ECLI:NL:RBARN:2003:AN8503
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsovereenkomst en dekking voor schade door seksueel misbruik
In deze zaak vorderde eiser X een verklaring voor recht dat de RVS Schadeverzekering NV uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst gehouden is dekking te verlenen voor schade die voortvloeit uit seksueel misbruik gepleegd door hem. De rechtbank Arnhem deed uitspraak op 12 november 2003, waarbij het vonnis betrekking had op een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren die X had afgesloten. De rechtbank constateerde dat er tussen partijen geen geschil was over het onrechtmatig handelen van X jegens de kinderen Y, waarvoor hij aansprakelijk was gesteld. RVS voerde echter verschillende verweren aan, waaronder dat de verzekering geen dekking bood voor schade als gevolg van seksueel misbruik, en dat de aansprakelijkheid op grond van de verzekeringsovereenkomst niet was overeengekomen.
De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de uitkomst van een soortgelijke zaak, waarin RVS ook verweer had gevoerd, af te wachten. Dit betrof een kort geding dat eerder had plaatsgevonden, waarbij de president van de rechtbank had geoordeeld dat RVS wel degelijk aansprakelijk was. De rechtbank besloot de zaak aan te houden en te verwijzen naar een rolzitting op 17 december 2003, waar RVS zich diende uit te laten over de stand van zaken in het hoger beroep dat zij had ingesteld tegen het eerdere vonnis. De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan, en stelde vast dat er geen tussentijds hoger beroep mogelijk was tegen dit vonnis.
De uitspraak benadrukt de complexiteit van verzekeringsrecht in gevallen van onrechtmatig handelen en de noodzaak om de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst zorgvuldig te interpreteren. De rechtbank heeft de zaak dusdanig behandeld dat de belangen van zowel de eiser als de gedaagde in overweging zijn genomen, met een duidelijke focus op de juridische implicaties van de verzekeringsovereenkomst en de aansprakelijkheid.