ECLI:NL:RBARN:2003:AF6835
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van collegegeldvergoeding aan EER-studenten en de voorwaarden voor aanvraag
In deze zaak gaat het om de toekenning van collegegeldvergoeding aan een Duitse studente die aan de Katholieke Universiteit Nijmegen studeert. Eiseres heeft in 1999/2000 collegegeldvergoeding aangevraagd en gekregen, maar voor het studiejaar 2000/2001 heeft zij slechts een gedeeltelijke vergoeding ontvangen. Dit kwam doordat zij haar aanvraag niet vóór 1 januari 2001 had ingediend. De rechtbank Arnhem heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de verweerster, de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep, de aanvraag op basis van haar beleidsregel heeft afgehandeld. Deze beleidsregel vereist dat aanvragen voor collegegeldvergoeding voor EER-studenten vóór 1 januari van het studiejaar moeten worden ingediend. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerster, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar uitspraak de relevante Europese regelgeving en de beleidsregels van verweerster besproken. De rechtbank oordeelt dat de voorwaarde dat aanvragen jaarlijks moeten worden ingediend, niet leidt tot ongerechtvaardigd onderscheid tussen EER-studenten en Nederlandse studenten. De rechtbank benadrukt dat Nederlandse studenten andere vormen van studiefinanciering hebben, die niet onderhevig zijn aan dezelfde aanvraagvoorwaarden. De rechtbank concludeert dat de beleidsregel van verweerster niet onredelijk is en dat eiseres had moeten weten dat zij zich aan deze regels moest houden. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en wijst erop dat er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden. Eiseres kan binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.