ECLI:NL:RBARN:2005:AU1619

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
107076
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake faillissement en vorderingen tussen Spark Energy N.V. en Enerco Global B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, zijn Spark Energy N.V. en Enerco Global B.V. betrokken bij een geschil dat voortvloeit uit een faillissement. Spark Energy N.V. heeft in conventie een vordering ingesteld tegen Enerco Global B.V. tot betaling van een bedrag van € 1.155.955,51, vermeerderd met wettelijke rente. Enerco heeft deze vordering gemotiveerd betwist en vordert in reconventie een bedrag van € 16.421.430,-, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft op 16 februari 2005 het faillissement van Enerco uitgesproken en mr. J.H. van der Weide benoemd tot curator.

De procedure is geschorst op basis van artikel 29 F, wat betekent dat de conventie alleen kan worden voortgezet indien de verificatie van de vordering wordt betwist. De curator heeft aangegeven de procedure in reconventie te willen voortzetten, wat heeft geleid tot een geschil over de voortzetting van de procedures in conventie en reconventie. Spark heeft gepleit voor het bijeenhouden van beide procedures, terwijl de curator uitsluitend de voortzetting van de reconventie wenst.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen grond is voor de voortzetting van de procedure in conventie, aangezien deze op rechtswege is geschorst. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om de procedure in reconventie te schorsen. De partijen zijn het erover eens dat de vorderingen verrekend kunnen worden, maar de rechtbank heeft besloten dat de procedure in conventie geschorst blijft en de procedure in reconventie wordt voortgezet. De zaak in reconventie is verwezen naar de rol voor beraad en uitlating van beide partijen, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 107076 / HA ZA 03-2079
Datum vonnis: 29 juni 2005
Vonnis
in de zaak van
de naamloze vennootschap
SPARK ENERGY N.V.,
gevestigd te Lelystad,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mrs. G.W. van der Bend en L.P. Kortmann te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERCO GLOBAL B.V.,
gevestigd te Tiel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. M. Spaa te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Spark Energy N.V. en Enerco Global B.V. genoemd worden.
Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties van Spark
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Enerco
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende wijziging van eis, en van antwoord in reconventie van Spark
- de akte verzet tegen vermeerdering van eis, tevens conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van Enerco
- de conclusie van dupliek in reconventie van Spark
- de akte uitlaten curator van Enerco
- de akte uitlating partijen van Spark
- de antwoordakte van Enerco
Ten slotte is vonnis bepaald.
Het geschil en de beoordeling
in conventie en in reconventie
Spark vordert in conventie, na vermeerdering van eis, de veroordeling van Enerco tot betaling van een bedrag van € 1.155.955,51 te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van iedere afzonderlijke factuur vanaf 7 dagen na datum van facturering tot aan de dag van algehele voldoening. Enerco heeft die vordering gemotiveerd betwist en vordert in reconventie de veroordeling van Spark tot betaling van een bedrag van € 16.421.430,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2004 tot aan de dag van algehele voldoening. Die vordering heeft Spark op haar beurt gemotiveerd betwist.
Op 16 februari 2005 is Enerco failliet verklaard met benoeming van mr J.H van der Weide tot curator. Na schorsing van de procedures (de conventie op de voet van art. 29 F en de reconventie op de voet van art. 27 F) heeft de curator laten weten dat hij de procedure in reconventie wenst voort te zetten en met machtiging van de Rechter-commissaris overneemt. Naar aanleiding daarvan is een dispuut tussen de partijen ontstaan over -kort gezegd- het al dan niet bijeen houden van de procedures in conventie en in reconventie. De curator en Spark zijn het op zichzelf wel eens dat de vorderingen over en weer verrekend kunnen en zullen worden, voorzover die vast komen te staan. Spark wil onder andere met het oog daarop de conventie en de reconventie bij elkaar houden, hetzij door schorsing van de reconventie totdat op een verificatievergadering duidelijk is geworden of de vordering in conventie wordt erkend danwel een renvooiprocedure moet volgen, hetzij door voortzetting van de procedure in conventie. De curator wenst uitsluitend voortzetting van de procedure in reconventie.
1.3 Van een voortzetting van de procedure in conventie kan thans geen sprake zijn. Die procedure is op de voet van art. 29 F van rechtswege geschorst om alleen dan voortgezet te worden indien de verificatie van de vordering wordt betwist. Daarvoor zal dus de verificatievergadering afgewacht moeten worden. Er is geen rechtsregel op grond waarvan de rechtbank voortzetting van de procedure zou kunnen gelasten vooruitlopend daarop. Dat zou ook daarom onjuist zijn omdat niet alleen de curator de mogelijkheid heeft de vordering te betwisten, maar ook andere schuldeisers die daarmee partij in het geding kunnen worden.
1.4 Voor schorsing van de procedure in reconventie ziet de rechtbank evenmin grond. Er is niet een rechtsregel die dat met zich brengt. In beginsel geldt wel dat conventie en reconventie zoveel mogelijk bij elkaar gehouden moeten worden, zeker indien daartussen een materiële samenhang bestaat. Blijkens art. 138 lid 1 Rv worden de zaken in conventie en in reconventie tegelijk voldongen en bij één en hetzelfde eindvonnis beslist. Maar dit een en ander geldt niet onverkort, zoals ook blijkt uit het tweede zinsdeel van lid 1 van art 138 Rv en uit lid 2 van dat artikel. Voor het onderhavige geval volgt uit de regeling van de artt. 27 en 29 F in onderling verband en samenhang dat de conventie en de reconventie gesplitst worden.
1.5 Dat leidt met het oog op de mogelijkheid van verrekening in dit geval ook niet tot een onaanvaardbaar resultaat. De partijen zijn het er over eens dat verrekend wordt voorzover de vorderingen komen vast te staan. Maar afgezien daarvan kan Spark een verrekeningsverklaring aan de curator uitbrengen en bij wege van verweer tegen de vordering in reconventie een beroep doen op verrekening, waartegenover de curator zich dan blijkens art. 53 lid 3 F niet mag beroepen op art. 6:136 BW. Aldus wordt Spark haar eventuele mogelijkheid tot verrekening niet ontnomen of illusoir gemaakt. In reconventie kan nu eerst over de gegrondheid van de vordering verder worden gedebatteerd en beslist. Afhankelijk van de uitkomst daarvan zal de rechtbank te zijner tijd verder zien hoe te handelen met een eventueel verrekeningsverweer. Denkbaar zou zijn dat indien dan nog geen duidelijkheid bestaat over de vordering die in conventie is in gesteld, een eventuele veroordeling in een dictum in reconventie wordt aangehouden totdat duidelijkheid bestaat over de vordering die in conventie is in gesteld. De curator heeft dan in ieder geval duidelijkheid over de gegrondheid van de vordering in reconventie, terwijl Spark niet het risico loopt van onmogelijkheid van verrekening. Dit is overigens niet meer dan een voorlopig oordeel over hoe het zou kunnen gaan. De rechtbank zal daarover later beslissen.
1.6 De conclusie is dat de procedure in conventie geschorst blijft en dat die in reconventie wordt voortgezet. De rechtbank zal de zaak in reconventie naar de rol verwijzen voor beraad/uitlating beide partijen. Indien de partijen in plaats van pleidooi te vragen een akte willen nemen zal de rechtbank dat toestaan, maar dan ieder van partijen slechts één keer.
1.7 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
in conventie:
verstaat dat de procedure is geschorst;
in reconventie:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 juli 2005 voor beraad/uitlating beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2005.