ECLI:NL:RBARN:2004:BA0933
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van advocatenmaatschap voor RSI-klachten van secretaresse
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Arnhem op 25 juni 2004, staat de aansprakelijkheid van een advocatenmaatschap centraal voor de schade die een secretaresse heeft geleden als gevolg van RSI-klachten. De eiseres, wonende te Beuningen en vertegenwoordigd door haar gemachtigde F.H.E.G. van den Heuvel, heeft de maatschap [gedaagde] c.s. aangeklaagd, die gevestigd is te Nijmegen en vertegenwoordigd door mr. W.J. Hengeveld. De procedure is gestart naar aanleiding van een tussenvonnis van 7 november 2003, waarin reeds werd vastgesteld dat de eiseres lijdt aan RSI-gerelateerde klachten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de arbeidsomstandigheden waaronder de eiseres haar werkzaamheden verrichtte. De relevante regelgeving, waaronder het Besluit beeldschermwerk en de Arbeidsomstandighedenregeling, vereist dat de werkplek voldoet aan ergonomische eisen om RSI-klachten te voorkomen. De rechtbank concludeert dat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat zij aan deze verplichtingen heeft voldaan. De eiseres heeft gemotiveerd gesteld dat haar secretaresse-werkzaamheden de oorzaak zijn van haar klachten, en de rechtbank overweegt dat indien de gedaagde partij niet voldoet aan de normen die specifiek gericht zijn op het voorkomen van RSI, de klachten vermoedelijk door deze schending zijn ontstaan.
De rechtbank heeft de gedaagde partij in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren tegen het vermoeden dat de RSI-klachten van de eiseres zijn veroorzaakt door haar werkzaamheden. De zaak is verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van de gedaagde, waarbij deze moet aangeven op welke wijze zij het bewijs wenst te leveren. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank nog niet definitief heeft geoordeeld over de aansprakelijkheid van de gedaagde partij.