ECLI:NL:RBARN:2006:AV1842
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van eindejaarsuitkering door werknemer aan werkgever in het kader van gesubsidieerde arbeid
In deze zaak vordert de werknemer, die in dienst is bij de stichting [werkgeefster], betaling van een eindejaarsuitkering die hij meent recht te hebben op basis van zijn arbeidsovereenkomst en gemeentelijk beleid. De werknemer is op 25 september 2002 in dienst getreden bij [werkgeefster] in het kader van een overstap van een WIW-baan naar een ID-baan, waarbij de werkgever subsidie ontving van de Gemeente Nijmegen. De werknemer ontving in 2002 een eindejaarsuitkering van € 450, maar in de daaropvolgende jaren niet meer, omdat de Gemeente Nijmegen besloot deze uitkering af te schaffen vanwege bezuinigingen. De werknemer stelt dat hij recht heeft op de uitkering over de jaren 2003 en 2004, omdat dit was toegezegd in de arbeidsovereenkomst en dat de wijziging van het gemeentelijk beleid hieraan geen afbreuk doet.
De werkgever, [werkgeefster], voert verweer en stelt dat de eindejaarsuitkering nooit onderdeel is geweest van de arbeidsovereenkomst, omdat dit niet schriftelijk of mondeling is overeengekomen. De werkgever stelt dat de uitkering in 2002 slechts is betaald omdat zij aanspraak kon maken op een vergoeding van de gemeente. De kantonrechter oordeelt dat het handelen van de stichting Uitzicht, die de werknemer heeft geïnformeerd over de arbeidsvoorwaarden, aan [werkgeefster] moet worden toegerekend. De rechter concludeert dat de werknemer recht heeft op de eindejaarsuitkeringen over de jaren 2003 en 2004, ondanks de wijziging van het gemeentelijk beleid.
De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer gedeeltelijk toe en veroordeelt [werkgeefster] tot betaling van een bedrag van € 581,25, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 10 februari 2006.