Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 112119 / HA ZA 04-664
Datum vonnis: 17 november 2004
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EDEL B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres in conventie bij dagvaarding van 5 april 2004,
verweerster in reconventie,
procureur mr. H. van Ravenhorst,
advocaat mr. J. kalisvaart te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECO DIRECT NEDERLAND B.V.,
tevens handelend onder de naam GOEDGELD en GOEDGELD NU,
statutair gevestigd te Arnhem,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat mr. D.J. Bender te Arnhem.
Het verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 21 juli 2004 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van dit tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken. Mr. M.G. van den Boogerd heeft namens Edel bij brief van 21 oktober 2004 nog één bijlage aan de rechtbank gezonden. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.1 Edel houdt zich bezig met verkoop, verhuur en lease van zogenoemde kopiërs, printers en aanverwante artikelen. Eco houdt zich bezig met wereldwijde beleggingen en deelnemingen in ecologische en milieuvriendelijke producten.
1.2 Edel heeft op 28 oktober 2002 een offerte voor een zogenoemde 'Oki 9500 HDN Digitale Led Kleuren Printer/Copier' (hierna: de Oki kleurenprinter) met daarbij behorende opties aan Eco uitgebracht. Eco heeft de offerte akkoord bevonden, waarna Edel de Oki kleurenprinter in oktober 2002 aan Eco heeft geleverd. Vervolgens heeft Edel Eco voor een bedrag van € 17.015,81 inclusief BTW gefactureerd voor de Oki kleurenprinter met toebehoren. De betreffende factuur is gedateerd 6 december 2002 en bevindt zich bij de stukken. Blijkens die factuur is aan Eco in rekening gebracht de kleurenprinter (€ 8.490,00), een A3 scanner (€ 2.230,00), een A3 ADF (€ 660,00), een Finisher 4 gaats (€ 2.770,00), een Cabinet 9200 (€ 270,00), een High Capacity feeder (€ 1.420,00), Aflever - en installatiekosten (€ 190,00) en Installatie op het netwerk (€ 150,00). Voorts is € 631,00 in mindering gebracht wegens de inruil van een Minolta Kleurenprinter en is een korting verleend van € 1.250,00. Eco heeft op die factuur direct een bedrag van € 10.209,49 betaald.
1.3 Naar aanleiding van klachten van Eco dat de Oki kleurenprinter vastliep bij het gebruik van grote hoeveelheden van het door haar gebruikte (milieuvriendelijk) FSC papier, heeft Edel aan Eco aangeboden de Oki kleurenprinter in te ruilen voor een Sharp kleurenprinter van het type AR-C160 (hierna de Sharp kleurenprinter). Eco heeft dat aanbod aanvaard waarna de betreffende machine in april 2003 ten kantore van Eco is geplaatst en in het netwerk is geïnstalleerd. De Oki kleurenprinter is door Edel teruggenomen.
1.4 In verband met die inruil heeft Edel aan Eco een factuur ten bedrage van € 5.456,92 gezonden, gedateerd 15 mei 2003. Blijkens die factuur - die als productie 3 door Edel is overgelegd - is voor de Sharp kleurenprinter een bedrag van € 18.400,00 in rekening gebracht, voor developer unit, zwart en kleur € 1.035,00 en voor toner zwart en cyaan € 198,00, derhalve in totaal € 19.633,--. Daarop zijn vervolgens in mindering gebracht de onder 1.2 genoemde bedragen voor de Oki kleurenprinter c.a. (€ 15.840,00), met uitzondering van de Aflever-en installatiekosten en de kosten voor de Installatie op het netwerk. Ook is de verleende korting op de Oki kleurenprinter ad € 1.250,00 en de inruil van de Minolta kleurenprinter ad € 631,00 ongedaan gemaakt. Op de prijs van de Sharp kleurenprinter c.a. (€ 19.633,--) is aldus een bedrag van - in totaal - € 17.721,-- (€ 15.840,00 + € 1.250,00 + € 631,00) in mindering gebracht.
1.5 Bij fax-brief van 23 oktober 2003 heeft Eco - in de persoon van haar directeur [betrokkene 1] - het volgende geschreven:
`" In antwoord op Uw fax van d.d. 16-10-03 delen wij U mede, dat wij na verdere oriëntatie over de op de markt zijnde printapparatuur, besloten hebben de lijdensweg met Oki's en Sharps niet verder te vervolgen. De prijs-kwaliteitsverhouding is buitensporig voor de door ons gewenste toepassingen. De bij ons aanwezige Sharp staat tot Uw beschikking. Voor de financiële afwikkeling stel ik het volgende voor: voor de door ons betaalde en geretourneerde Oki 9500 heeft u € 10.209,49 ontvangen. Wij nemen genoegen met een 'tegoedbon' van € 7.000,--, bij U te besteden in de komende twee jaar."
1.6 Edel heeft Eco bij brief van haar advocaat van 10 november 2003 gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 11.212,94 vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden en vermeerderd met wettelijke rente. Eco heeft niet betaald.
In conventie en in reconventie
2. Edel vordert in conventie dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
I. Eco zal veroordelen tot betaling van € 11.212,94, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 6.806,32 vanaf 20 december 2002 en over € 4.406,62 vanaf 29 mei 2003, althans over voornoemd totaalbedrag vanaf 12 november 2003, althans vanaf de dag van dagvaarden;
II. Eco zal veroordelen om de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrag van € 1.121,29 althans € 780,00 te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden.
3. Edel vordert nakoming van de tussen partijen gesloten (koop) overeenkomsten. Met betrekking tot de Oki kleurenprinter resteert te betalen € 6.806,32 en met betrekking tot de Sharp kleurenprinter een bedrag van € 4.406,62, een en ander op grond van de facturen van 6 december 2002 (met betrekking tot de Oki kleurenprinter) respectievelijk van 15 mei 2003 (met betrekking tot de Sharp kleurenprinter). De wettelijke rente is primair verschuldigd vanaf de data waarop de door Edel op de facturen gestelde betalingstermijn van 14 dagen is verstreken, subsidiair vanaf 12 november 2003 en meer subsidiair vanaf 5 april 2004. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is primair gegrond op de door Edel gehanteerde algemene voorwaarden en subsidiair op grond van art. 6:96 BW en het rapport Voorwerk II.
4. Eco voert gemotiveerd verweer. Zij stelt dat zij de beide koopovereenkomsten op grond van een tekortkoming van Edel in de nakoming daarvan op de voet van art. 6:265 BW heeft ontbonden, althans dat de bevoegdheid tot ontbinding bestaat. Die tekortkoming heeft er zakelijk samengevat uit bestaan dat de beide kleurenprinters, zowel de Oki als de Sharp, regelmatig vastliepen bij grote hoeveelheden papier, vooral als het drukken begon op de achterkant van het papier. De beide kleurenprinters blijken niet geschikt te zijn voor gebruik van zogenoemd FSC-gecertificeerd papier. Edel wist dat door Eco FSC-gecertificeerd papier wordt gebruikt. Op grond van de uit de ontbinding voortvloeiende ongedaanmakingsverbintenissen maakt zij primair aanspraak op terugbetaling van het door haar op de Oki kleurenprinter aanbetaalde bedrag van € 10.209,49, welk bedrag zij dan ook in reconventie vordert, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover. Subsidiair vordert zij dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat Eco niet gehouden is een bedrag hoger dan € 10.209,49 te betalen en dat Eco met betaling van € 10.209,49 van haar betalingsverplichting is gekweten.
De beoordeling van het geschil
in conventie en in reconventie
5. Eco heeft omstreeks oktober 2002 een Oki kleurenprinter van Edel gekocht voor een prijs van - inclusief de onder 1.2 genoemde toebehoren, aflever-en installatiekosten en kosten installatie op het netwerk en onder aftrek van een korting en inruilprijs van een Minolta printer - € 17.015,81 inclusief omzetbelasting. Daarop is door Eco een bedrag van € 10.209,49 betaald, zodat resteerde te voldoen € 6.806,32 inclusief omzetbelasting.
6. Naar aanleiding van klachten van Eco over het feit dat de Oki kleurenprinter regelmatig vastliep zijn partijen nader overeengekomen dat Edel de Oki kleurenprinter zou terugnemen tegen de prijs waarvoor hij was verkocht en dat Eco daarvoor in de plaats de onder 1.3 genoemde Sharp kleurenprinter van Edel zou kopen. Partijen zijn aldus nader met elkaar overeengekomen enerzijds de ongedaanmaking van de koopovereenkomst met betrekking tot de Oki kleurenprinter en anderzijds de koop van een vervangende Sharp kleurenprinter met toebehoren door Eco. Daarop duidt ook de factuur van 15 mei 2003 waarin - kort samengevat - de prijs voor de Sharp wordt verminderd met de prijs van de teruggenomen Oki met toebehoren.
7. Het gevolg van de tussen partijen overeengekomen ongedaanmaking van de koopovereenkomst met betrekking tot de Oki kleurenprinter is dat Eco de verkochte en geleverde Oki kleurenprinter aan Edel dient terug te geven en dat zij de ontvangen inruilprijs voor de Minolta printer (€ 631,00) en de ontvangen korting (€ 1.250,00) aan Edel dient terug te betalen. Op haar beurt dient Edel de ingeruilde Minolta printer aan Eco terug te geven en het door Eco reeds betaalde deel van de koopprijs te restitueren, derhalve € 10.209,49, met dien verstande dat bedrag dit in mindering wordt gebracht op de koopprijs van de Sharp kleurenprinter. Voor het overige is het rechtsgevolg van de gesloten (beëindigings) overeenkomst dat partijen voor wat betreft hun toekomstige verplichtingen zijn bevrijd. Voor Eco betekent dit dat zij is bevrijd van haar verbintenis om het restant van de factuur van 6 december 2002 ad € 6.806,32 te betalen.
8. Uit hetgeen onder 7 is overwogen volgt voorshands dat Edel per saldo aan Eco een bedrag van (€ 10.209,49 - € 1.881,-- = ) € 8.328,49 dient te restitueren.
9. Hetgeen Edel echter uit hoofde van ongedaanmaking van de koop van de Oki kleurenprinter aan Eco dient te restitueren strekt ingevolge de tussen partijen gesloten nadere overeenkomst in mindering op de overeengekomen koopprijs voor de Sharp kleurenprinter met alle toebehoren. Blijkens de als produktie 3 bij dagvaarding overgelegde factuur van 15 mei 2003 - die uit 1 pagina bestaat - bedroeg de prijs voor de Sharp met toebehoren € 19.633,--. Blijkens de door de advocaat van Edel na afloop van de comparitie aan de rechtbank toegezonden 'volledige factuur' van 15 mei 2003 bestond de factuur van 15 mei 2003 echter uit 2 pagina's. Blijkens de tweede pagina van die factuur zijn aan Eco ook de daarop vermelde toebehoren in rekening gebracht en strekte op de koopprijs voor de Sharp c.a. in mindering een bedrag van € 680,-- ter zake van 'inruil Minolta kleurenprinter' en is voorts een korting verleend van € 9.981,--. Per saldo lijkt dan voor de aanschaf van de Sharp met toebehoren en onder aftrek van inruil Minolta en verleende korting een bedrag van € 18.544,65 in rekening te zijn gebracht. Na aftrek van het onder 8 genoemde bedrag resteert dan een bedrag van € 10.216,16 door Eco te voldoen.
10. Op de 'volledige factuur' van Edel, zoals deze bij brief van de advocaat van Edel van 21 oktober 2004 aan de rechtbank is gezonden, heeft Eco niet kunnen reageren. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld dit alsnog bij akte ter rolle te doen. Edel zal daarop desgewenst dan nog mogen reageren.
11. Het voorgaande voert overigens reeds tot de conclusie dat de primaire reconventionele vordering tot terugbetaling van € 10.209,49 niet kan slagen.
12. Eco stelt de beide koopovereenkomsten - zowel met betrekking tot de Oki als met betrekking tot de Sharp - op grond van een tekortkoming van Edel te hebben ontbonden, en wel bij brief van 23 oktober 2003. Die ontbinding kan, gelet op het voorgaande, nog slechts betrekking hebben op de koopovereenkomst van de Sharp kleurenprinter. De koopovereenkomst met betrekking tot de Oki printer was immers, zo volgt uit het voorgaande, inmiddels ingevolge een nader tussen partijen gesloten overeenkomst strekkende tot beëindiging van de koopovereenkomst met betrekking tot de Oki kleurenprinter en koop van de Sharp kleurenprinter beëindigd en zij hebben beoogd de gevolgen daarvan te regelen op de wijze als hiervoor aangegeven. Volgens de op de comparitie door Eco gegeven toelichting heeft Eco de koopovereenkomst met betrekking tot de Sharp printer ontbonden omdat deze regelmatig vastliep bij grote hoeveelheden papier, met name als het drukken begon op de achterzijde van het papier.
13. Tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding op grond van art. 6:265 lid 2 BW pas wanneer de schuldenaar in verzuim is. Eco stelt, en Edel betwist, dat nakoming door Edel blijvend onmogelijk was omdat de door Edel aangeboden papiersoort geen goed alternatief was voor de slechte grafische kwaliteit van de prints op deze papiersoort, zodat Edel geen ander redelijk alternatief had. Edel heeft dat op de comparitie gemotiveerd weersproken. Ter comparitie heeft zij in dat verband onweersproken aangevoerd dat zij er in is geslaagd FSC-gecertificeerd papier te vinden voorzien van certificaten en dat zij vervolgens een mapje met enkele vellen van dit papier aan de heer Flos van Eco heeft gegeven teneinde dit op de Sharp te proberen. Eco heeft daartegen slechts aangevoerd dat zij 'drie van de velletjes uit het mapje in de Sharp (heeft) gestopt' en dat bepaalde delen van de te printen foto's te vaag waren. Dat dit euvel (dat geen betrekking heeft op het vastlopen van het papier) niet eenvoudig door Edel te verhelpen zou zijn geweest, is gesteld noch gebleken. Daarom kan niet worden gezegd dat nakoming blijvend onmogelijk was als bedoeld in art. 6:265 BW.
14. Het verzuim (art. 6:81 BW) treedt in indien de schuldenaar op de voet van art. 6:82 BW in gebreke wordt gesteld. Een ingebrekestelling heeft de functie om de schuldenaar nog een laatste termijn voor nakoming te geven en aldus nader te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk is zonder dat sprake is van een tekortkoming, bij gebreke van welke nakoming de schuldenaar vanaf dat tijdstip in verzuim is. (HR 20 september 1996, NJ 1996, 748). Eco heeft Edel niet ingebreke gesteld, zodat het verzuim in beginsel niet is ingetreden. Resteert de vraag of Edel zonder ingebrekestelling in verzuim is komen te verkeren. In dat verband verdient opmerking dat onder omstandigheden het beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn of kan worden aangenomen dat op grond van de redelijkheid en billijkheid een ingebrekestelling achterwege kan blijven en de schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt (HR 6 oktober 2000, NJ 2000, 691, HR 4 oktober 2002, NJ 2003, 257 r.o. 3.4 en, recent, HR 22 oktober 2004, RvdW 2004, 119). Op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv rust op Eco de last daartoe de vereiste feiten en omstandigheden te stellen en zonodig te bewijzen. Aan die op haar rustende stelplicht heeft Eco niet voldaan, terwijl uit het in zoverre onbestreden betoog van Edel ter comparitie niet anders kan worden afgeleid dan dat zij zich steeds bereid heeft getoond om te trachten oplossingen te vinden voor de gerezen klachten, zodat niet kan worden gezegd dat een ingebrekestelling zinloos zou zijn geweest. Het verzuim is derhalve niet zonder ingebrekestelling ingetreden.
15. Uit het voorgaande volgt dat geen bevoegdheid bestond de koopovereenkomst met betrekking tot de Sharp kleurenprinter te ontbinden. Voor zover de primaire en de subsidiaire reconventionele vorderingen zijn gegrond op ontbinding kunnen deze derhalve evenmin slagen.
16. De zaak zal naar de rol worden verwezen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. Tussentijds hoger beroep van dit vonnis is uitgesloten.
De rechtbank, recht doende,
in conventie en in reconventie
verwijst de zaak naar de rolzitting van 15 december 2004 voor het nemen van een akte door Eco tot het onder 10 genoemde doel;
verstaat dat hoger beroep van dit vonnis slechts mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. van der Pol, rechter, en uitgesproken in het openbaar op woensdag 17 november 2004.