Rechtbank Arnhem
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummer : 05/090320-03
Datum zitting : 14 november 2003
Datum uitspraak : 28 november 2003
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein, De Liesbosch 100 Nieuwegein.
Raadsvrouw: mr. C.H.W. Janssen, advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 11 juli 2003 te Beneden-Leeuwen, in elk geval in de
gemeente West Maas en Waal, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte
opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, meerdere malen (van korte afstand) op die [slachtoffer1] heeft geschoten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 11 juli 2003 te Beneden-Leeuwen, in elk geval in de
gemeente West Maas en Waal, opzettelijk [slachtoffer1] van het leven
heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk meerdere malen (van
korte afstand) op die [slachtoffer1] heeft geschoten, tengevolge waarvan
voornoemde persoon is overleden;
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2003 tot en met 6 juli 2003, te
Beneden-Leeuwen, in elk geval in de gemeente West Maas en Waal en/of te
Druten, opzettelijk [slachtoffer2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
beroofd en/of beroofd gehouden, door opzettelijk die [slachtoffer2] wederrechtelijk
- van de fiets te trekken en/of
- aan de haren te trekken en/of
- (vervolgens) te dwingen met hem, verdachte, mee te lopen en/of
- een hard voorwerp in de rug te duwen, waarbij hij, verdachte, zei "lopen en laat niet merken dat er wat is" en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer2] te zeggen dat hij, verdachte, haar zou doodschieten als zij niet naar hem zou luisteren en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer2] te zeggen dat hij, verdachte, deze keer niet voor niets zou gaan zitten en ook de moeder van die [slachtoffer2] of de politie dood zou schieten en/of
- die [slachtoffer2] heeft gedwongen naar een woning te gaan en/of
- die [slachtoffer2] heeft gezegd in een stoel te gaan zitten en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer2] heeft gericht, althans duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer2] heeft vastgehouden en/of
- die [slachtoffer2] meerdere malen, althans eenmaal heeft geslagen en/of
- voornoemde woning (telkens) heeft afgesloten en/of afgesloten heeft
gehouden en/of
- gedurende voornoemde periode die [slachtoffer2] meerdere malen, althans eenmaal, heeft gedwongen naar een andere woning en/of een pinautomaat te gaan en/of
- die [slachtoffer2] voortdurend, althans met enige regelmaat verbaal en/of met een vuurwapen heeft gedreigd,
en aldus voor die [slachtoffer2] (telkens) een dreigende situatie heeft doen
ontstaan;
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2003 tot en met 06 juli 2003 te
Beneden-Leeuwen, in elk geval in de gemeente West Maas en Waal en/of te
Druten, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of
een andere feitelijkheid [slachtoffer2] heeft gedwongen tot het ondergaan
van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer2], welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke
bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat
verdachte opzettelijk die [slachtoffer2] meerdere malen, althans eenmaal verbaal
met de dood heeft bedreigd en/of die [slachtoffer2]n met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft bedreigd (terwijl hij die [slachtoffer2] tegen haar wil in een woning had opgesloten/vastgehouden);
Ter terechtzitting d.d. 14 november 2003 is de tenlastelegging gewijzigd, hierin bestaande dat ten aanzien van feit 1, zowel bij het primaire als het subsidiaire, na “meerdere malen” dient te worden ingevoegd “met een pistool, althans een vuurwapen”.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 14 november 2003 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte versche-nen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.H.W. Janssen, advocaat te Nijmegen.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroor-deeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) jaar, met aftrek van de tijd gedurende welke verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht alsmede dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld, met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging ge-voerd.
3. De beslis-sing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijf-fouten voorko-men, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 11 juli 2003 te Beneden-Leeuwen opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk na een kort tevoren genomen besluit, meerdere malen met een pistool van korte afstand op die [slachtoffer1] heeft geschoten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;
Hetgeen verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd is niet bewe-zen. Verdach-te zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijs-middelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het primair bewezenverklaarde levert op:
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht.
5. De strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport opgemaakt door drs. E. de Vrij, klinisch psycholoog, en dr. B.H. Gotink, psychi-ater, respectievelijk geda-teerd 25 september 2003 en 30 september 2003, waarin wordt geconclu-deerd dat bij verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde feit sprake was van een op de voorgrond staande gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een zogenoemde antisociale persoonlijkheidsstoornis, waarbij tevens narcistische kenmerken zijn te herkennen. Van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens is geen sprake. Gedacht kan worden aan een enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid.
De rechtbank verenigt zich met die conclusie en maakt die tot de hare.
Overeenkomstig deze conclusie kan niet worden gezegd dat verdachte niet strafbaar is. Er is voorts ook geen andere omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om-stan-dighe-den waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 25 september 2003;
- een persoonsdossier betreffende verdachte;
- voornoemd psychiatrisch en psychologisch rapport d.d. 25 september 2003 respectievelijk 30 september 2003.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte is, zo blijkt uit het uittreksel uit het algemeen documen-tatieregister, eerder tot forse onvoorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld ter zake van het plegen van geweldsdelicten en wapenbezit.
Verdachte heeft op gruwelijke wijze het slachtoffer, door meermalen met een vuurwapen op haar te schieten, waarbij hij eerst op niet-vitale lichaamsdelen heeft geschoten, van het leven beroofd. Bovendien heeft hij dit weloverwogen, zonder enig mededogen en zonder enige aanleiding gedaan. Het slachtoffer was volstrekt weerloos en kansloos in de door verdachte gecreëerde situatie. De wreedheid van verdachtes daad is schokkend. Gelet op de bijzondere ernst van dit feit, waarbij onomstotelijk leed is aangedaan aan de nabestaanden van het slachtoffer is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf, technisch gezien hoger dan door de officier van geëist, van een aanzienlijke duur op zijn plaats is.
Voorts overweegt de rechtbank:
In het hiervoor aangehaalde multidisciplinaire rapport wordt het volgende gesteld:
In het psychiatrisch rapport d.d. 30 september 2003 wordt het volgende vermeld:
Ten aanzien van recidivekans mag worden gesteld dat deze groot is. Betrokkene heeft niets geleerd van eerdere straffen, ontkende ondanks bewezenverklaring een eerder patroon van mishandeling van zijn voormalige partner en is na een jaar zonder detentie opnieuw geconfronteerd met ernstige tenlastegelegde feiten.
Betrokkene gaf blijk geen besef te hebben van de ernst van zijn (persoonlijkheids-)stoornis, zodat verwacht mag worden dat hij geen behandeling of hulp zal zoeken. Hij is evenmin in staat om een autonoom bestaan vorm te geven, laat staan om dat voor de door hem verwekte kinderen te bieden.
Wegens het ontbreken van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in engere zin, is een verplichte klinisch-psychiatrische behandeling thans niet aangewezen. In een reguliere rechtsvervolging komt betrokkene in aanmerking om, na een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform de ernst van de tenlastegelegde feiten en de mate van bewezenverklaring, een TBS met dwangverpleging te ondergaan. Hierin zal de ernstige persoonlijkheidsstoornis, zoals boven genoemd, behandelfocus moeten zijn. Betrokkene is vooralsnog niet zelfstandig in staat om zijn functioneren ter discussie te stellen of ten gunste te beïnvloeden.
Advies is een vonnis bestaande uit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gevolgd door TBS met dwangverpleging.
In het psychologisch rapport d.d. 25 september 2003 is het volgende vermeld:
Gezien het gevaarsrisico, het ontbreken van een normaal moreel besef en de taaie narcistische- en antisociale persoonlijkheidsproblematiek is een behandeling, gericht op de (h)erkenning, acceptatie en regulatie van zijn persoonlijkheidsstoornis en op zijn frustratie-agressieproblematiek, in een gespecialiseerde forensische kliniek noodzakelijk. Het ontbreekt betrokkene aan zowel inzicht in zijn problematiek als aan behandelmotivatie; gezien dit onvermogen kan de behandelingsduur lange tijd in beslag nemen.
Op grond van deze overwegingen en het gevaarsrisico is mijns inziens een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging aangewezen.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel, mede in aanmerking genomen de ernst van het bewezenverklaarde feit, dat de algemene veiligheid het opleggen van na te noemen maatregel eist.
Het feit is een misdrijf, welke genoemd wordt in artikel 37a, eerste lid, onder 1? van het Wetboek van Strafrecht.
Nu voldaan is aan de wettelijke voorwaarden zal de rechtbank de ter beschik-kingstelling gelasten en bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheids-wege zal worden verpleegd.
De inbeslaggenomen goederen, zoals vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 25 september 2003 dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is, behalve op de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27 en 37b van het Wetboek van Straf-recht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 en 3 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlaste-gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt ver-dach-te daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het straf-bare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) jaar.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer-legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering wordt gebracht.
Gelast dat veroordeelde ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswe-ge zal worden verpleegd.
Gelast de teruggave aan veroordeelde van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
1 shirt, kleur wit Nike;
Ondergoed, kleur blauw, boxershort;
1 shirt, kleur grijs Nike sweatshirt;
2 schoenen Nike-air;
2 sokken, kleur wit, sportsokken;
1 broek, Nike, kleur blauw, driekwart;
1 broek zwart, Nike trainingsbroek;
1 zweetbank, kleur wit Nike.
Aldus gewezen door:
mr. J.W.M. Tromp, rechter, als voorzitter,
mr. A.B.A.P.M Varenhorst, rechter,
mr. M.C.G.J. van Well, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Bijl, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 november 2003.