Op 6 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, België. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 2004, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft op 23 oktober 2025 de behandeling van het EAB gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was. De opgeëiste persoon heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn, en zijn raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB betreft een aanhoudingsbevel bij verstek en de Belgische autoriteiten hebben verzocht om overlevering vanwege het vermoeden van strafbare feiten. De rechtbank heeft de eisen van de Overleveringswet (OLW) beoordeeld en vastgesteld dat aan de voorwaarden voor overlevering is voldaan. Er zijn geen weigeringsgronden die zich verzetten tegen de overlevering, en de rechtbank heeft de overlevering toegestaan.
De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de detentieomstandigheden in België en heeft garanties ontvangen van de Belgische autoriteiten dat de opgeëiste persoon in overeenstemming met de fundamentele rechten zal worden behandeld. De rechtbank concludeert dat de overlevering kan plaatsvinden zonder dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.