.
Verzoeker heeft een totaalschuld van ruim € 65.000,-. De ouders van verzoeker hebben verklaard dat de schulden zijn ontstaan in de periode dat hun zoon drugsverslaafd was. De grootste vordering van ruim € 50.000,- vloeit voort uit een vonnis van deze rechtbank van 15 juni 2005 en betreft volgens de moeder van verzoeker een veroordeling tot betaling aan een slachtoffer van een door haar zoon gepleegd misdrijf. Ter zitting is verder gebleken dat verzoeker op 22 november 2003 een herseninfarct heeft gekregen. Verzoeker kan sindsdien niet meer praten, terwijl ook zijn taalbegrip en taalexpressie zijn aangedaan. Na een lange ziekenhuisopname woont verzoeker thans in Het Dorp te Arnhem, waar hij moet leren met zijn handicaps om te gaan.
Op 23 december 2003 is bewind ingesteld over de goederen van verzoeker. Dit betekent dat verzoeker niet meer handelingsbevoegd is met betrekking tot zijn goederen. De schuldsaneringsregeling is enerzijds weliswaar vermogensrechtelijk van aard, anderzijds beoogt deze verzoeker tevens te brengen in een situatie waarin deze niet opnieuw schulden laat ontstaan. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat verzoeker zijn levensstijl of gedrag moet aanpassen. De omstandigheid dat de schuldsaneringsregeling in dit specifieke geval mogelijk louter vermogensrechtelijk van aard is, doet daar niet aan af.
Hoewel verzoeker, nu hij niet onder curatele is gesteld, formeel als handelingsbekwaam aangemerkt moet worden, stelt de rechtbank vast dat bij de mondelinge behandeling van het verzoek niet aannemelijk is geworden dat verzoeker de inhoud, strekking en gevolgen van het door hem ingediende verzoek begrijpt. De rechtbank heeft dan ook ernstige twijfels bij de vraag of met het indienen van het verzoekschrift uiting is gegeven aan de wil van verzoeker ook werkelijk te worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank zal het verzoek op grond van voorgaande thans niet ontvankelijk verklaren. Zij voegt daaraan toe dat indien verzoeker onder curatele is gesteld, dan wel aannemelijk kan
- 2 -
rekestnummer: 135448/FT-RK 05.2069 / es
nummer verklaring: [nummer]
worden gemaakt dat de uit het verzoekschrift af te leiden wil om te worden toegelaten tot de
schuldsaneringsregeling, overeenstemt met de wil van verzoeker, opnieuw een verzoekschrift kan worden ingediend. Het verzoek zal dan inhoudelijk worden beoordeeld.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het verzoek niet ontvankelijk.
Gewezen door mr. F.M.T. Quaadvliet, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2006 in tegenwoordigheid van de griffier .