ECLI:NL:RBARN:2004:AR3891
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot werkhervatting in kort geding door werknemer tegen werkgever
In deze zaak vorderde eiser, werkzaam als Hoofd Logistiek bij Rotra Warehousing B.V., in kort geding dat hij zijn werkzaamheden kon hervatten en dat zijn gebruikelijke salaris werd doorbetaald. Eiser was sinds 1 februari 1992 in dienst bij Rotra en had zijn functie als Hoofd Logistiek sinds april 2000 vervuld. Eiser stelde dat Rotra in strijd met goed werkgeverschap handelde door hem niet toe te laten tot zijn werkzaamheden, ondanks dat hij altijd goed had gefunctioneerd en geen negatieve beoordelingen had ontvangen. Rotra voerde aan dat de toegenomen goederenstroom in het magazijn betekende dat eiser niet meer de juiste man op de juiste plek was en bood hem een andere functie aan die gelijkwaardig zou zijn aan zijn huidige functie.
De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser geen spoedeisend belang had bij zijn vordering tot werkhervatting. Eiser had zelf maandenlang een onduidelijke situatie laten voortduren door niet in rechte op te komen tegen zijn ontheffing van de functie. Bovendien was het niet aannemelijk dat de kantonrechter anders zou oordelen over het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, afhankelijk van de vraag of eiser zijn werkzaamheden als Hoofd Logistiek hervatte. De rechter wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten.
Het vonnis werd uitgesproken op 27 september 2004 door mr. R.J.B. Boonekamp, waarbij de kosten aan de zijde van Rotra werden vastgesteld op € 241,00 voor griffierecht en € 703,00 voor salaris van de procureur. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.