Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling
in goede staat van onderhoud”zonder nadere feitelijke beschrijving te weinig specifiek is om als maatstaf voor de beoordeling te kunnen dienen. [geïntimeerde] heeft in reactie daarop foto’s en video-opnames in het geding gebracht waaruit volgens haar de staat van onderhoud blijkt, zowel bij aanvang als bij het einde van de huurovereenkomst. Vervolgens heeft ABC bij akte erkend dat de woning bij aanvang van de huurovereenkomst in goede staat verkeerde. Uit die erkenning volgt dat de grief niet slaagt.
“aanzienlijke schade waaronder gaten in de muren, behoorlijke zwarte vlekken op de muren, kapotte spiegel, kapotte deurglas een gebarsten kookplaat de oven is onbruikbaar door viezigheid. Tevens gehuurde is erg vies opgeleverd”. In dit bericht – waarvan de juistheid door ABC niet voldoende gemotiveerd is betwist – heeft [geïntimeerde] binnen enkele weken na de oplevering een schriftelijke weergave van de staat van oplevering gegeven die gelijk kan worden gesteld aan een opleveringsrapport. Het later, ten behoeve van het juridische verweer, overgelegde document van [geïntimeerde] kan als een nadere uitwerking daarvan worden beschouwd.
“na geruime tijd gebruik door arbeidsmigranten gebruikssporen vertoont”.ABC stelt dat dit
“…inherent (is) aan het voor langere duur verhuren van de woning en de daarvoor in rekening gebrachte huurprijs”.
gebruikssporen”zijn achtergebleven aan het gehuurde en zij heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat de foto’s en video’s daarvan een waarheidsgetrouw beeld geven. Uit die opnames blijkt van schades aan - en vervuiling van - vrijwel alle wanden van de woning. Met overlegging van de videobeelden heeft [geïntimeerde] voldoende onderbouwd dat de herstelkosten op dit punt ten minste € 5.919,79 hebben bedragen. Dat het aantal vierkante meters herstelwerk niet direct door [geïntimeerde] na de eindinspectie is opgegeven, acht het hof begrijpelijk nu dit in de regel pas uit een herstelofferte zal blijken. Daarbij komt dat [geïntimeerde] in deze procedure slechts aanspraak maakt op verrekening van die kosten tot het bedrag van voornoemd restant van de borgsom en geen aanspraak maakt op het meerdere, ondanks het feit dat de eindfactuur van het herstel door Physic Bouw uitkomt op een bedrag dat de totale borgsom ruim overstijgt.