Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 131203 / KG ZA 05-561
Datum vonnis: 28 oktober 2005
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. P.C. Plochg,
advocaat mw. mr. S.A. Kaper te Bergeijk,
de vereniging
IRISH COB SOCIETY NEDERLAND,
gevestigd te Bruchem (Zaltbommel),
gedaagde,
procureur mr. O.N.J. Maatje,
advocaat mr. M.F.G. Mulders te Zaltbommel.
Partijen zullen hierna [eiseres] en ICSN genoemd worden.
1. Het verloop van de procedure
[eiseres] heeft ICSN ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd zoals is weergegeven in de dagvaarding. ICSN heeft geconcludeerd tot weigering van de gevraagde voorzieningen. De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit overeenkomstig hun overgelegde pleitnotities. Zij hebben daarbij producties in het geding gebracht. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
2.1. ICSN is een vereniging die zich ten doel stelt het Ierse paardenras “Irish Cob” te behouden en te verbeteren door (onder meer) een stamboek van het ras bij te houden en paardenkeuringen te organiseren.
2.2. In artikel 11 van de statuten van ICSN staat onder andere:
“6. Het bestuur is gehouden een buitengewone ledenvergadering te beleggen
indien ten minste tien procent van de leden hiertoe een verzoek indient.
Dit verzoek omvat de punten die de indieners behandeld willen zien (...)
7. Indien het bestuur geen gevolg geeft aan het onder 6 bedoelde verzoek
hebben de indieners het recht zelf een buitengewone vergadering bijeen te roepen. ”
2.3. [eiseres] is lid van ICSN. Zij heeft het bestuur van ICSN verzocht om haar de ledenlijst van ICSN te verstrekken omdat zij
de leden wil aanschrijven over het beleggen van een buitengewone ledenvergadering (BLV). Het bestuur van ICSN weigert de ledenlijst af te geven aan [eiseres].
2.4. Op 1 oktober 2005 heeft het bestuur van ICSN, nadat dit kort geding aanhangig was gemaakt, de leden uitgenodigd voor een BLV op 18 november 2005. Het bestuur van ICSN heeft bij brief van 8 oktober 2005 aan [eiseres] over de op 18 november 2005 te houden BLV onder meer bericht:
“U kunt voor deze vergadering tot 20 oktober a.s. uw agendapunten indienen.
Wel dient u er rekening mee te houden dat er geen agendapunt meer kan worden ingediend dat betrekking heeft op de punten die op de Algemene Ledenvergadering van 20 maart 2005 zijn besproken en afgestemd. Dit betreft ten eerste de klachten die door een groep leden waren ingediend en waarvoor geen sluitende bewijsvoering kon worden geleverd. De motie van wantrouwen die hierop werd gebaseerd is door de Algemene Ledenvergadering verworpen.
Ten tweede de financiën over 2004 waarvoor aan de dienst doende penningmeester décharge is verleend. Deze onderwerpen kunnen dus niet weer worden behandeld.
Wij nemen aan dat hiermee aan uw kort geding alle grond ontnomen is.”
3.1. Zakelijk weergegeven vordert [eiseres] veroordeling van ICSN tot het doen van opgave aan haar van de namen en adressen van de leden van ICSN. [eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij gebruik wil maken van de mogelijkheid in art. 11 van de statuten om een buitengewone ledenvergadering (BLV) te (laten) beleggen. [eiseres] stelt dat zij daar de ledenlijst voor nodig heeft om de leden aan te kunnen schrijven. [eiseres] wil de leden wijzen op misstanden die volgens haar binnen ISCN bestaan. Zij hoopt met haar aanschrijving ten minste tien procent van de leden te mobiliseren voor een verzoek aan het bestuur van ICSN om een BLV te beleggen over de misstanden die er volgens haar zijn. [eiseres] stelt dat zij er een spoedeisend belang bij heeft om een BLV te (laten) beleggen en ook houdt ondanks de uitschrijving van de BLV van 18 november 2005, omdat de punten die zij daarin aan de orde wil stellen verband houden met de punten waar het bestuur in zijn brief van 8 oktober 2005 van heeft gezegd dat die in de vergadering van 18 november 2005 niet aan de orde zullen komen.
3.2. ICSN voert als verweer aan dat zij de ledenlijst niet mag afgeven, omdat volgens haar in de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 20 maart 2005 (impliciet) is besloten dat de ledenlijst niet wordt verspreid onder de leden. Daarbij vreest ICSN voor haar voortbestaan als de ledenlijst in handen komt van concurrerende verenigingen. ICSN voert verder aan dat [eiseres] geen (spoedeisend) belang heeft bij de lijst, ten eerste omdat er volgens haar ook andere manieren zijn om in contact te komen met de leden, ten tweede omdat er al een BLV is belegd op 18 november 2005 en ten derde omdat de zaken die [eiseres] aan de orde wil stellen al zijn afgestemd op de ALV van 20 maart 2005. Ten slotte brengt ICSN tegen de vordering in dat volgens haar de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zich verzet tegen afgifte van de ledenlijst, omdat diverse leden schriftelijk verklaard hebben dat zij niet willen dat hun namen en adressen worden verspreid onder de leden.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Voorop staat dat er geen bijzondere rechtsregel is op grond waarvan een vereniging gehouden is desverlangd steeds een ledenlijst aan een lid van de vereniging te verstrekken. Daarmee is echter niet gezegd dat daartoe onder omstandigheden niet een rechtsplicht kan bestaan. Zodanige rechtsplicht kan mede voortvloeien uit de artikelen 2:8 lid 1 jo 3:12 BW. Artikel 2:41 lid 2 BW geeft in samenhang met artikel 11 van de statuten van ICSN [eiseres] het recht om samen met een zodanig aantal andere leden van ICSN dat zij en dat aantal andere leden gezamenlijk tenminste tien procent van de stemmen in de ALV hebben, een verzoek te doen aan het bestuur om een BLV te beleggen en voor het geval het bestuur vervolgens geen BLV belegt, dat zelf te doen. Om dat recht uit te kunnen oefenen, zal [eiseres] derhalve eerst een voldoende aantal leden achter zich moeten weten te krijgen.
Daarvoor moet zij haar medeleden kunnen bereiken. Om deze uit wet en statuten voortvloeiende bevoegdheid te kunnen uitoefenen is ICSN naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid gehouden voor dat doel aan een lid dat die bevoegdheid wil uitoefenen een ledenlijst te verstrekken, behoudens voor zover dat strijdig zou zijn met de wet of zwaarwegende belangen van derden.
4.2. Volgens ICSN staat het haar niet vrij de ledenlijst af te geven, omdat op de ALV van 20 maart 2005 is besloten dat de ledenlijst niet wordt verspreid. Dat verweer kan ICSN niet baten. Artikel 2:41 lid 2 BW heeft te gelden als een dwingendrechtelijke bepaling die niet feitelijk opzij mag worden gezet door een besluit van de ALV om de ledenlijst niet te verspreiden. De vrees dat de ledenlijst na afgifte voor andere doeleinden zal worden gebruikt dan voor het aanschrijven van de leden over een BLV, heeft ICSN onvoldoende aannemelijk gemaakt. [eiseres] heeft ter zitting verklaard dat zij de lijst alleen zal gebruiken om een brief te schrijven aan de leden over een BLV en er geenszins op uit is lid te worden van een concurrerende vereniging of er zelf een op te richten. De voorzieningenrechter heeft geen reden hieraan te twijfelen en zal overigens aan de afgifte (zie hierna) de voorwaarde verbinden dat de lijst alleen voor dat doel mag worden gebruikt.
4.3. Het verweer dat [eiseres] de ledenlijst niet nodig heeft om haar medeleden te kunnen bereiken, wordt ook verworpen. Het mag zo zijn dat [eiseres] de leden kan benaderen tijdens de jaarlijkse ALV en op keuringsdagen, zoals ICSN stelt, het is niet waarschijnlijk dat zij op dergelijke bijeenkomsten alle leden zal treffen, voor zover alle leden al aanwezig zullen zijn. Daarom moet [eiseres], wil haar recht om samen met voldoende andere leden een verzoek tot het beleggen van een BLV te kunnen doen niet illusoir zijn, alle leden kunnen aanschrijven.
4.4. Ook het verweer van ICSN dat [eiseres] geen belang heeft bij de ledenlijst omdat er al een BLV is belegd, helpt ICSN niet. De wet kent geen beperking voor wat betreft de onderwerpen die op een BLV aan de orde mogen komen. Gelet daarop en omdat het bestuur van ICSN bij brief van 8 oktober 2005 al heeft aangegeven dat sommige van de kwesties die [eiseres] aan de orde wil stellen niet (opnieuw) besproken zullen worden op de BLV van 18 november 2005, heeft zij er belang bij haar medeleden te kunnen polsen over het beleggen van een BLV. Gelet op de stelling van [eiseres] dat zij een BLV wil (laten) beleggen over misstanden die er volgens haar binnen ICSN bestaan, is haar belang bij de afgifte aan haar van de ledenlijst ook spoedeisend, waarmee overigens geen inhoudelijk oordeel is gegeven over de vermeende misstanden.
4.5. Het beroep dat ICSN op de Wbp doet, slaagt evenmin. Het verstrekken aan [eiseres] van de namen en adressen van haar medeleden is, gelet op het hiervoor overwogene, noodzakelijk voor de uitoefening van haar genoemde wettelijke en statutaire recht. Dat recht moet in dit geval zwaarder wegen dan het recht van de overige leden van ICSN op bescherming van hun persoonsgegevens. Op grond van artikel 8 sub c en/of f Wbp is afgifte van de ledenlijst dan toegestaan.
4.6. Op grond van al het vorenstaande zal de vordering worden toegewezen. Ambtshalve zal de gevorderde dwangsom worden gemaximeerd zoals hierna vermeld.
4.7. Als de in het ongelijk gestelde partij zal ICSN worden veroordeeld in de kosten van dit kort geding.
5.1. veroordeelt ICSN om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis schriftelijk opgave te doen aan [eiseres] van alle namen, adressen en woonplaatsen van de personen en instanties die op de dag van betekening van dit vonnis lid zijn van ICSN;
5.2. bepaalt dat [eiseres] de op grond van de veroordeling sub 5.1. verstrekte gegevens voor geen ander doel mag gebruiken dan voor aanschrijving van de leden van ICSN met de oproep gezamenlijk een verzoek aan het bestuur te doen voor een BLV teneinde bepaalde door haar van belang geachte onderwerpen aan de orde te kunnen stellen;
5.3. veroordeelt ICSN om een dwangsom van € 200,00 te betalen aan van Ham voor iedere dag of een gedeelte daarvan, dat zij geen uitvoering geeft aan de veroordeling onder 5.1. zulks met een maximum van in totaal € 20.000,00;
5.4. veroordeelt ICSN in de kosten van dit kort geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] bepaald op € 329,60 voor verschotten (€ 85,60 voor het uitbrengen van de dagvaarding € 244,00 voor griffierecht) en op € 816,00 voor salaris procureur;
5.5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde uitgesproken op 28 oktober 2005.