ECLI:NL:RBARN:2004:AO2991
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- H.Æ. Uniken Venema
- Rechtspraak.nl
Afname van melk door Campina en de toepassing van korting op melkprijs zonder KKM-erkenning
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding tussen melkveehouder X en ZUIVEL COÖPERATIE CAMPINA MELKUNIE U.A., staat de vraag centraal of Campina gerechtigd is om aan X, die geen KKM-erkenning heeft, een lagere melkprijs te betalen. De achtergrond van de zaak betreft een eerder arrest van de Hoge Raad van 19 september 2003, waarin werd geoordeeld dat Campina de melk van X moest afnemen zonder korting vanwege het ontbreken van de KKM-erkenning. Echter, na de inwerkingtreding van de 'Zuivelverordening 2002' op 1 mei 2003, die voorschrijft dat melkveehouders over een erkenning moeten beschikken, heeft Campina opnieuw een korting toegepast op de melkprijs van X.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de Zuivelverordening voorshands onverbindend is, omdat de delegatie van erkenning aan de voorzitter van het Productschap Zuivel niet rechtsgeldig is. Dit betekent dat de eerdere situatie, waarin Campina geen korting mocht toepassen, weer van toepassing is. De rechter concludeert dat Campina op goede gronden de scheiding van melkproductielijnen heeft ingesteld en dat de extra transportkosten die aan X in rekening worden gebracht, niet onrechtmatig zijn. De vorderingen van X worden afgewezen, omdat niet is aangetoond dat zijn bedrijfsvoering onrendabel is door de extra kosten.
Uiteindelijk wordt X in de kosten van het kort geding verwezen, en de voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen. Dit vonnis is uitgesproken op 4 februari 2004 door mr. H.Æ. Uniken Venema.