1 Wilt u – uitsluitend op basis van het door drs. W. Schuwirth en dr. J.A.M. Callewaert op 15 december 2003 opgestelde beperkingenprofiel, met uitzondering van de onder 1, 2, 3, 18, 19 en 20 van dat profiel aangegeven beperkingen – aangeven of, en zo ja in hoeverre, [eiseres] bij het verrichten van haar loonvormende arbeid als kapster beperkingen ondervindt ten gevolge van het ongeval van 18 december 1994? U wordt verzocht voor zover naar uw oordeel relevant nota te nemen van de na dat ongeval feitelijk door [eiseres] verrichte arbeid. U wordt voorts verzocht bij de aanduiding van de eventuele beperkingen voor zover naar uw oordeel mogelijk (en relevant) te onderscheiden naar
-de soort van de werkzaamheden en/of
-de mogelijke arbeidsduur per dag en /of
-de mogelijke arbeidsduur per werkweek en/of
-overige onderscheiden die u relevant acht?
2 Was [eiseres] volgens u gelet op de onder vraag 2. bedoelde beperkingen redelijkerwijs in staat meer te werken dan een halve (zater)dag per week zoals zij vanaf november 2002 heeft gedaan? Zo ja, tot hoeveel meer werk per week en/of dag acht u haar in staat:
a. enkel uitgaande van eerder bedoelde beperkingen en
b. uitgaande van eerder bedoelde beperkingen én haar gezinssituatie (zie rechtsoverwegingen 7 en 11 van dit vonnis)?
3 Indien u vraag 3 in bevestigende zin heeft beantwoord: welk inkomen had [eiseres] in de onder vraag 3a bedoelde situatie dan kunnen genereren, rekening houdend met de arbeidsmarkt voor arbeidskrachten zoals [eiseres] en het niveau waarop zij werkte?
4 Is [eiseres], gelet op de bij vraag 2. bedoelde beperkingen, naar uw oordeel beter tot andere voor haar passende arbeid in staat dan kapperswerkzaamheden?
5 Zo ja, aan welke arbeid kan dan worden gedacht?
6 Kan [eiseres] de onder 6. bedoelde arbeid gelet op haar opleiding en arbeidsverleden zonder het volgen van een scholing verrichten?
7 Zo nee, welke scholing zou [eiseres] moeten volgen, hoe lang zou deze scholing duren en wat zijn de kosten hiervan?
8 Is [eiseres] in staat tot het volgen van een opleiding, mede gelet op de in de rechtsoverwegingen 7. en 11. genoemde persoonlijke omstandigheden ?
9 Hoe hoe groot is de vraag naar de onder 6. bedoelde functie(s) in de regio waar [eiseres] woont en hoe groot is de kans (met en zonder scholing) dat een werkgever [eiseres] met haar leeftijd, opleiding, arbeidsverleden en beperkingen een dergelijke baan zal aanbieden?
10 Welk inkomen zou [eiseres] in de situatie zonder het ongeval van 18 december 1994 als kapster hebben kunnen genereren vanaf november 2002, gelet op hetgeen in de rechtsoverwegingen 8. tot en met 11. van dit vonnis is overwogen?
11 Kunt u aangeven op basis van statistische informatie en branchegegevens tot welke leeftijd kapsters in vergelijkbare omstandigheden als [eiseres] plegen door te werken?
12 Wilt u – uitsluitend op basis van het door drs. W. Schuwirth en dr. J.A.M. Callewaert op 15 december 2003 opgestelde beperkingenprofiel, met uitzondering van de onder 1, 2, 3, 18, 19 en 20 van dat profiel aangegeven beperkingen – aangeven of, en zo ja in welke mate [eiseres] beperkingen ondervindt op het gebied van zelfwerkzaamheid, meer in het bijzonder het onderhoud van haar woning bestaande uit behangen en witten en onderhoud van haar tuin?
13 Kunt u aangeven of en zo ja, in welke mate de door u in vraag 12 genoemde beperkingen aanleiding hebben gegeven tot het inschakelen van meer hulp van derden voor behangen, witten en tuinonderhoud dan gebruikelijk is?
14Wilt u – uitsluitend op basis van het door drs. W. Schuwirth en dr. J.A.M. Callewaert op 15 december 2003 opgestelde beperkingenprofiel, met uitzondering van de onder 1, 2, 3, 18, 19 en 20 van dat profiel aangegeven beperkingen – aangeven of, en zo ja in welke mate [eiseres] beperkingen ondervindt bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden (bestaande uit iets anders dan de verzorging/opvang van haar kinderen)?
15 Kunt u aangeven of en zo ja, in welke mate de door u in vraag 14 genoemde beperkingen aanleiding hebben gegeven tot het inschakelen van meer huishoudelijke hulp van derden dan gebruikelijk is in een gezin met drie jonge kinderen zoals dat van [eiseres]?
16 Welke andere feiten of omstandigheden, gebleken uit het onderzoek, kunnen naar uw mening van belang zijn voor een goed begrip van de zaak?