ECLI:NL:RBAMS:2025:7897

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
13-299869-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de TBS-maatregel met één jaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1971. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot verlenging van de TBS met één jaar, afgewezen. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na bewezenverklaring van de misdrijven belaging en bedreiging, en was voor het laatst verlengd op 10 oktober 2023. Tijdens de zitting zijn de terbeschikkinggestelde, haar raadsman en de officier van justitie gehoord, evenals deskundigen, waaronder een psychiater en een reclasseringswerker.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een voortgangsverslag van GGZ Reclassering Inforsa en een advies van de psychiater. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een bipolaire I stoornis, die momenteel in volledige remissie is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico laag is, mits de terbeschikkinggestelde haar behandeling voortzet. De reclassering adviseerde om de TBS niet te verlengen, omdat de terbeschikkinggestelde goed ingebed is in zorg en er geen doelen meer zijn binnen het reclasseringstoezicht.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de terbeschikkinggestelde voldoende gemotiveerd is om haar behandeling voort te zetten en dat de huidige zorgstructuur voldoende bescherming biedt tegen delictgevaar. Daarom is besloten de vordering tot verlenging van de TBS-maatregel af te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor het Openbaar Ministerie.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Parketnummer rechtbank: 13-299869-20
beslissing van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres]
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

Procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 oktober 2021 is de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd na bewezenverklaring van de misdrijven belaging en (telkens) bedreiging.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 11 oktober 2021. Deze maatregel is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 10 oktober 2023 met twee jaar verlengd.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie van 20 augustus 2025 op de openbare zitting van 14 oktober 2025 behandeld. De vordering strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.
De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, haar raadsman mr. G.Th. Offreins en de officier van justitie op zitting gehoord.
Daarnaast zijn drs. E.A. van der Hoorn, psychiater, en [persoon 1] , reclasseringswerker, als deskundigen gehoord.

Stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- een voortgangsverslag en verlengingsadvies van GGZ Reclassering Inforsa van 24 juli 2025, opgemaakt door [persoon 2] , alsmede een advies van drs. E.A. van der Hoorn, psychiater van 1 mei 2025, zoals genoemd in artikel 6:6:12 lid 2 Sv.

Adviezen

Het advies van de GGZ Reclassering Inforsa luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
De diagnose
Er is sprake van een bipolaire I stoornis, in volledige remissie.
De behandeldoelen en het behandelverloop
Per 27 januari 2023 is de zorg overgedragen aan het FACT-team van [naam kliniek] . De terbeschikkinggestelde heeft contacten met de maatschappelijk werker, de GZ-behandelaar en volgt een behandeling bij een verpleegkundig specialist. Het traject is erop gericht om haar meer zelfvertrouwen te geven in haar dagelijks leven. De terbeschikkinggestelde ziet zichzelf niet als meerwaarde in de maatschappij en heeft moeite met het innemen van ruimte. Daarnaast heeft ze last van het accepteren van haar verleden en de negatieve aspecten van haar bipolaire stoornis. Ze ervaart veel schaamte en daardoor is het lastig om zichzelf verder te ontwikkelen. De terbeschikkinggestelde geeft aan de behandeling als prettig te ervaren. Het behandeltraject zal doorlopen na het afsluiten van de tbs met voorwaarden. Het FAZ van [naam kliniek] heeft aangegeven dat het contact door kan lopen zolang dit nodig is.
De risicotaxatie en het risicomanagement
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag op het moment dat sprake is van psychische stabiliteit. Dit risico kan oplopen naar gemiddeld tot hoog tijdens een (hypo) manische-psychotische ontregeling.
Belangrijk is dat de terbeschikkinggestelde haar vaste programma blijft volgen om zo de waarde van het leven te kunnen blijven inzien. Daarnaast zal worden bekeken of ze extra medicamenteus kan worden ondersteund. De afgelopen periode is toegewerkt naar een einde van de maatregel en de stappen die hierin nodig zijn.
Advies
De reclassering adviseert de maatregel niet te verlengen. De risico’s zijn afgenomen en de terbeschikkinggestelde is goed ingebed in zorg. Er zijn geen doelen meer binnen het reclasseringstoezicht.

Advies van de gedragsdeskundigeHet advies van de drs. E.A. van der Hoorn die de terbeschikkinggestelde heeft onderzocht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Het risico op recidive op dit moment wordt als laag ingeschat door de reeds langdurige stabiliteit van het psychiatrische beeld en de meewerkende attitude van de terbeschikkinggestelde. Buiten het huidige kader van tbs met voorwaarden wordt het recidiverisico als laag ingeschat op de korte en middellange termijn. De terbeschikkinggestelde is al jaren goed ingebed in zorg en het contact tussen haar, haar behandelaren en de toezichthouders is zeer goed. Als het nodig is, kan tijdig worden ingegrepen. Het is essentieel dat de terbeschikkinggestelde, ook na afloop van de tbs met voorwaarden, ingebed blijft in zorg. Daar zijn voldoende mogelijkheden toe, zeker nu de behandelaren - in overleg met de terbeschikkinggestelde - voornemens zijn, na afloop van de tbs met voorwaarden, te gaan werken met een zogenaamde zelfbindingsverklaring, waarmee beide partijen aangeven wat er dient te gebeuren indien psychische decompensatie dreigt.
De deskundige adviseert de rechtbank het huidige kader van een tbs met voorwaarden niet te verlengen.
De deskundigen hebben ter zitting hun adviezen bevestigd en toegelicht dat de bipolaire stoornis, mede door adequate farmacotherapie en een goede inbedding in zorg, in volledige remissie is. De restklachten hebben een depressieve uitingsvorm en houden geen verband met recidivegevaar. Een maniforme ontregeling kan tot delictgevaar leiden. Een dergelijk toestandsbeeld is op dit moment niet aan de orde. De huidige medicamenteuze behandeling en de goede inbedding in zorg bieden bovendien dermate veel bescherming dat de kans zeer klein is dat in de toekomst delictgevaar zal ontstaan. Naar verwachting zal een maniforme ontregeling op tijd worden herkend, zodat tijdig op een passende manier kan worden geïntervenieerd om dit toestandsbeeld te couperen en risicovol (delict)gedrag te voorkomen. Deze zorg kan verantwoord binnen een vrijwillig kader worden geboden, zeker nu de terbeschikkinggestelde in een zelfbindingsverklaring met haar zorgverleners afspraken heeft gemaakt over de wijze waarop kan worden ingegrepen bij psychiatrische instabiliteit. Het is niet nodig om de tbs-maatregel te verlengen.

Standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden toegewezen en dat de termijn van de terbeschikkingstelling moet worden verlengd met één jaar, omdat aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Zij heeft aangevoerd dat voorzichtigheid geboden is, waardoor verlenging op zijn plaats is.
De advocaat van de terbeschikkinggestelde heeft bepleit dat de vordering moet worden afgewezen. Zowel de reclassering als de psychiater zijn van oordeel dat de bipolaire stoornis langdurig in remissie is, mede door adequate farmacotherapie, waardoor er geen risico meer voortvloeit uit de stoornis. De terbeschikkinggestelde accepteert behandeling, waaronder medicatie, en is voornemens om in zorg te blijven na beëindiging van de tbs-maatregel. Haar behandelmotivatie blijkt onder meer uit de zelfbindingsverklaring die ze in samenspraak met haar behandelaren heeft opgesteld. De benodigde zorg kan verantwoord binnen een vrijwillig kader worden voortgezet, waardoor de maatregel dient te worden beëindigd.

Beoordeling

De rechtbank heeft kennisgenomen van alle voorgenoemde stukken. Zij komt op grond van de stukken en hetgeen is besproken ter zitting tot het volgende oordeel.
De stoornis van de terbeschikkinggestelde is nog steeds aanwezig, maar inmiddels volledig in remissie door adequate (medicamenteuze) behandeling. De deskundigen hebben verklaard dat de kans zeer klein is dat de terbeschikkinggestelde onder invloed van deze stoornis in de toekomst tot delicten zal komen. Behandeling met psychofarmaca en de goede inbedding in zorg bieden dermate veel bescherming, waardoor adequaat kan worden geïntervenieerd om een maniforme ontregeling te couperen voordat delictgevaar ontstaat. Bovendien hebben de actuele restklachten van de stoornis een depressieve uitingsvorm en daar gaat geen delictgevaar van uit. De terbeschikkinggestelde is zich bewust van het belang om langdurig medicatie te gebruiken en is gemotiveerd om hier haar medewerking aan te verlenen. Ze is goed ingebed in zorg en voornemens om de behandeling voort te zetten. Gelet op deze omstandigheden en de visie van de deskundigen op de stoornis en de risico’s, is de rechtbank van oordeel dat op dit moment niet wordt voldaan aan de criteria voor verlenging van de terbeschikkingstelling. De bipolaire stoornis is inmiddels dusdanig onder controle dat de kans zeer klein is dat de terbeschikkinggestelde onder invloed van deze stoornis in de toekomst delicten zal plegen. Eventueel delictgevaar kan voldoende worden beteugeld vanuit een vrijwillig kader, waardoor het niet nodig is om de terbeschikkingstelling als kader te behouden. De rechtbank acht daarom voortzetting van de maatregel niet langer geboden.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden af.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.K. Oosterling-van der Maarel, voorzitter,
mrs. J. Thomas en D.A.J. Buylinckx, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2025.
Tegen de beslissing staat voor het Openbaar Ministerie hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na de dagtekening van deze beslissing.